Opgroeien aan Adolfs zijde
Na het overweldigende succes van De jongen in de gestreepte pyjama, heeft John Boyne (1971) opnieuw een roman geschreven die zich afspeelt in nazi-Duitsland tijdens de Tweede Wereldoorlog. De jongen op de berg gaat ook over een kleine jongen die geconfronteerd wordt met de gruwelen van de oorlog en de dagelijkse beslommeringen die het gevolg zijn van het feit dat hij kleiner is dan de rest.
John Boyne schrijft zowel romans voor volwassenen als voor kinderen. Zijn eerder genoemde De jongen in de gestreepte pyjama is zijn bekendste boek. Het werd vertaald in 48 talen en is verfilmd. Daarmee mogen we wel stellen dat het Boyne uitstekend lukt om zich in te leven in de belevingswereld van een kind en om de gebeurtenissen tijdens een van de meest gruwelijke en onbegrijpelijke periodes van de twintigste eeuw vanuit een kind-perspectief te vertellen.
Pierrot Fischer heeft het niet makkelijk in zijn jonge jaren. Hij wordt geboren in Parijs, is een kind van een Franse moeder en een Duitse vader. Die vader is dusdanig getraumatiseerd door de Eerste Wereldoorlog, waar hij als soldaat aan Duitse zijde vocht, dat hij zijn vrouw en zoon langzaam het huis uitdrijft. Zover komt het echter niet, want voor die tijd besluit de Duitse veteraan voorgoed zelf een einde aan zijn angsten en nachtmerries te maken. Pierrot is een jongetje dat in de groei van zijn ledematen zeer achterblijft ten opzichte van zijn leeftijdsgenoten, waardoor iedereen al zijn hele leven op hem neerkijkt. Hij wordt eigenlijk nooit echt serieus genomen op school en zijn enige vriend is dan ook zijn dove, joodse buurjongen.
Als ook Pierrots moeder overlijdt staat de ukkepuk er alleen voor. Hij belandt in een weeshuis waar hij al snel weer het mikpunt van spot is voor de oudere en grotere jongens. Tot een dag waarop de ogenschijnlijke redding uit de misère arriveert, per briefpost. Zijn tante Beatrix, die hij nog nooit ontmoet heeft, nodigt hem uit om bij haar te komen wonen, zodat zij voor hem kan zorgen. De bedeesde en onbevlekte Duitse Fransoos komt hierdoor bij toeval terecht bij dé Adolf die door zijn woorden en daden een grote zwarte stempel zal drukken op de 20e eeuw van de Europese geschiedenis, door dood, verderf, haat en macht. Hier krijgt Pierrot de mogelijkheid om zich een bepaalde status aan te meten. Een status waardoor anderen hem nu eindelijk eens zullen gaan behandelen met het respect dat hij verdient. Kan de kleine man daarmee omgaan?
De jongen op de berg is een boek dat makkelijk leest. Het is Boyne gelukt om de lezer door de ogen van een kind niet alleen het opgroeien als buitenbeentje te laten ervaren, maar ook de oorlog en alle brute gebeurtenissen die daarbij horen. Dat is knap en maakt het een interessant boek, zowel voor volwassenen als kinderen. Het is een vermakelijk boek door de avonturen die de jongen meemaakt en je voelt medelijden wanneer hij weer een periode van pesterijen moet doorstaan. Toch laat de roman geen diepe indruk achter na het omslaan van de laatste bladzijde. Dit komt onder meer doordat de schrijfstijl van Boyne niet synchroon loopt met de ontwikkeling in leeftijd van Pierrot. De schrijfstijl lijkt op de belevingswereld van een twaalf- of dertienjarige te zijn vastgepind, terwijl Pierrot het boek begint als zevenjarige en eindigt als puber. Hierdoor is de roman interessanter voor jongeren dan voor volwassenen.
Reageer op deze recensie