Richard Osinga - Munt
Deze bijdrage is geschreven door de redactie van Boekenpost, tijdschrift voor lezers en leesclubs
Over het boek
De vondst van een oude munt in Congo brengt de levens van de drie hoofdpersonen in de roman, die ieder op hun eigen manier dromen van een beter leven, in beweging. Maar de gevolgen van de vondst zijn voor allen ingrijpend.
Munt is de zevende roman van Richard Osinga. Deze werd genomineerd voor de Boekenbon Literatuurprijs 2023 en in Vlaanderen voor de Boon 2024.
Over de auteur
Richard Osinga (Haarlem, 1971) wist op de middelbare school niet wat hij wilde worden. Hij begon aan een studie economie omdat hij dacht dat dat alle opties openhield. Maar na een jaar vond hij dat toch wel erg beperkt en switchte hij naar algemene letteren. ‘Dat was een snoepdoos, je kon zelf een pakket samenstellen: kunstgeschiedenisvakken, Nederlands, Franse literatuur.’ Zijn focus lag op Franse literatuur. Arabisch koos hij als bijvak en hij studeerde een tijd in Marokko. Hij studeerde af op Tahar Ben Jelloun, een Franstalige Marokkaanse schrijver.
Na zijn studie werkte hij voor Buitenlandse Zaken als diplomaat in Algerije en Senegal. Voor de geboorte van zijn eerste dochter, hij heeft er inmiddels vier, vestigde hij zich in 1998 met zijn vrouw weer in Nederland. Vanuit Amersfoort werkte hij nog een tijd in Berlijn waar hij een eigen bedrijf had, Trisopo, dat via een reisapp persoonlijk advies gaf. Na als zorgondernemer gewerkt te hebben, werkt hij nu bij een psychologisch adviesbureau als productmanager. In 2003 debuteerde hij met Bor in Afrika.
YouTube
Interview met Richard Osinga over Munt in de bibliotheek Brugge (circa 27 minuten).
Discussietips
1. Ieder deel van de roman begint met een proloog rond de god Komba. Hoe verbind je deze met de rest van het boek?
2. Xiao Wei ‘verlangt ernaar de munt te bezitten zonder te begrijpen waarom’ (p. 10). Wat veroorzaakt dat verlangen?
3. Bij het spel go dat Xiao Wei en Yu Tong-ren spelen, gaat het erom ver vooruit te kijken en te voorzien wat de ander van plan is. Hoe zie je dat terug in hun relatie? In hoeverre toont Yu zich een vriend?
4. Osinga wilde van de roman onder andere ‘een puzzel met de tijd’ maken en de lezer ook laten puzzelen. Op welke manieren komt de omgang met de tijd terug in het verhaal en in de constructie van de roman? In hoeverre werd je als lezer op het verkeerde been gezet?
5. Plamedi’s grootste wens is om in Brussel te gaan studeren. Hoe denkt hij er aan het einde over?
6. Wat hebben Plamedi, Xiao Wei en Eva gemeenschappelijk? Waarin verschillen ze? Bij welk personage voelde je je het meest betrokken?
7. Welk beeld heb je gekregen van de relatie tussen Eva en haar stiefdochter Felice?
8. De roman speelt voornamelijk in Congo. Welk beeld heb je gekregen van het land en van de rol van Westerse landen in de geschiedenis ervan? Hoe kijken respectievelijk Plamedi en Eva naar de expedities van westerlingen?
9. Er zijn diverse gruwelijke scènes rond het optreden van ‘De Mannen van Water’. Hoe heb je die ervaren?
10. De Efe’s nemen Plamedi op het einde op in hun midden. Hoe verklaar je dat?
11. Tot welke inzichten komen de drie hoofdpersonages? In hoeverre hebben zij eenzelfde ontwikkeling doorgemaakt?
12. Osinga schrijft vanuit het perspectief van een Chinese en een Congolese man en vanuit een Nederlandse vrouw. Een dergelijke aanpak loopt het gevaar bekritiseerd te worden als een vorm van ‘(culturele) toe-eigening’, het denken/schrijven vanuit een perspectief dat je niet kunt kennen. Wat vind je daarvan in dit geval?
