Annelies Verbeke - Treinen en Kamers
Over het boek
Treinen en Kamers is een bundel die bestaat uit vijftien verhalen. Ieder verhaal wordt voorafgegaan door een of meer motto’s ontleend aan teksten uit de wereldliteratuur (zie hierna onder het kopje ‘De motto’s bij de verhalen’).
Terugkerend thema in de verhalen is (willen) zorgen, redden en verzorgd worden. Daarnaast draait het onder meer om relatieproblemen en de positie van vrouwen. In de tweede helft van de bundel speelt ook corona een rol, al valt dat woord nergens. De wereld is dan tot stilstand gekomen.
Treinen en kamers, de begrippen uit de titel, staan symbolisch lijnrecht tegenover elkaar: de trein refereert aan beweging, aan vrijheid, aan onderweg zijn, de kamer aan stilstand, aan opsluiting.
Over de auteur
De Vlaamse Annelies Verbeke (1976) studeerde Germaanse taal- en letterkunde en scenarioschrijven. In 2003 debuteerde ze met de zeer goed ontvangen roman Slaap!.
En hoewel ze meerdere succesvolle romans op haar naam heeft staan, onder andere Dertig dagen (2015) dat bekroond werd met de F. Bordewijk-prijs en de Opzij Literatuurprijs, is ze een auteur met veel liefde voor het genre van het korte verhaal. Voor haar bundel Halleluja (2017) kreeg ze de J.M.A. Biesheuvelprijs voor de beste verhalenbundel van het jaar.
Hoewel ze zeker romans wil blijven schrijven, heeft ze meer plezier in het schrijven van korte verhalen. In een interview met Boekenpost zegt ze: ‘Door de verschillende verhalen in een bundel kan ik op verschillende manieren naar een overkoepelend thema kijken. Dat schept een enorme vrijheid.’
De website van Annelies Verbeke
YouTube
Annelies Verbeke vertelt over Treinen en Kamers bij boekhandel Scheltema (circa 18 minuten).
Discussietips
Vragen bij de bundel als geheel
1. Hoe is ‘De auteur’ in het openingsverhaal eraan toe? Welke reden(en) is (zijn) hiervoor? En hoe staat het met haar aan het eind van het verhaal, respectievelijk aan het eind van de bundel?
2. Verbeke koppelt ieder verhaal aan een klassieker uit de wereldliteratuur. Hoe heb je dit ervaren? In hoeverre vond je het een gemis als je zo’n klassiek werk niet kende?
3. Meerdere verhalen hebben hoofdpersonen die willen doen wat goed of rechtvaardig is. Hoe vergaat het hen?
4. Stilistisch en qua vorm van de verhalen is er een grote variatie in de bundel. Hoe heb je dat ervaren, wat sprak je aan, wat minder?
5. Het geheel is meer dan de som der delen is een bekende uitdrukking. In hoeverre geldt dit voor jou voor deze bundel?
6. Verbeke brengt op diverse manieren verbindingen aan tussen verhalen. Welke zijn je opgevallen?
7. Welke functie vervult ‘Orewoet’, het middelste en tevens het kortste verhaal, in de bundel?
8. Een aantal verhalen is geschreven in de minder gebruikelijke jij-vorm. Hoe ervaar je het lezen daarvan?
9. Annelies Verbeke is een ware pleitbezorger voor het genre van het korte verhaal, dat over het algemeen minder aandacht krijgt dan romans. Heeft ze jou met deze bundel gewonnen voor het genre? Waarom wel of niet?
10. Over het genre van het korte verhaal heeft Annelies Verbeke eens geschreven: ‘De verhalenbundel leent zich van alle genres misschien wel het beste tot tonen in plaats van beweren. Morele oordelen worden overbodig.’ Hoe denk je over die stelling?
11. In een artikel in De Standaard (26-4-2019) schreef recensent Maria Vlaar: ‘Een kort verhaal gaat om de suggestie van een heel leven, zonder dat volledig te beschrijven.’ Hoe denk je over dat criterium? In hoeverre is Treinen en Kamers voor jou op basis van dit criterium geslaagd?
12. Geleidelijk beginnen er literaire werken te verschijnen waarin de coronacrisis een rol speelt. Wat vind je van de manier waarop Verbeke die in haar verhalen verwerkt?
