Discussievragen bij: Aharon Appelfeld - Plotseling, liefde
Deze bijdrage is geschreven door John Hermse
1. De jonge Ernst kan zijn ouders niet uitstaan. Waar komt deze afkeer vandaan?
2. Ernst leefde in onmin met zijn ouders, Irene volgt haar ouders juist na. Waarom is Irene in dit opzicht zo belangrijk voor Ernst. Wat heeft zij hem te bieden?
3. Wat ziet Irene op haar beurt in Ernst? Welke behoefte kan zij vervullen door voor hem te zorgen?
4. Wat is de aard van de relatie tussen Ernst en Irene. Krijgen ze echt een relatie of blijft het platonisch?
5. Ernst wordt als jonge communist een fanatieke vervolger van zijn eigen volk. Waar komt deze vorm van zelfhaat vandaan?
6. Ernst verliest vrouw en kind door de jodenvervolging, maar komt pas later tot inkeer. Wat geeft hiertoe de aanzet?
7. Hoe staat Ernst uiteindelijk tegenover het Joods geloof?
8. Ernst is kort getrouwd geweest met Sylvia Gross, een ex-communiste. Welke rol vervult dit huwelijk en deze vrouw in Plotseling Liefde?
9. Waarom is Irene zo bang vanwege Ernsts vraag om zijn erfgenaam te worden en zijn papieren te verbranden?
10. ‘Vluchtelingen koesterden geen esthetische waarden en geen ruimdenkendheid’(p. 89). Hoe staat Ernst tegen over de staat Israël?
11. Om goed te kunnen schrijven moet je de 'verborgen aanvang' (p. 173) kennen, vind Ernst. Wat bedoelt hij hiermee?
12. Hoe komt het dat het na de opname in het ziekenhuis beter gaat met het schrijven van Ernst?
13. Als het eindelijk lukt met het schrijven, heeft Ernst het vooral over zijn grootvader, niet over zijn tijd bij de communisten of over de lotgevallen van zijn vrouw Tina en hun dochtertje Helga. Waarom schrijft hij juist over zijn grootvader?
14. Wat wil Appelfeld met de persoon van Ernst meer in het algemeen zeggen over het Joodse volk?
15. In haar eigen huis ontmoet Irene haar overleden ouders. Hoe moeten we dit zien: is Irene een medium dat contact heeft met de doden, of moeten we het contact meer figuurlijk zien, in de zin dat ze zo sterk aan haar ouders denkt dat ze aanwezig lijken te zijn? (zie bijvoorbeeld p. 197)
16. Had Appelfeld hetzelfde verhaal kunnen schrijven als Ernst gezond was gebleven? Met andere woorden: wat is de functie van zijn ziekte in het verhaal?
17. De ouders van Ernst zwegen, zijn grootvader was een zwijgzaam man. ‘In de Karpaten kenden de mensen het zwijgen lijfelijk’ (p. 158). Wat is de betekenis van zwijgen in deze roman?
18. ‘Ernst legde Irene uit waarom Kafka hem had aangetrokken en welke gevaren er scholen in die aantrekkingskracht’ (p. 207). Wat is het gevaar van Kafka voor het schrijfwerk van Ernst?
19. De plaatsen uit hun verleden in Europa worden met name genoemd, maar de omgeving in Israël vult Appelfeld nauwelijks in. Waarom heeft hij dit gedaan?
20. Op de website Cutting Edge schrijft Betty De Boeck: ‘De grootste moeite hadden we met het personage van Irina. Ongetwijfeld een mens mooi van inborst, maar op geen enkel ogenblik voelden we enige empathie voor haar. De manier waarop ze zichzelf wegcijfert, meer nog, zichzelf minderwaardig acht, stoorde ons enorm.’ Wat vind jij van het personage Irene?
21. ‘Geen enkel schadelijk wezen zou zich in de buurt van het raam wagen’ (p.214) luidt de laatste zin van de Plotseling, liefde. Wat wil Appelfeld hiermee zeggen?