Discussievragen bij: Jan Vantoortelboom - De man die haast had
1. Wat heeft Leon met het verschijnsel ‘tijd’? Hoe uit zich dat?
2. In Leons reactie direct na de val van Elsie volgens jou begrijpelijk voor een kind van zes? Waarom wel of niet?
3. Lijkt Leon het meest op zijn moeder of op zijn vader? Waarop baseer je je mening?
4. Leon denkt zijn hele leven dat zijn moeder hem tijdens een van haar aanvallen heeft toegefluisterd: ‘Een mens sterft altijd in zijn eigen armen’. Wat voor betekenis ziet hij in die zin?
5. Waaraan lijdt Leons moeder denk je?
6. Leon discussieert met mevrouw Bisschop, de lerares geschiedenis, over het omgaan met het verschijnsel ‘tijd’. Wat zegt hun conversatie over Leon? Welke opvatting spreekt je het meest aan?
7. Als Leon net is aangesteld als conciërge kijkt hij vanaf zijn werkplek naar het sleutelkastje met tientallen haakjes en ‘overschouwde de gelijkenis van deze sleutelkast met zijn toekomst’. Hoe interpreteer je deze zin?
8. Wat gebeurt er met Leons tijdens zijn bezoek aan de Kilmainham-gevangenis in Ierland?
9. Waar komt Leons obsessie met het bouwen van een boot vandaan?
10. Waarom voelt Leon zich altijd beter als hij vertrekt bij Elsie na haar bezocht te hebben? Welke functie hebben zijn bezoeken aan haar voor hem?
11. ‘Meer dan een ander weet ik waar ik op wacht. Laat de tijd zich maar haasten’. Waar wacht Leon op?
12. Welke functie vervult de man in de boot die Leon regelmatig gadeslaat als hij op de dijk staat?
13. ‘Het doel van droomtijd is ordening’ leest Leon in een tijdschriftartikel. ‘De zin zakte als een anker in zijn hersenen’. Waarom maakt deze zin zo’n indruk op hem?
14. Leon laat zowel de liefde als zijn baan uit zijn handen glippen. Waarom?
15. Op diverse plaatsen in het boek is sprake van een vrouw met een lange nek: Elsie na haar val, Liliane, de schilderijen van Modigliani. In hoeverre zie je hierin een bepaalde symboliek of andersoortig verband?
16. Bij het laatste uitstapje met Elsie voelt Leon zich kalm en vredig: ‘Hij besefte dat dit het moment was waar zijn leven naartoe had gekabbeld’. Dat suggereert dat het nogal heftige slot onontkoombaar is. In hoeverre vond je het slot verrassend? Wat is de motivatie voor Leons daad? En in hoeverre vormt dit voor Leons leven een eindpunt?
17. Vantoortelboom vertelt zijn verhaal in korte scènes. Hoe heb je deze vertelwijze ervaren?
18. Volgens Sebastiaan Kort (NRC Handelsblad, 20 februari 2015) is de titel De man die haast had haast ironisch omdat Leon haast verafschuwt en er na de val van Elsie ‘nauwelijks nog voorwaartse energie’ in hem zit. Uiteraard is het aannemelijk dat de titel wel op Leon betrekking heeft. Welk verband leg je?