Maggie O'Farrell - Het huwelijksportret
Deze bijdrage is geschreven door Inge Drewes
Over het boek
Het huwelijksportret is een roman gebaseerd op historische feiten, die zich afspeelt in de zestiende eeuw in Italië.
Lucrezia, vrijgevochten derde dochter van de groothertog di Cosimo de’ Medici, wordt als ze vijftien is uitgehuwelijkt aan Alfonso II d’Este, de vijfde hertog van Ferrara. Haar prettige leven in het palazzo van haar vader wordt ingeruild voor een eenzaam hofleven met strakke regels, waarin ze maar één taak heeft: het voortbrengen van een kind, de nieuwe erfgenaam.
Lucrezia doet haar best zich aan te passen aan de regels van het hof en van haar huwelijkspartner, maar is haar leven steeds minder zeker.
Over de auteur
Maggie O’Farrell (1972) groeide op in Wales en Schotland. Ze werkte als journalist maar legt zich nu volledig toe op schrijven. Ze vormt een gezin met schrijver William Sutcliffe en woont in Edinburgh.
Het huwelijksportret is haar achtste roman. Daarnaast schreef ze een non-fictieboek over bijna doodervaringen en twee kinderboeken. Met haar – eveneens op historische feiten gebaseerde – roman Hamnet, over het leven van de zoon van William Shakespeare, won ze de Woman’s Prize for Fiction 2020. Met eerdere romans won ze onder meer de Somerset Maugham Award en de Costa Novel Award.
De website van Maggie O’Farrell
YouTube
Maggie O'Farrell vertelt over The Marriage Portrait (circa 8 minuten).
Discussietips
1. Hoe zou je de persoonlijkheid van Lucrezia beschrijven? Wat zijn haar sterke kanten en wat zijn haar zwakke kanten? Vind je haar gedrag passen bij een vijftien-/zestienjarige?
2. In het hoofdstuk ‘De eerste tijger in Toscane’ (pag. 23 e.v.) gaat het over de tijger die Lucrezia’s vader in de kelder van zijn palazzo had. Waarom heeft de schrijfster dit verhaal opgenomen, wat is de functie van deze ontmoeting tussen mens en dier? En wat zegt dit verhaal over het leven van Lucrezia aan het hof?
3. Alfonso lijkt een man te zijn met twee gezichten. Wat zijn zijn goede eigenschappen, wanneer komen die naar voren, en wanneer komt zijn slechte kant naar boven?
4. Lucrezia komt veel mensen tegen die het niet goed met haar voor hebben. Welke personen ziet ze wél als bondgenoten, en waarom? En maken deze personen haar verwachtingen waar?
5. Wat vind je van de twee zusters van Alfonso, Elisabetta en Nunciata? Wat vervullen zij voor rol in het verhaal? En wat is hun onderlinge verhouding? Waarom trekt Lucrezia het meest naar Elisabetta?
6. Hoe kijkt Lucrezia terug op haar jeugd, haar vader en moeder en haar zussen en broers? Wat vind je van de wijze waarop ze met elkaar omgaan?
7. Lucrezia brengt veel tijd door met schilderen. Een citaat: ‘Ze gaat volkomen op in haar werk, ze is haar werk, het geeft haar meer voldoening dan alles wat ze kent, het is net of het schilderen intuïtief haar verlangen aanvult en de leegte in haar binnenste vult.’ (p. 259). Wat betekent het schilderen voor haar? En wat levert het haar op, welke leegten worden gevuld?
8. Een vraag over de schrijfstijl en het taalgebruik. Met nog een citaat: ‘Ze zinderde, ze knetterde, ze ziedde vol vlammenpracht, haar kop verbluffend en van een helse symmetrie’ (p. 51).
De recensent van The Guardian vond de schrijfstijl van Het huwelijksportret veel te barok, het kon allemaal wel een slagje minder uitgebreid. Hoe ervaar jij de schrijfstijl en het taalgebruik? Zou het ook zonder de barokke stijl hebben gekund?
9. Het verhaal is geschreven in de tegenwoordige tijd. Dat is niet zo gebruikelijk bij historische romans, maar de schrijfster heeft dit bewust zo gedaan. Wat voor effect heeft dit op het verhaal en op je ervaring van het verhaal?
10. De positie van vrouwen aan het hof in de zestiende eeuw is duidelijk ondergeschikt aan die van mannen. ‘Hoe kan een man verwachten voldoende gezag te hebben in het gebied dat hij bestuurt als hij zijn vrouwen niet eens de baas kan?’ (p. 240). Kun je nog meer voorbeelden geven waarin dat naar voren komt? En is dat vergelijkbaar met de koningshuizen in onze tijd?
11. In de roman wordt steeds gewisseld in de tijd, elk hoofdstuk heeft zijn eigen tijdsaanduiding. Hoe ervaar je deze sprongen in de tijd? Waarom zou de schrijfster voor deze opzet gekozen hebben?
12. Lucrezia moet regelmatig poseren voor het huwelijksportret dat de beroemde schilder Il Bastiano van haar schildert. (Dit portret is overigens nooit teruggevonden). Volgens onderzoeker Jessica O’Leary op de website The Conversation heeft O’Farrell de titel waarschijnlijk ontleend aan het hier afgebeelde portret van Lucrezia, in 1560 geschilderd door Alessandro Allori.
Wat valt je zoal op aan het portret? Komt het overeen met het beeld zoals Lucrezia in het verhaal naar voren komt, of had je als lezer een heel ander beeld van haar?
13. Lucrezia kiest ervoor haar dood op te zoeken in plaats van af te wachten tot ze in het paleis gedood zal worden. Wat vind je van deze keuze, is het een realistisch einde? En denk je dat ze misschien wél had kunnen overleven als ze zich anders had gedragen aan het hof?
Achtergronden
1. YouTube: Een uitgebreid vraaggesprek (44 minuten) van Ron Charles (journalist van de Washington Post) met de schrijfster over The marriage portrait en de thema’s daarin op het kanaal van boekhandel Politics and Prose.
2. De roman is losjes gebaseerd op het gedicht ‘My Last Duchess’ van Robert Browning, waarvan de beginregels als motto in het boek vermeld staan. Zie voor het volledige gedicht bijvoorbeeld de site van de Poetry Foundation. Schrijver en vertaler Peter Verstegen heeft het gedicht in het Nederlands vertaald onder de titel ‘Mijn laatste hertogin’.
3. Recensies op Hebban van Het huwelijksportret.