Discussievragen bij: Helen MacDonald - De H is van havik
Deze bijdrage is geschreven door John Hermse
1. Aanleiding voor MacDonalds boek is de dood van haar vader, maar hij komt er niet heel veel in voor. Hoe verklaar je dit?
2. Haar vader was erg belangrijk voor MacDonald. Wat bepaalt hun band en wat heeft zij van hem geleerd?
3. ‘En daarna vertelde ik een verhaal waarvan ik hoopte dat ze het zouden begrijpen’, schrijft MacDonald over de anekdote die ze tijdens de herdenkingsdienst over haar vader vertelt. Wat wil ze over haar vader zeggen met dit verhaal?
4. MacDonald moest als valkenier niets van haviken hebben, ze noemt ze ‘griezelige psychopaten’. Toch kan ze na de dood van haar vader niet meer om de vogel heen: ‘De havik had mij gegrepen’. Vanwaar deze omslag in de houding van Macdonald?
5. ‘Het alsof ze een scheur in de klamme lucht van Gloucesterhire had gevonden en erdoorheen was geglipt’, schrijft MacDonald in het begin van haar boek over een gewonde havik die toch gewoon weer wegvliegt. Welke rol gaat die ‘scheur’ verder spelen in het boek?
6. Op haar twaalfde ziet MacDonald voor het eerst hoe een havik een fazant doodt. ‘Ik had de dood gezien. Ik wist niet precies wat het met me deed’. Hoe ontwikkelt zich voor haar de verhouding tussen de havik en de dood?
7. Net zo onontkoombaar als de havik is het werk van de schrijver T.H. White, en dan vooral zijn boek The Goshawk. Wat trekt MacDonald zo aan in dit boek?
8. ‘Je kon trouw blijven aan jezelf’, zo omschrijft MacDonald de motivatie van White voor het africhten van een havik. De volgende bladzijden gaan dieper in op White’s band met deze vogel. In hoeverre komt deze overeen met de betekenis die de havik voor MacDonald heeft?
9. Nadat ze Freud heeft gelezen, vallen MacDonald ‘allerlei vormen van psychologische overdracht’ in haar valkerijboeken op, ook bij T.H. White. Wat projecteert zij zelf op de havik?
10. ‘Er was geen betere balsem voor mijn droevige hart dan de havik die terugkwam’. Hoe interpreteer je deze uitspraak?
11. Na de dood van haar vader kijkt MacDonald naar het televisiedrama Tinker Tailor Soldier Spy. Welke betekenis heeft deze serie voor haar?
12. ‘Beschavingen komen en gaan, maar roofvogels veranderen niet’. Op verschillende plaatsen in De H is voor havik verwijst MacDonald naar de geschiedenis van de valkerij. Hoe ziet zij haar eigen plaats in deze traditie?
13. ‘Ze wordt een kind. Het treft me diep in mijn ziel’, schrijft MacDonald als Mabel haar eerste fazant heeft gedood. Waarom ziet ze Mabel dan als een kind en waar komt haar emotie vandaan?
14. ‘Van jagen word je een dier, maar bij de dood van een dier word je een mens’, schrijft MacDonald als Mabel een konijn doodt. Wat bedoelt zij hiermee?
15. Nadat Mabel haar aanviel omdat de vogel haar voor een fazant hield, strompelt MacDonald door de velden in ‘een waas van pijnlijke euforie’. Waarom is zij zo opgetogen over dit incident en wat betekent het voor haar rouwverwerking?
16. Uiteindelijk komt MacDonald tot het inzicht dat haar vlucht in de natuur een vergissing en een leugen was. Hoe is zij tot dat inzicht gekomen en hoe hangt dit samen met het rouwproces?
17. MacDonald noemt mythen over het Engelse landschap ‘schadelijk’ en wordt ‘triest’ van het gepensioneerde echtpaar dat herten associeert met het ‘Oude Engeland’. Waarom heeft MacDonald hier zo’n moeite mee en wat zegt het over haar eigen verhouding tot het landschap?
18. ‘Voor mij hebben roofvogels altijd een vaag religieus element gehad’, zegt MacDonald in een interview met NRC Handelsblad (3 oktober 2015). Wat is daarvan in De H is van havik terug te vinden?
19. Wat voor beeld rijst er uit De H is van havik op van de schrijfster? Wat zijn haar belangrijkste karaktertrekken?