Waar leg ik mijn hart - Wendela de Vos deel II: het interview
Boekbloggersklus en tevens Buddyread
Het was al weer een tijd geleden dat ik voor een boekbloggersklus koos. Dit keer samen met Nathalie van Villa Nathalie. We kozen allebei dezelfde dichtbundel en het leek ons wel leuk om er samen iets moois van te maken. Om alles wat we over dit boek willen schrijven te kunnen lezen is het handig om ook de blog op Villa Nathalie te lezen. Daar begint ons verhaal daadwerkelijk.
Verhaal op rijm
De dichtbundel Waar leg ik mijn hart werd geïntroduceerd als een verhaal in gedichten, wat zeker iets anders is dan een verhaal op rijm. Deze insteek van Wendela de Vos intrigeerde mij wel. Het gevolg is dat de gedichten ook vanuit verschillende perspectieven geschreven zijn. Dat kende ik nog niet. Nu is dat niet heel gek want ik ben echt nog een groentje, nog veel meer dan Nathalie, op gebied van poëzie. Het is natuurlijk mogelijk dat deze vorm wel vaker gekozen wordt? Als iemand een dichtbundel kent die vanuit verschillende perspectieven geschreven is, dan hoor ik dat graag.
Groentje
Dat ik een groentje ben op gebied van dichtbundels bleek ook wel uit mijn eerste ervaring met deze bundel. Ik las de gedichten maar kon er geen samenhang in ontdekken. Waar was nu dat verhaal waarvan ik gehoopt had dat het mij juist zou helpen? Ook omdat ik die perspectieven niet door had zocht ik, maar kon ik niet vinden. Metaforen in poëzie, die een gedicht juist zo mooi maken, kunnen je dan erg van de wijs brengen. Gelukkig zei Nathalie iets over de bundel en iets over de achtergrond van het verhaal. Met die wijsheid ging ik opnieuw lezen. Dat is weer een voordeel van een dichtbundel, je hebt het boekje binnen no time opnieuw gelezen. Gelukkig begreep ik nu meer van de tekst, de metaforen en de perspectieven en kregen de gedichten meer glans. Toen zag ik prachtige stukjes, strofen die me raakten en het verhaal ging leven. Toch bleven er enkele gedichten die me minder raakten en waarbij ik goed moest blijven zoeken naar de betekenis. Ook wisselden de gedichten onderling vaak van ritme, tenminste dat is zoals ik het voelde en ik vond dit niet altijd plezierig. Maar als je dan de Eerste Hulpgids Bij Gedichten van Ellen Deckwitz, Olijven moet je leren lezen, er bij houdt kom je al weer een stuk verder en begrijp je meer van poëzie. Daarover kun je lezen in de buddy-blog van Nathalie.
Wat ze zelf vertelde
Deze boekenbloggersklus werd nog mooier doordat we enkele vragen konden stellen aan Wendela de Vos zelf. Vol enthousiasme heeft ze hier antwoord op gegeven. Lees maar eens wat ze er zelf over vertelde.
Waarom nu een poëziebundel? Je hebt al heel wat watertjes doorzwommen zoals thrillers geschreven én lied- en theaterteksten. Je hebt ook al een tijdje gedichten op de planken gebracht, maar er was nog geen publicatie tot nu toe. Lag dit nu ‘op je hart’?
Wendela: Ik had daarvoor al gedichten geschreven, maar ik wilde geen bundeling van gedichten die onderling geen enkele samenhang hadden. De gedichten van Waar leg ik mijn hart zijn geïnspi-reerd op een vakantie ervaring. Ik heb ze vrij snel achter elkaar geschreven en ze bleken een mooi geheel te vormen. Het was als het ware meteen een bundel. Wel een beetje specifieke inderdaad. Ik kreeg hem daardoor niet meteen ‘onderdak’, waardoor het even duurde.
Foto: Jan ter Heide
Dit is een wat speciale vorm voor een gedichtenbundel, met als het ware twee vertellers: waar kreeg je deze inspiratie vandaan?
Wendela: Het deed zich gewoon zo voor. Misschien is het mijn theaterachtergrond waardoor ik in personages dacht. Het had ook een beetje met de opbouw van het verhaal te maken. Eerst was er het verhaal van de vrouw, vooral geïnspireerd door de geschiedenis van de Tilsandede Kirke in Denemarken, toen kwamen de dialogen. Daarna vond ik dat ik de man in het verhaal ook een stem moest geven, voor het evenwicht.
Ben je je bewust van de verschillen stijlen van je gedichten, de verschillende 'melodieën' en heb je dit misschien wel bewust gedaan? Is dit mogelijk het gevolg van de twee perspectieven die je erin verwerkt?
Wendela: Ik ben me er wel van bewust, maar ik heb het niet bewust zo geschreven. Het diende zich zo aan. De geschiedenis van de Tilsandede Kirke was voor mij een metafoor voor de moeite die een mens altijd moet doen om bij geloof te komen. Geloof in een god, maar ook in de liefde, in jezelf, in het leven. Denkend vanuit de vrouw, die steeds weer de ingang van haar kerk ziet versperd door het zand, kwamen de liedachtige teksten, de smeekbeden. (Die wij eigenlijk allemaal, met of zonder religie, ook hebben). De dialogen komen uit het theater. De proza-achtige stukken komen dicht bij literaire fictie. Zo komen alle stijlen uit mijn schrijf ervaring bij elkaar. Voor mij is het een organisch geheel, met het verhaal als hoofdlijn.
Zal je altijd de invloed van lied- en theaterteksten in je gedichten (blijven) herkennen? Hoe zie je dat zelf?
Wendela: Ik hoop het. Deze vorm(en) zijn heel erg van mij. Voor mij is poëzie een ruim begrip, songteksten zijn vaak gewoon poëzie, Shakespeare is poëtisch. Als ik mijn stijl moet benoemen zou ik het ‘hybride poëzie’ willen noemen, een mengvorm. Ik wil bovendien graag ‘verstaanbare’ gedichten schrijven, begrijpelijk, toegankelijk.
Aan sommige debutanten werd op Hebban deze vraag gesteld de voorbije week van de debutant, en mis-schien kan jij deze ook wel antwoorden: Ga je voor de 'bestseller-lijst' of voor enkele mooie recensies?
Wendela: Iedere schrijver wil natuurlijk graag mooie recensies, maar (zie ook het antwoord op de vorige vraag) als ik moet kiezen dan zonder aarzeling: ‘bestseller-lijst’. Ik hoop dat veel mensen de weg weten te vinden naar deze gedichten.
Het was weer een bijzondere ervaring om deze klus te klaren en om er tevens een buddy-read van te maken met Nathalie. Lees op de blogspot van Villa Nathalie haar ervaringen met deze dichtbundel en tevens onze poëzie ervaringen met behulp van de Eerste Hulpgids Bij Gedichten.