Vragen bij de afzonderlijke verhalen
1. Hoe interpreteer je de slotpagina’s van ‘Deserteren’, de confrontatie van de auteur met het personage Stanislav Poepmans?
2. Hoe kijkt de ik-figuur in ‘Limbo’ terug op haar ‘boetedoening’ om haar man te redden? Hoe interpreteert ze de onverwachte, niet gezochte confrontatie met de laatste man die haar pad kruist?
3. In hoeverre is Simon veranderd aan het eind van het verhaal ‘Force majeure’?
4. De verhalen ‘Ezel’ en ‘Om het even’ hebben een niet-menselijke verteller. Hoe heb je die vertelstemmen ervaren?
5. Welk doel dient in ‘Lijst’ de opsomming van opbeurende dingen van treindienstleider Natasja?
6. Tot welke conclusie komt de vrouwelijke wetenschapper in ‘Mantel der liefde’ omtrent haar eigen aandeel in de ontspoorde relatie met haar jaloerse collega Glen? Wat vind je van die conclusie?
7. Wie of wat wordt bedoeld met ‘de wrede vreemden’ (p. 179) in ‘Orewoet’?
8. Het verhaal ‘Matroesjka’ is geschreven vanuit het perspectief van een ‘incel’, een onvrijwillige celibatair. Hoe heb je het lezen over zo’n personage ervaren?
9. Wat bedoelt de ik-figuur in ‘Verloren zang’ met de aanduiding De Gouden Dageraad (p. 205)?
10. Wat drukt het verhaal ‘Vleermuis’ uit volgens jou?
11. Wat doet in ‘Wetiko’ de confrontatie met haar leraar geschiedenis en met haar ouders met hoofdpersoon Lina? Hoe zal het verder gaan met haar?
12. In het motto bij ‘Bloopers’ draait het om denkbeeldige ziekten en behandelingen. Hoe zie je die terug in het verhaal?
13. In het motto bij ‘Gilles en Edwin’ (p. 257) staat: ‘Hij die moedig is, hij die voorop loopt, beschermt zichzelf en redt zijn metgezel.’ Hoe was die rolverdeling bij Gilles en Edwin, denk je, op basis van het verhaal van Gilles dat je leest?
14. ‘Nu weet ik weer wat ik onderwater kreeg’ (p. 276), is de laatste zin van de ik-figuur in ‘Mer à boire’. Wat kreeg ze daar? Hoe interpreteer je dit slot?
De motto’s bij de verhalen
De verhalen in Treinen en Kamers zijn alle voorzien van motto’s ontleend aan klassieke teksten uit de wereldliteratuur. Hieronder per verhaal weblinks naar informatie over de (auteurs van de) teksten waaraan de motto’s ontleend zijn.
Deserteren. Het motto is afkomstig uit Het lijden van de jonge Werther (1774) van Johann Wolfgang von Goethe.
Limbo. Het motto is ontleend aan De goddelijke komedie van Dante Alighieri. Uitgebreide informatie vind je op literair platform Karakters.
Force majeure. Motto ontleend aan het bekende boek De vernuftige edelman Don Quichot van La Mancha van Miguel de Cervantes Saavedra.
Ezel. Dit verhaal heeft twee motto’s. Het eerste is afkomstig uit De gouden ezel van Apuleius van Madauros. Het tweede is een citaat uit het mondeling overgeleverde West-Afrikaanse volksverhaal ‘Fari de Ezelin’. De Senegalese auteur Birago Diop publiceerde in 1947 Les Contes d'Amadou Koumba, een bundel met korte verhalen gebaseerd op Senegalese volksverhalen die veelal over dieren gaan. Hierin nam hij ‘Fari de Ezelin’ op. Meer informatie op deze Engelstalige pagina over Diop.
Lijst. Het motto is afkomstig uit Het hoofdkussenboek van Sei Shōnagon. Leo Vos ontving voor zijn vertaling de Filter Vertaalprijs. Een uitgebreide bespreking vind je onder andere op Literair Nederland.
Om het even. Het bekende boek Frankenstein van Mary Shelley leverde het motto voor dit verhaal. Meer over auteur en boek op literair platform Karakters.
Op 14 december 2018 organiseerde de Bibliotheek Den Haag een avond rond Frankenstein met medewerking van onder anderen Hanna Bervoets, die het voorwoord schreef bij een heruitgave van de roman. Op YouTube vind je een registratie van deze avond.
