Kleren maken de man
Een alleraardigst boekwerkje, zo mag je het wel noemen. Stijlvol, fraai aangekleed. De stijl van de schrijver door Arno Kantelberg is een delicatesse, een verrukkelijk tussendoortje voor de fervente (literaire) lezer.
In De stijl van de schrijver bespreekt de auteur, hoofdredacteur van Esquire, de kleding van diverse schrijvers. Wat zegt hun kleding over hun schrijverschap? Wat zegt de kleding van de hoofdpersonages uit hun werken over de schrijver zelf? Op deze en andere vragen gaat Kantelberg in:
‘Een schrijver houdt zich nadrukkelijk bezig met stijl, dat is zijn vak. Een schrijver zonder stijl is geen schrijver maar een notulist. Om zijn stijl, uniek en meesterlijk, wordt hij geprezen. Gelukkig maar, want hij heeft er jarenlang aan geslepen. Zijn schrijfstijl zegt veel over zijn persoonlijkheid. Maar zijn kledingstijl misschien nog wel meer. Het zegt in ieder geval iets over zijn persoonlijke smaak.’
In het voorwoord waarschuwt Kantelberg de nog nietsvermoedende lezer: ‘Het kan natuurlijk dat je dit als lezer juist allemaal niet wil weten (over de kledingsmaak van de literaire schrijver, red.). (…) Misschien wil je het allemaal niet weten, omdat je bang bent teleurgesteld te worden door de werkelijkheid. Dat kan. In dat geval heb je alleen het verkeerde boek gekocht.’
Arno Kantelberg, de stijlpastoor des Vaderlands, beschrijft in korte hoofdstukken de kledingsmaak, kledingstijl en bijbehorende accessoires van uiteenlopende literaire iconen. Dit doet hij op een flamboyante wijze. Doorspekt met een vleugje humor, noem het hier en daar ironie, ontleedt hij op een verhelderende manier schrijvers en hun kleding. By the way, de auteur weet zich (uiteraard!) zelf ook stijlvol te kleden. Benieuwd wat dat zegt over hem. Arnon Grunberg is een van de auteurs die de revue passeert: ‘Kleding is een informatiedrager.’ (aldus Grunberg) Kantelberg: ‘Het is echter gissen welke informatie hij met zijn garderobe wil overdragen. Uit zijn publieke optredens leiden we af dat hij jeans bezit, truien, een leren jack, overhemden in meerdere kleuren en pakken in meerdere maatvoeringen. Met al die ingrediënten combineert en varieert hij er monter op los. Eclectisch is het woord dat hier past. Arnon Grunberg zonder riem is als Harry Mulisch zonder pijp.’
De snor van Gerrit Kouwenaar komt voorbij. En dat is logisch, men kan er ook niet omheen. ‘Zijn snor golfde over beide wangen als de briesende branding in een gedicht van P.C. Boutens.’ De snor als overduidelijk manifest van een van Nederlands meest bekende dichters. De lord Byron van de Lage Landen, Herman Brusselmans, zegt in een ander hoofdstukje: ‘Waarom zou ik mijn haar afknippen? Harry Mulisch knipt zijn neus toch ook niet af.’
Kleren maken hier duidelijk de man. Want in het hele boekje komt geen schrijfster voorbij. Kantelberg maakt hierin (bewust?) een duidelijke keuze. Kantelberg spreekt met passie over zijn passie. Dat smaakt naar meer.
Reageer op deze recensie