Op het puntje van je stoel de nieuwe Slee lezen
Kapot is de nieuwste jeugdroman van bestsellerauteur Carry Slee, een boek dat ze voor haar trouwe 12+ fans schreef. Hoofdpersonages zijn Julia en Thijs. Broer en zus, beste vrienden en beiden lid van een succesvolle band. Ze hebben veel vrienden en zijn alle twee tot over hun oren verliefd. Een heerlijk leventje dus. Ze hadden nooit kunnen denken dat het kon gebeuren, maar ineens wordt alles anders. Hun ouders hebben ruzie en niet zo’n beetje ook. Ze maken elkaar het leven zo zuur dat ze van de ene vreselijke ruzie in de andere schieten. Het drama dat zich thuis afspeelt zet Julia en Thijs lijnrecht tegenover elkaar en dreigt alles kapot te maken.
Slee schreef met dit verhaal over een onderwerp dat helaas veel jongeren zullen herkennen; scheiding van hun ouders. Maar de ene scheiding is de andere niet, en de scheiding in Kapot is een heuse vechtscheiding waarin je nooit, never, ever in verzeild hoopt te raken. Als ouder niet, als kind niet.
Het boek begint rooskleurig. Je leert op een ontspannen manier Julia, Thijs, hun vrienden en muziek kennen. Onschuldige verliefdheden, gezellige dialogen, zicht op een schoolfeest, ach, het gewone leven van een veertien- en zestienjarige. In het tweede hoofdstuk verandert de toon direct en blijkt dat zich onder die gelukzalige bubbel thuis een drama af te spelen. “Ik haat je!” roept haar moeder. “Je bent nooit thuis en die ene keer dat we je zien kom je ons leven kapotmaken.” De ouders van Julia en Thijs hebben ruzie en het blijkt al snel dat het niet de eerste keer is dat er thuis ruzie is.
Hoewel de vaart van het verhaal er van het eerste hoofdstuk, zoals we van Slee gewend zijn, flink in zit en blijft, lijkt er door de zwart-wit gevoelens en gedachtes van de jongelui een soort staccato in het verhaal te zitten. Een soort hickup die de vaart afremt, waardoor je hortend en stotend doorleest. Gevoelens die als een blad aan een boom omslaan als blijkt dat het anders gaat dan het personage denkt. Op dezelfde manier worden de ruzies van de ouders beschreven. O, ben je voor je vader? Dan ben je dus tegen mij. En andersom. De ruzies doen erg aan de uitspraak van oud-president Bush denken: “Ben je niet voor ons, dan ben je tegen ons.” Hoewel het er in sommige vechtscheidingen werkelijk zo aan toe zal gaan, lijkt het in een boek een beetje geforceerd, waardoor het hier en daar zelfs een beetje ongeloofwaardig overkomt. Geen van de ouders is trouwens erg sympathiek, maar dat is waarschijnlijk de bedoeling van Slee.
Het verhaal is goed geschreven, maar hier en daar erg kort door de bocht. Zoals de muzikale talenten die hoofdpersonage Julia krijgt toebedeeld. Alles wat zij op muzikaal gebied doet, is meteen supergoed, fantastisch en geweldig. “Het gaat dwars door je hart” en “Mijn zus heeft gisteren een geweldig nummer geschreven.” Er hoeft maar iets met Julia te gebeuren – in goede of in slechte zin – en ze schrijft er een spectaculair liedje over. De eerste paar keren is dat aandoenlijk en gun je het haar, maar dan begint het te ergeren en wordt het, evenals bij de ruzies en gevoelens van de personages, ongeloofwaardig.
Ondanks dat weet Slee als geen ander hoe ze je de adem moet benemen door continue verwarring te scheppen. Misverstanden, langs elkaar heen praten, voor elkaar denken, conclusies trekken over iets waar dat nog helemaal niet kan; Slee gebruikt ze allemaal. (Opgelucht) ademhalen kun je nauwelijks. Ben je blij dat de personages eindelijk op dezelfde lijn zitten en het met elkaar hebben goedgemaakt, slaat Slee nog geen alinea een of andere desastreuze weg in en je bent als lezer weer terug bij af. Adem in en doorlezen. Het is weer een heerlijk ouderwets op-het-puntje-van-mijn-stoel-zit verhaal. Met Kapot schreef ze een prachtige jeugdroman met een heftig thema. Dus ja, Carry Slee did it again!
Reageer op deze recensie