Wilma Stockenström - De expeditie naar de baobab
Over het boek
´Dan met verbittering. Maar ik heb mezelf verboden om verbitterd te zijn. Dan met spot, die alles vriendelijker opneemt, die zich doorzichtig houdt en zich nergens om bekommert; en ik kan vlug weer een boomstam binnenglippen, zoals een vogel zijn nest, en in mezelf lachen. En stil zijn ook, misschien alleen maar stil zijn om naar buiten te dromen, want het zevende zintuig is de slaap.’
Zo begint de novelle De expeditie naar de baobab. De ik die hier aan het woord is, is een oude vrouw die een leven als slavin achter de rug heeft. Ze leeft nu in de holte van een baobab (apenbroodboom), ergens in de natuur, waar ze als godin wordt vereerd door de leden van een stam, die haar van geschenken voorzien.
Op haar leven, waarin ze vooral eigendom is geweest van anderen, kijkt ze terug op associatieve wijze en in zeer beeldrijke taal. Hierdoor, en door de lange zinnen en aan een stuk doorlopende tekst, is De expeditie naar de baobab een boek waar je de tijd voor moet nemen. In iets meer dan 160 pagina’s blijkt dan heel veel aan de orde te komen.
Over de auteur
Wilma Stockenström is op 7 augustus 1933 geboren in Napier, in de Zuid-Afrikaanse provincie Westkaap. Na haar studie toneelwetenschappen aan de Universiteit van Stellenbosch ging ze in 1954 in Pretoria werken als vertaler en radio-omroepster.
Haar eerste bekendheid kreeg ze als actrice: ze speelde diverse theater- en filmrollen (haar debuut was in een Afrikaanse opvoering van Een bruid in de morgen van Hugo Claus). Maar later ging ze ook zelf schrijven: eerst toneelstukken, vanaf 1970 poëzie en vanaf 1976 publiceerde ze ook proza. Ze maakte vooral naam als dichter. In Nederland verscheen in 2000 een bloemlezing uit haar poëzie onder de titel Voor de bijziende lezer. Voor haar werk ontving ze diverse literaire prijzen en haar naam werd zelfs wel eens gefluisterd in verband met de Nobelprijs.
De expeditie naar de baobab is haar bekendste prozawerk. De novelle verscheen in het Afrikaans in 1981 en werd internationaal opgepikt toen haar bekende landgenoot J.M. Coetzee een Engelse vertaling verzorgde. De Nederlandse tekst van Gerrit de Blaauw verscheen in 1985 en is nu opnieuw beschikbaar in een uitgave van Manuzio.
YouTube
Wilma Stockenström leest een gedicht uit haar bundel Hierdie mens, verschenen in 2013.
Discussietips
1. Welke voorstelling heb je je gemaakt van de ik-figuur? En van de tijd waarin het boek speelt?
2. De verteller springt heen en weer door de tijd. Hoe heb je dit ervaren? Welke ‘verhaallijn’ heb je kunnen reconstrueren? In hoeverre bracht de beknopte samenvatting in het nawoord van Hans Ester nog zaken aan het licht die je niet waren opgevallen?
3. Wat is de betekenis van de regelmatig terugkerende twee kralen die de ik-figuur heeft gevonden?
4. Welk beeld heb je gekregen van de vreemdeling? Hoe kijkt de ik-figuur terug op deze figuur?
5. Welke betekenis heeft de ivoren armband, die ze kreeg van haar derde eigenaar, voor de ik-figuur? Wat heeft deze man voor haar betekend? Waarom offert ze de armband (p. 94)?
6. ‘Op de vele paden van mijn geheugen rijzen dreigende gestalten op die elke terugblik onmogelijk maken’ (p. 9). Hoe interpreteer je deze zin in relatie tot de terugblik die het boek biedt?
