Discussievragen bij: Frank Westerman - Stikvallei
1. Westerman heeft zijn boek ingedeeld in achtereenvolgens ‘Mythedoders’, ‘Mythebrengers’ en ‘Mythemakers’. Hoe heb je deze volgorde ervaren? Heeft een van de delen je meer geboeid dan de andere? Zo ja, welk deel was dat en hoe kwam dat?
2. Voorafgaand aan het eerste deel over de ‘Mythedoders’ plaatst Westerman een proloog waarin een mythe wordt verteld over een bedrogen volk, een verhaal dat later in het boek terugkomt. Wat zou hij daarmee kunnen aangeven?
3. ‘Door te ontrafelen schep ik mijn eigen verhaal’, zegt Westerman in lezingen en interviews. Wat is voor jou de kern van dat verhaal?
4. In hoeverre zie je een relatie tussen het uitblijven van een sluitende wetenschappelijke verklaring en de verhalen die onder de bevolking de ronde doen?
5. De Mythedoders zoeken een verklaring, de Mythemakers zoeken een reden, zo wordt in het boek gezegd. Wat doen de Mythebrengers?
6. Hoe heb je de fragmentarische opbouw in korte paragrafen ervaren?
7. Westerman maakt in lezingen en interviews onderscheid tussen ‘het ogenschijnlijke onderwerp’ van zijn boek (de gebeurtenissen in Kameroen) en het thema (de vraag: ‘Hoe ontstaan verhalen?’): ‘Dat zijn twee verschillende dingen.’ In hoeverre maak jij dat onderscheid? Welk aspect heeft je het meest geboeid? Waarom?
8. Westerman stelt dat hij een subjectief beeld geeft in zijn boek. ‘Niets is verzonnen, maar alles is gekleurd.’ Wat kleurt zijn visie? Op welke wijze toont hij dat in het boek?
9. De boeken van Frank Westerman worden vaak geschaard onder de noemer (literaire) non-fictie. Met de term ‘non-fictie’ is de auteur niet gelukkig, omdat dat alleen zegt wat het niet is. Hoe zou jij Stikvallei typeren? In hoeverre vind je de aanduiding ‘literair’ van toepassing?
10. ‘De romanschrijver begint met een klomp klei en boetseert vervolgens. De “waarheidschrijver’ zal juist het beeld dat er al is uithouwen uit de rots.’ Wat vind je van deze vergelijking van Westerman in relatie tot de discussie over genres?
11. Vind je Stikvallei spannend? Zo ja, waarin zit voor jou die spanning?
12. Welk verhaal over de gebeurtenissen in de vallei vind je het meest geloofwaardig? En welk verhaal spreekt je het meest aan? Kom je op deze vragen tot hetzelfde of tot verschillende antwoorden? Waarom?
13. Toef Jaeger zegt in haar bespreking in NRC Handelsblad (1 november 2013) dat Westerman ook in dit boek, weliswaar minder dan in eerder werk, ‘voor zijn verhaal’ gaat staan, te nadrukkelijk aanwezig is. Joost Vandensande (Humo, 12 november 2013) stelt juist dat het een gemis is dat Westerman in tegenstelling tot in zijn vroegere werk als verteller op de achtergrond blijft. Hoe heb jij het optreden van de persoon van de schrijver in het boek ervaren?