Mantel der liefde. Het motto is ontleend aan een tekst van Enheduanna (2286-2251 v. Chr.). Ook het overkoepelende motto van de bundel , ‘En hulde aan Nisaba, godin van het schrijven’, is van haar. Meer over deze priesteres op Wikipedia en op het blog Mahnazmezon.
Orewoet. Dit verhaal heeft als motto twee regels uit Lied 15 van Hadewijch. Veel meer informatie en verwijzingen naar andere bronnen over deze dertiende-eeuwse mystieke dichteres en haar werk op Hadewijch.net. Gezongen versies van haar liederen zijn te beluisteren via de site van het Ruusbroec Institute van de Universiteit Antwerpen.
Matroesjka’s. Een passage uit de roman Mauprat (1837) van de Franse schrijfster George Sand dient als motto voor dit verhaal. Een vertaling verscheen in 2004 bij uitgeverij De Geus. Op Wikipedia een uitgebreide pagina over George Sand en op literair platform Karakters een essay van Margot Dijkgraaf over de schrijfster.
Verloren zang. Dit slechts vijf pagina’s tellende verhaal heeft een motto uit een van de bekendste werken uit de wereldliteratuur: de Odyssee van Homeros. Daarover zijn bibliotheken vol geschreven. De uitgebreide Wikipedia-pagina biedt al veel informatie. Beknopte informatie vind je bij IsGeschiedenis.
Vleermuis. Twee motto’s gaan aan dit verhaal vooraf. Het eerste is een fragment uit een scheppingsverhaal van een Mayavolk uit Guatemala, opgetekend door Francisco Ximénez. Uitgebreide informatie op Wikipedia, beknopte op Greelane.
Het tweede motto is ontleend aan het verhaal ‘Het portret’ van Nikolaj Gogol uit zijn bundel Petersburgse verhalen. Uitgebreide informatie over het verhaal op deze Engelstalige pagina van Wikipedia.
Wétiko. Dit verhaal wordt ingeleid door een citaat uit het zestiende-eeuwse werk De verwoesting van de West-Indische landen van de Spaanse priester Bartolomé de Las Casas. Een Nederlandse vertaling, gemaakt door Michiel J. van Nieuwstadt, verscheen in 1992. Een andere vertaling is te vinden op de site Verboden geschriften. Meer over Bartolomé de Las Casas op de website van Dominicanen Nederland.
Bloopers. Een zin uit Gullivers reizen, het bekendste boek van Jonathan Swift, gaat vooraf aan dit verhaal. Meer over het boek in het Readers Café op Hebban.
Gilles en Edwin. Het motto bij dit verhaal is afkomstig uit Het Gilgamesj-epos, een tekst uit het oude Mesopotamië. De meest recente vertaling is die van Theo de Feyter, die verscheen in de Perpetua-reeks. Het nawoord dat Frank Westerman schreef bij die uitgave is te lezen op zijn website.
Mer à boire. Een korte passage uit de klassieke roman Moby Dick van Herman Melville uit 1851 gaat vooraf aan dit laatste verhaal uit de bundel. Uitgebreide Engelstaligeinformatie op The Life and Works of Herman Melville.
Lees de eerste pagina’s van de roman in de vertaling van Barber van de Pol op de site van Athenaeum Boekhandels.
Een leesclubdiscussie over de roman in Café De Walvis op Hebban.
Achtergronden
1. Interview met Annelies Verbeke op Hebban (maart 2021) in het kader van ‘Het Voorwoord van de Boekenweek’.
2. Gesprek (en podcast) tussen Annelies Verbeke en Lex Bohlmeijer bij De Correspondent.
3. Video: gesprek over Treinen en Kamers op het YouTube-kanaal van KANTL, de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren (circa 35 minuten).
4. Lees een fragment uit het verhaal ‘Wetiko’ op de website van Athenaeum Boekhandels.
5. Recensies van Treinen en Kamers door Hebban-leden.
6. In het magazine Boek & Lezer, de zomerspecial van de tijdschriften Boekenpost en Boekblad, vind je een leesclubdossier rond deze bundel. Daarin onder andere een interview met Annelies Verbeke, een analyse van het boek en een artikel met tips voor het bespreken van verhalenbundels in leesclubs.