Bovenaards schrijftalent
Schrijven is schrappen. Nou, die kunst beheerst Karen Köhler. En niet zo’n beetje ook. Door de krachtige, beeldende stijl laten haar verhalen zich lezen als korte films. Vuurpijlen vangen is een literaire sensatie: in Duitsland zijn er al 30.000 exemplaren van deze bundel verkocht. Uitgeverij Podium heeft volgens eigen zeggen geknókt om de vertaalrechten te krijgen.
‘Il Comandante’ hakt er meteen flink in: een knap geschreven dagboekverslag van een rampzalige week uit het leven van een terminaal zieke vrouw die zich vastklampt aan een oudere medepatiënt die het niet haalt.
‘Cowboy en indiaan’ is een keiharde, gespiegelde western: de hoofdpersoon is een vrouw, de cowboys zijn viezeriken, de indiaan is de held maar sterft aan het eind. Acteurs erbij, camera erop en je hebt een film die een Gouden Palm wint.
‘Naam. Dier. Beroep.’ is een afscheidsbrief. Een ander zou 100 pagina’s nodig hebben om het verdriet en de eenzaamheid van de hoofdpersoon te beschrijven; Köhler kan het in 10. Die gaan ook nog ‘s door merg en been. Alleen al de slotzin. “Kom hier”, zeg je. Je neemt me in je arm en ik weet dat je morgen weer naar de grote stad vertrekt, naar je vrouw en kinderen, die je intussen hebt.
Het titelverhaal begint met ‘Je hebt me de zegelring van je nazi-opa gegeven met het verzoek hem in zee te gooien.’ Daarna wordt het alleen nog maar erger, dat vóél je. In onwaarschijnlijk weinig woorden ontwikkelt zich een hartverscheurend liefdesdrama. Pijn in je hart van een kort verhaal, wie doet dat Köhler na.
Zoveel zeggingskracht, je vraagt je af wie daar achter zit. Een doorrookt Hildegard Knef- of Amy Winehouse-achtig type misschien? Niks daarvan. Op de Buchmesse 2014 stond een stralende, opgewekte vrouw van een jaar of veertig op de beursstand verbaasd te vertellen dat iedereen haar prozaexperimenten zo waardeerde. Niks afgeleefd. Een grote uitgeverij die haar debuut ‘zomaar’ had geaccepteerd – nee dat had ze niet verwacht. Aan die spontaniteit en bescheidenheid mogen heel wat schrijvers een voorbeeld nemen.
In de meeste verhalen hebben vrouwen een streepje voor. “Ze mogen mij best een feministe noemen”, aldus Köhler. Tot hinderlijke manifestaties van potteus bewustzijn komt het niet. In Köhlers universum mishandelen en stelen mannen en zitten ze met handen tussen vrouwenbenen, maar kunnen ze ook lief zijn zoals de indiaan uit 'Il Comandante' en de geknakte Libero uit ‘Vuurpijlen vangen’.
Gerrit Bussink zal het niet gemakkelijk gehad hebben met de vertaling van deze in uitgebeende taal geschreven prozaminiaturen. Af en toe steken onvermijdelijk stukjes Duitsheid de kop op maar hij is er goed uitgekomen.
Köhlers geheim is wellicht de geloofwaardige manier waarop de hoofdpersonen na de meest verschrikkelijke gebeurtenissen overeind komen. En de plots die verrassen door hun diepere lagen. En de gevarieerde stijl en opbouw. En de scherpe observaties en de geloofwaardige dialogen. Kortom, superlatieven zijn voor één keer toegestaan.
Reageer op deze recensie