7. Stockenströms taalgebruik is zeer poëtisch en beeldend, vooral in de beschrijvingen van natuurverschijnselen. Kijk nog eens naar de beschrijving van de storm (p. 33-37), hoe heb je deze passage ervaren?
8. ‘Alleen ik was een en al onwillige aandacht’ (p. 47). Waarom onwillig?
9. De herinnering aan de slavenintocht wisselt de ik-figuur af met de beschrijving van de dode hamerhaai (p. 47-51). In hoeverre zie je een relatie tussen deze zaken, met andere woorden, in hoeverre kun je de associatie verklaren?
10. Waarom geniet de ik-figuur wel van het zorgen voor de jonge kinderen van haar derde eigenaar, maar heeft ze moeite met de omgang met oudere kinderen?
11. Hoe interpreteer je de diverse verwijzingen naar water (‘ik die van water ben’) en naar een watergeest (‘mijn metgezel’)? Welke band voelt de ik met water? (Zie bijvoorbeeld p. 94).
12. Welke visie klinkt er in het boek door over religie en (bij)geloof?
13. Waarom stemt de ontdekking van de primitieve rotstekeningen de ik-figuur somber (p. 130-131, 143)?
14. Hoe interpreteer je de passage waarin de ik op een rotsplateau is en de stilte haar angst aanjaagt, waarna ze zo snel mogelijk teruggaat naar haar boom? Welke dreiging voelt ze?
15. De ik-figuur wil een confrontatie afdwingen met het bosvolk dat haar vereert en van gaven voorziet en kiest daarvoor een opvallende aanpak (p. 149-150). Waarom doet ze dat? Wat betekent het dat haar poging geen effect heeft?
16. Wie heeft het laatste geschenk, de ‘gifbeker’, voor haar neergezet? Waarom heeft de ik-figuur vrede met de dood?
17. Het verhaal is geschreven in een zeer literaire taal, terwijl het ik-personage een oude, voormalige slavin is. Is dit contrast je opgevallen, heeft het je gestoord? Waarom wel of niet?
18. ‘De taal is zo mooi dat je na lezing meteen opnieuw wilt beginnen’ schrijft Peter Swanborn in zijn recensie in de Volkskrant (16 september 2017). Hans Ester schrijft in zijn nawoord: ‘De taal waarin de vrouw haar verhaal vervat is zo prachtig dat daardoor bijna het probleem van de kloof tussen het in de kuststad gegroeide bewustzijn en de overweldigende werkelijkheid van het binnenland op de achtergrond raakt’. In hoeverre herken je je in deze uitspraken? Als je het boek zou willen herlezen, zou dat dan omwille van de taal zijn of om meer grip te krijgen op wat de ik-figuur vertelt?
Achtergronden
1. Op de site van de DBNL kun je diverse gedichten lezen van Stockenström en vind je enkele artikelen over haar werk, zowel Afrikaanstalig als Nederlandstalig.
2. Een uitgebreid (Nederlandstalig) artikel van Luc Renders over het werk van Wilma Stockenström bij de Universiteit Wenen.
3. In de Volksverhalen Almanak lees je meer over de baobab en de Afrikaanse legende die ermee verbonden is.
4. De expeditie naar de baobab op Hebban.
Binnenkort leesclubtips bij:
Karel Schoeman – Een ander land
Eerdere leesclubtips
Dave Eggers - Helden van de grens
Penelope Fitzgerald - De Engelenpoort
Marjolijn van Heemstra - En we noemen hem
Graeme Macrae Burnet - Zijn bloedige plan
Ian McEwan - Notendop
Marijke Schermer - Noodweer
Marijn Sikken - Probeer om te keren
Leïla Slimani - Een zachte hand
Zadie Smith - Swing Time
Maria Stahlie - De middelste dag van het jaar
Vrouwkje Tuinman - Afscheidstournee
Benedict Wells - Het einde van de eenzaamheid
Colson Whitehead - De ondergrondse spoorweg