Jens Christian Grøndahl - Portret van een man
Deze bijdrage is geschreven door Marlene Lunter
Over het boek
Een man kijkt op drie momenten in zijn leven naar zichzelf en naar de vrouwen die een rol in zijn leven hebben gespeeld. De vrouwen houden hem een spiegel voor. Een roman over de vergankelijkheid van het leven en over de behoefte aan een rijk leven.
Discussietips
1. Welke invloed hebben de vroege dood van zijn moeder en de afwijzing van Erika op hoe de ik-figuur in het leven staat?
2. Welke rol spelen literatuur en muziek in het leven van de verteller?
3. Wat betekent de zelfmoordpoging van Adèle voor de ik-figuur?
4. Hoe zou je het huwelijk van Maria en de verteller omschrijven?
5. Waarom scheidt de ik-figuur uiteindelijk van Maria? In hoeverre heb je begrip voor hem?
6. Welke betekenis hebben Kopenhagen, Berlijn en Rome voor de ik-figuur?
7. Hoe is de relatie van de volgende personages met hun vader: de ik-figuur, Erika, Julie, Stanko?
8. Welke betekenis heeft de foto van Jessie volgens jou?
9. Als adolescent wendt de verteller zich tot Marx en Jimi Hendrix, daarna tot Brahms en Rilke. Wat zoekt en vindt hij bij hen?
10. Hoe staat de moeder van de verteller tegenover haar naderende dood?
11. De moeder vraagt zich af waarom de kindertijd zo belangrijk is. Wat is jouw antwoord?
12. Waarom verzwijgt de ik-figuur de ziekte van zijn moeder en zijn relatie met Erika voor Gudrun?
13. Kirsten vindt het geen probleem dat haar vader Mona meteen na hun moeders dood in huis haalt. De ik-figuur kan het niet verkroppen. Op wiens hand ben jij?
14. Hoe zou Erika haar relatie met de ik-figuur omschrijven?
15. Welke betekenis hebben Stanko en zijn moeder Ivana voor de ik-figuur?
16. Wat betekent het leraarschap voor de ik-figuur?
17. De verteller is erg positief over de invloed van school op iemands leven. In hoeverre ben je het met hem eens?
18. Jessie lijkt de ik-figuur uit te nodigen tot seksuele intimiteit. Waarom gaat hij daar niet op in?
19. Op welke manier vormen de verschillende vrouwen de ik-figuur? Lisbeth, Gudrun, Erika, Adèle, Ivana, Benedicte, Maria, Julie en Jessie?
20. In hoeverre beschouw je de ik-figuur als een eenzame man?
21. In het eerste deel reist de verteller met de trein, in het tweede fietst hij en in het derde gaat hij te voet. Wat symboliseert dat volgens jou?
22. Vind je Portret van een man een pessimistisch of een optimistisch boek? Wat bepaalt je mening?
