Boekenblogklus: Van Licht en Donker
Bij boeken voor een boekenblogklus moet je het vaak doen met een korte omschrijving. Meestal zijn er nog geen recensies en is het lezen dus een grote verrassing en ontdekkingstocht. Tot nu toe ging het maar één keer mis. Eén boek wat tegenviel helaas. Tijd voor een herkansing.
Nu koos ik voor Donker en licht, een bundel met, ik zal het columns noemen, over film en cinema. Uitgebracht ter ere van het jubileum van een bioscoop Cinecitta in Tilburg. 100 jaar geleden draaide daar de eerste film (1916-2016).
We gaan naar de bioscoop, we dompelen ons onder in het licht en donker en we weten, hopen, verwachten, verlangen, geloven dat wat we zien ons (even) optilt uit de werkelijkheid, of op zijn minst (even) verplaatst in die werkelijkheid. blz 25
Het boek is mooi uitgevoerd. De cover is is van een film uit 1966 Blow up, die ook een aantal keer in het boek wordt genoemd. In het midden van het boek zijn nog een aantal pagina’s opgenomen met foto’s van film scènes. Allemaal van films die ook weer terugkomen in de verhalen van de twee schijvers.
korte samenvatting
Langzaam vloeit het licht weg. Je gaat nog een keer verzitten. De belofte van het donker drukt je dieper in je stoel. Dan verschijnt het logo van de distributeur in beeld, het gaat bijna beginnen. Het geroezemoes om je heen verstomt. Iedereen is in stille afwachting. Je strekt je benen, je recht je rug, je wrijft nog een keer goed in je ogen. De begintitels verschijnen. Muziek. Laat de magie maar komen.
In 2016 was het honderd jaar geleden dat in de grote zaal van filmhuis Cinecitta in Tilburg voor het eerst een film werd vertoond, Salambò (1914) van Domenico Gaido. A.H.J. Dautzenberg en Diederik Stapel schreven in het jubileumjaar van het filmhuis wekelijks en om beurten een betoog over cinema. Hun projecties zijn een meanderende collage van impressies en interpretaties, stukjes filmgeschiedenis en autobiografische schetsen, die getuigen van een diepe liefde voor film.
Het boek
Een boek over cinema. Je hoopt dan op verhalen over films met enige humor of ironie geschreven.
De verhalen zijn afwisselend geschreven door AHJ Dautzenberg en Diederik Stapel (is dat niet die? Ja, dat is hem), waar de een stopt, pakt de ander het weer op.
In een bundel is het altijd afwachten wat er komt. Niet alles kan even leuk zijn, maar dat het nu grotendeels redelijk saaie opsommingen en omschrijvingen van films en scenes waren, veelal zonder humor, dat had ik ik niet voorzien.
Is het dan wel de moeite om te lezen? Ja, toch wel. Gelukkig is niet alles even saai. Er worden bekende films besproken en minder bekende films. Bij bekende films is het leuk omdat het herkenbaar is, bij onbekende films is het een beetje raden waar het omgaat. Zolang de balans nog redelijk in evenwicht is, is het wel te doen.
Het is een open deur, een dooddoener zelfs, maar... Film is fictie. Sommige films gaan misschien wel over de werkelijkheid, maar ze zijn die werkelijkheid niet. Licht en donker op een wit doek, rode stoelen, popcorn op de vloer, dat is de werkelijkheid van de film! blz 47
Onderwerpen die voorbij komen zijn o.a Muzes, spanning, animatie, Duitse films, nasynchronisatie, buddy’s, blockbusters, diversiteit, filmhuis, politiek. Kortom de heren hebben in een jaar wel alle aspecten van de film besproken. Leuk vond ik het deel over Ellen Degeneres, haar bijdrage aan Nemo een haar lobby voor de vervolgfilm Dory. Ook de toekomstvisie van de Back to the future films en de werkelijke uitkomst ervan was leuk. Dan is het jammer dat het maar een kort stukje over is geschreven.
Onderdelen als politiek, of (voor mij dan) totaal onbekende films en regisseurs konden me een stuk minder boeien. Helaas kwamen die toch wel vaak voor.
Ook literatuur komt aan bod, met name het verschil tussen lezen en zien. Dautzenberg heeft een beschouwing aan de hand van regisseur Tarkowski, die film als ultieme kunstvorm boven letteren verkiest. Op zich best een aardig stukje, maar wat mij het meeste raakte was een quote van die Tarkovski. Zo'n quote geeft me dan weer een hoop plezier.
Als duizend mensen hetzelfde boek lezen, ontstaan er duizend verschillende boeken.
En dan ineens is er ook nog iets wat nuttig en leerzaam is. Zo blijkt een bepaald type film Mozaïek film te heten, met veel scènes, veel personen en veel onduidelijkheid wat totaal niet met elkaar in verband lijkt te staan en dan toch een verbindende factor hebben, wat pas op het einde blijkt. Laat ik nu net een ander boek aan het lezen zijn met de zelfde onbegrijpelijke opbouw. (Nu het beestje een naam heeft is er al een stukje ergernis weg, maar het blijft een vreemd boek.)
Conclusie
Een onderhoudend boek, zeker voor een lezer met een grote kennis van films, zowel nieuw als oud. De schrijvers weten interessante feiten neer te pennen, maar de wijze waarop had wat smeuïger mogen zijn. Het feit dat een van de schrijvers een wetenschapper is verklaard wat dat betreft een hoop.
Het heeft me een paar filmtips opgeleverd, maar vaker een hoop informatie die niet is blijven hangen.