Discussievragen bij: Renate Dorrestein - Weerwater
Deze bijdrage is geschreven door Marlene Lunter
1. Renate Dorrestein voert zichzelf als personage op in Weerwater. Hoe schildert zij zichzelf af? In hoeverre wint het verhaal aan kracht of geloofwaardigheid doordat zij zelf als personage optreedt?
2. Op de eerste bladzijde vraagt de ik/verteller zich af of ze had willen weten wat er in de toekomst lag. Welk antwoord zou jij geven?
3. Wat is het belang van familiebanden in Weerwater? Kun je je erin vinden?
4. Welke beeld van Almere geeft Weerwater? In hoeverre is je blik op deze stad veranderd door de roman?
5. De ik-figuur beschrijft wat ze allemaal mist van het gewone leven. Wat zou jij missen in haar situatie?
6. Welke verschillen zie je tussen Almere na de ramp en de huidige wereld?
7. Welke rol speelt het geloof in het boek?
8. Welke betekenis hebben de Bijbelse verwijzingen?
9. Dennis, Kribbe en Renate willen geen kinderen. Welke redenen hebben ze en hoe beoordeel je die redenen?
10. Wat richt de komst van de baby aan?
11. Hoe beoordeel je de manier waarop de baby aan een gezin wordt toegewezen?
12. Wat vind je van de manier waarop Rudi met zijn zoon omgaat na Bianca’s verdwijning?
13. Een van Dorresteins stokpaardjes was de ongelijkheid tussen man en vrouw. Op welke manier komt dit thema in Weerwater aan bod?
14. Welke rol speelt seksualiteit in de roman?
15. Wat blijft er over van de morele habitus na de ramp?
16. Welke personages worden op welke manier op de proef gesteld?
17. Hoe heb je het ervaren dat het perspectief bij een groot aantal personages ligt?
18. De ik-figuur rept op zeker moment over het ‘geringe nut van fictie in tijden van nood’. Welke nut zou fictie volgens jou dan kunnen hebben?
19. Dex is de eerste 21ste-eeuwse baby van ‘wie niet ieder lachje en iedere boze bui werd gefilmd of gefotografeerd’ . Denk je dat Dex daar beter of slechter mee af is dan een ‘normaal’ 21ste/eeuws kind. In welke zin?
20. Hoe denk je over het feit dat de moeder van Dennis heeft verzwegen dat zijn vader zelfmoord heeft gepleegd?
21. De ik-verteller signaleert bij zichzelf dat ze harteloos wordt en ze vraagt zich af hoeveel gevoelens je je kunt veroorloven in de beschreven situatie. Welk antwoord zou je haar geven?
22. Wat bedoelt Aktan met ‘wie droomt, heeft de toekomst’?
23. Op welke manier gaan de personages in Weerwater met de doden om?
24. Wat doet het met de overlevenden in Almere als ze weer hoop krijgen?
25. Hoe oordeel je over het einde van de roman? Welk einde had je verwacht of gehoopt?