Korte en krachtige dierenverhalen
De bundel De minireuzenmiereneter van Menno Steketee staat vol ontdekkingen over verbazingwekkende dieren in de vorm van een kort verhaal. Wist je dat een pinguïn respect afdwingt door iedereen te laten weten dat hij heeft gewonnen? Of dat muizen kunnen zingen, dat een haai onder de drie meter niet zo hard kan bijten of dat er kikkers met alarmkleuren bestaan? De titel gaat over de geboorte van twee jonkies van de reuzenmiereneters in de Amsterdamse dierentuin Artis. De kleintjes worden voor het gemak minireuzenmiereneters genoemd, wat overigens een prachtig woord is voor het spelletje galgje.
Dieren in boeken doen het altijd goed. Dieren in kinderboeken doen het nog beter. Want kinderen en dieren zijn een onlosmakelijke combinatie. Dat heeft bioloog Menno Steketee goed in de gaten gehad. Hij schreef dit supergrappige, informatieve en mooie boek voor kinderen, maar zeker ook voor volwassenen, want zeg nou zelf… jij wilt toch ook weten waarom sprinkhanen verlegen zijn? En alles te weten komen over een nieuw slurfhondje? Een muis dus, geen hond. Dat je het even weet. De verhalen lijken veel op columns: grappig, met een kort verhaal, een korte boodschap en to the point – dat ene punt dat de auteur wil maken met zijn relaas.
De verhalen die in deze bundel terecht zijn gekomen, schreef Steketee eerder voor de kinderwetenschapspagina van NRC Handelsblad. De in totaal 57 verhalen zijn kort, krachtig, informatief en leuk om te lezen. Of nog beter… om voor te lezen. Elke avond een nieuw verhaal over een bizar dier. Of misschien wel twee bizarre dieren, want elk dier heeft een eigen verhaal van maximaal twee pagina’s gekregen. Daardoor blijft het overzichtelijk, ook voor kinderen die wat meer moeite hebben met langere teksten. Na twee pagina’s zijn ze al beloond met de informatie.
En ook aan de hoofdstuktitels heeft Steketee aandacht besteed. Hij heeft er niet voor gekozen het hoofdstuk naar het betreffende dier te vernoemen, maar maakt er een grapje van. Zo gaat het hoofdstuk ‘Haaibaai’ wel over haaien in baaien, maar ja, een haaibaai heeft toch ook een andere betekenis. Of het hoofdstuk ‘Kat met oorpluimpjes’… dat gaat natuurlijk over lynxen. Het kan dus zijn dat je uit de hoofdstuktitels niet meteen weet over welk dier het verhaal gaat. Geen paniek. Mocht je op zoek zijn naar juist dat ene dier (zoals de spin, harpij of kuifduif) dan staan alle dieren achterin het boek op alfabetische volgorde nog eens keurig op een rijtje. Als een soort shortcut naar het betreffende hoofdstuk.
De verhalen zijn voorzien van illustraties van Irene Goede, die daarmee uitstekend werk heeft verricht. De dierenillustraties zijn mooi, waarheidsgetrouw en soms uitermate grappig.
Reageer op deze recensie