13. In zijn recensie in NRC (5-5-2023) schrijft Thomas de Veen dat de verhalen ‘steeds meer doordrongen raken van hopeloosheid’. In een interview met Het Parool stelt Osinga: ‘Niet alle spiralen leiden naar de put’. Wat blijkt er volgens jou vooral uit Munt?
14. De roman is wel getypeerd als een ideeënroman en een boek over zingeving. Welke visie(s) op het bestaan herken je, wat spreekt je aan en wat niet?
Achtergronden
1. Radio: interview in het programma Opium (circa 18 minuten).
2. Podcast: aflevering van de serie Tussen de Kaften vanuit boekhandel Riemer in Amersfoort, waarin Munt uitgebreid besproken wordt (circa 53 minuten).
3. ‘Complex, ingenieus bedacht en uitstekend geschreven. Een geweldig boek’, schreef de jury van de Boekenbon Literatuurprijs over Munt in het rapport over de vijf nominaties.
4. In het tijdschrift voor lezers en leesclubs Boekenpost nr. 189 (januari/februari 2024) staat een uitgebreid dossier rond deze roman, dat een interview met Osinga bevat en een analyse van de roman.
5. Lezersrecensies op Hebban.
6. Belangrijke bron voor Osinga en een heel bekend boek over Congo is het werk van David Van Reybrouck, Congo : een geschiedenis (2010), dat bekroond werd met de AKO Literatuurprijs en de Libris Geschiedenis Prijs.
7. Richard Osinga liet zich over het wetenschappelijk onderzoek naar Bantoe-talen informeren door Koen Bostoen van de Universiteit Gent. Op de website Stemmen van Afrika vind je een artikel van hem over de samenwerking tussen taalkundigen en archeologen bij dat onderzoek.
Het personage Eva is als archeologe gespecialiseerd in palynologie (pollenanalyse). Meer informatie hierover op de site van de Palynologische Kring, onderdeel van het Koninklijk Nederlands Geologisch en Mijnbouwkunding Genootschap. Daar vind je onder andere een brochure over ‘Pollen en archeologie’.
8. Op diverse plaatsen in de roman worden regels geciteerd van de Chinese dichter Li Bai (vroeger ook wel geschreven als Li Bo en Li Po, ook wel Li T'ai Po of Li T'ai Pe). Hij leefde van 701-762 en wordt wel ‘De Onsterfelijke Dichter’ genoemd. De versregels op pagina 28, over het maanlicht voor het bed, vormen een van de meest beroemde klassieke Chinese dichtregels. Schoolkinderen kennen dat in China uit het hoofd. Er zijn relatief veel gedichten van Li Bai in het Nederlands vertaald, onder andere door W.L. Idema, samensteller van de Spiegel van de klassieke Chinese poëzie. Meer over Li Bai op Wikipedia en op Wie Was Li Po? en uitgebreider op WikiKids.
9. Sun Tzu (of Sunzi) is de legendarische auteur van The Art of War, een standaardwerk over de strategie van het oorlogvoeren, geschreven in de vijfde eeuw. Nederlandse vertalingen verschenen onder andere onder de titels De kunst van het oorlogvoeren (1994) en Winnen zonder strijd (2010).
10. Xie Taio is net als Li Bai een klassieke dichter (464-499).
11. Meilin vertelt Xiao Wei over haar colleges over de Dichters van de Zes Dynastieën.
12. Plamedi herinnnert zich een liedje van Tabu Ley Rochereau dat zijn moeder vroeger zong (p. 89). Op YouTube vind je diverse video’s met de muziek van dit nummer, getiteld ‘Mokolo Nakokufa’.
De jonge Plamedi die ontsnapt aan ‘De Mannen van Water’ hoort op een autoradio een nummer van Samba Mapangala over ‘de eeuwigheid van de bergen’ (p. 189). Dit nummer heet ‘Dunia tunapita’. Een geluidsopname met de tekst in beeld weergegeven vind je op YouTube.