Meer dan 5,9 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×

Tijdvak 4: Tijd van steden en staten

op 16 september 2018 door

Geschiedenis, dat is geweest, dat is saai. Toch moeten middelbare scholieren de kenmerken van tien verschillende tijdvakken, lopend van de prehistorie tot aan de moderne tijd, kennen voor hun examen. Als studiebegeleider zie ik dat daar vaak flink mee geworsteld wordt. Dat geschiedenis juist boeiende verhalen oplevert, dat bewijzen de talloze historische romans wel. De kunst is om ervoor te zorgen dat de geschiedenis weer gaat leven! Daarom zocht ik bij elk tijdvak een boek uit. Handig om al die kenmerken van dat tijdvak eens op een andere manier te bestuderen! Examens al lang achter de rug? Wel, voor wie van geschiedenis houdt zijn deze boeken ook aanraders! Vandaag: De tijd van steden en staten.

De tijd van steden en staten

De tijd van steden en staten, daarmee hebben we het over de periode 1000 - 1500. Deze periode wordt ook wel de late middeleeuwen genoemd. Mensen gingen steeds meer in steden wonen en oefenden daar een ambacht uit, denk bijvoorbeeld aan bakker of smid. De ambachtslieden verenigden zich in een gilde: een samenwerkingsverband van ambachtslieden met hetzelfde beroep in een stad. Zo'n gilde bepaalde de prijzen die zij voor producten of diensten vroegen, maar zorgden bijvoorbeeld ook voor zieke gildeleden.

Vooral de dorpen werden nog steeds door de adel bestuurd. De heer vroeg pacht aan de bevolking in ruil voor bescherming. In steden eisten de burgers echter steeds meer het recht op om hun stad zelf te mogen besturen.

De kathedraal is een belangrijk symbool voor deze tijd en staat voor het religieuze aspect van de middeleeuwse stad. Christenen geloofden dat God op aarde plaatsvervangers voor hem had aangesteld. De paus en de bisschoppen hadden hierdoor veel macht. In de late middeleeuwen brak echter een strijd uit tussen hen en de koningen om wie de hoogste macht had. Uiteindelijk wonnen de koningen dat, al bleven de paus en zijn bisschoppen de macht houden over alle kerkelijke zaken.

Pilaren van de aarde - Ken Follett

3d48472f35c62975bb40c0e6820e7275.jpgPilaren van de aarde speelt zich af in de periode van 1123 tot 1174 en vindt daarmee plaats in de tijd van steden en staten. We maken kennis met de meesterbouwer Tom. Zijn grootste wens is om een kathedraal te bouwen, maar voorlopig is hij met zijn gezin van stad naar stad aan het trekken in de hoop ergens werk te vinden. Dat mislukt jammerlijk en het gezin lijdt honger. Uit pure armoede kloppen ze dan maar aan bij de priorij van Kingsbridge. Daar krijgen ze eten en onderdak. Philip is inmiddels de prior van Kingsbridge geworden en droomt ervan om Kingsbridge groot te maken. Uiteraard ter ere van God, dus het bouwen van een magistrale kathedraal staat hoog op zijn verlanglijstje! Als door een brand de kerk verwoest is, wordt de droom van Tom en Philip ineens werkelijkheid. Toch gaat de bouw van de kathedraal niet vlekkeloos, want niet iedereen steunt de plannen voor de kathedraal...

Kenmerkende aspecten in Pilaren van de aarde

Het geloof komt ruimschots aan bod in de Pilaren van de aarde. Het bouwen van de kathedraal is een symbool dat feilloos bij dit tijdvak past. Ook de kloosters die in Pilaren van de aarde voorkomen zijn kenmerkend voor de middeleeuwen. Monniken leefden in de kloosters waar zij zich moesten houden aan de geloften: celibaat, gehoorzaamheid en armoede. In het leven van de monniken in de priorij van Kingsbridge zien we deze geloften duidelijk terug. Philip brengt bijvoorbeeld al snel veranderingen aan in het kloosterleven zodra hij prior geworden is: Het eten wordt soberder.

Dat Tom met zijn gezin uit armoede bij het klooster terecht komt past ook bij dit tijdvak. In de middeleeuwen hadden kloosters ook als functie om in moeilijke tijden een toevluchtsoord te zijn voor de bevolking.

In de steden zien we dat de adel aan de macht is. Zo is William bijvoorbeeld de graaf van Shiring. Bewoners moeten hem pacht betalen. Hier merken we ook dat dit lang niet altijd even goed geregeld is: William is een slechte heer die vooral op persoonlijk gewin uit is en die zijn inwoners flink uitbuit.

In Kingsbridge zien we langzaamaan een echte stad verrijzen. Ook de ambachtsgilden komen terug in deze stad. Zo is er bijvoorbeeld een gilde van metselaars. Dit gilde is erg belangrijk bij de bouw van de kathedraal. Als er echter geldnood is, merkt Philip al snel dat je uit moet kijken: Gilderegels worden binnen het gilde bepaald. Als buitenstaander moet je je vooral niet met die regels gaan bemoeien...

Tot zover de late middeleeuwen! De volgende keer: de tijd van ontdekkers en hervormers.



Reacties op: Tijdvak 4: Tijd van steden en staten

Gerelateerd