Grafisch versus Gewoon: Windhaven
Toen ze een jaar of twintig waren besloten newbie writers (ze zeiden naar eigen zeggen zelf ‘neo-pros’) George R.R. Martin en Lisa Tuttle samen een verhaal te schrijven. Hun samenwerking resulteerde in 1974 in de novelle The Storms of Windhaven. Een paar jaar later volgde een tweede novelle. In 1981 werden de verhalen gebundeld in het boek Windhaven. Ze werden aangevuld met een speciaal hiervoor geschreven derde novelle en een proloog en epiloog. Windhaven (dat Martins tweede boek was en Tuttles debuut) werd talloze keren herdrukt en werd in diverse talen vertaald. De nieuwste editie is een graphic novel waarvoor Tuttle zelf de tekst bewerkte en die door Elsa Charretier en Lauren Affe van beelden en kleuren werd voorzien. Merel en Kim lazen beeldverhaal en boek en vergeleken ze met elkaar. Eerder kon je ook al een Oordeel over de graphic novel lezen.
Dit artikel bevat noodzakelijke spoilers over de eerste twee novelles, die de eerste delen van het boek vormen.
Windhaven
In Windhaven wordt niemand meer gerespecteerd dan de vliegers die de verraderlijke zee, de veranderende winden en de plots opkomende stormen trotseren om boodschappen over te brengen naar andere eilanden. Maris van Klein Amberly is slechts een vissersdochter, maar is net zozeer een afstammeling van de ster-zeevaarders als de vliegerfamilie die haar geadopteerd heeft. Ze wil niets liever dan vlieger worden, maar haar stiefbroertje Coll zal de vleugels van hun vader erven, hoewel hij andere dromen heeft. Maris gaat tegen de traditie in en eist dat de vleugels voortaan toegekend worden op basis van vaardigheid.
“You can’t change one note in the middle of a song. Once you make the first change, others follow. More than you can imagine.”
Maris’ overwinning heeft gevolgen die ze niet kan overzien. De uitspraak van de Vliegersraad verandert niet alleen haar leven, maar dat van alle vliegers en landblijvers. De voorheen landgebonden Een-Vleugels worden niet zonder meer geaccepteerd door de geboren vliegers. Het wordt hen moeilijk gemaakt vleugels te winnen. Als blijkt dat ze zich mengen in de politiek van de Landheren komen de gespannen verhoudingen nog meer onder druk te staan en moet Maris opnieuw vechten voor waar ze in gelooft.
“Once there where only flyers and land-bound, but you’ve confused everthing. Flying land-bound and grounded flyers… Where will it end?”
Wat lees je eerst?
Merel las het boek en de graphic novel tegelijkertijd: “Ik startte met tien bladzijden uit het boek en las vervolgens het overeenkomstige deel van de graphic novel. Het aantal bladzijde hierbij wisselde dus, omdat ik stopte zodra ik op het punt was waar ik in het boek gestopt was. Om te voorkomen dat ik de graphic novel alleen vanuit mijn ervaringen met het boek zou interpreteren (als je al uitgebreide beschrijvingen hebt gelezen, is het immers makkelijker om zelf ontbrekende informatie in te vullen en daardoor niet goed op te merken dat je iets mist in de graphic novel), heb ik dit vanaf deel twee omgedraaid: ik las dan eerst een aantal bladzijden uit de graphic novel en daarna weer de overeenkomstige bladzijden uit het boek.”
Kim had het boek al eens gelezen en herlas het voor de gelegenheid. “Zodra ik wist dat we de graphic novel mochten lezen begon ik in het boek. Helaas liet het beeldverhaal even op zich wachten, waardoor er een paar weken tussen het lezen van de verschillende versies zaten. Aanvankelijk vond ik dat jammer, maar achteraf vond ik het wel prettig omdat ik hierdoor het beeldverhaal beter op zichzelf kon beoordelen.
Ik wilde graag eerst het boek lezen om mijn herinneringen daaraan op te frissen. Omdat ik het al eens had gelezen wist ik al veel en zou ik er toch niet blanco in gaan. Ik dacht dat me beter op zou vallen wat er eventueel in het beeldverhaal ontbrak als ik het boek al gelezen had. Dat bleek inderdaad het geval te zijn. Als de informatie in een andere volgorde gegeven werd viel dat me echter vaak niet echt op omdat die details alweer weggezakt waren. Later heb ik sommige stukken opnieuw gelezen met beide boeken binnen handbereik.”
Plaats- en tijdsaanduiding
Merel: “Voorin het boek zit een kaartje waarop de eilanden van Windhaven afgebeeld zijn. Dit kaartje ontbreekt in de graphic novel, waardoor er hier niet meteen een beeld is van hoe de wereld eruit ziet. Wel geeft de graphic novel, in tegenstelling tot het boek, boven elk deel aan op welk eiland het verhaal zich afspeelt en waar dit zich bevindt (west, oost). Het voordeel is dat het meteen duidelijk is wat de locatie van het verhaal is, maar een kaartje had voor nog meer duidelijkheid gezorgd en had dus zeker toegevoegde waarde gehad.”
Kim: “De kaart van Windhaven heb ik niet gemist. Ik had het te druk met het bewonderen van de zee en de eilanden die we te zien krijgen. Sowieso heb ik niet echt iets met kaarten. Ik kijk er zelden naar tijdens het lezen en vergeet regelmatig dat een boek er een heeft. In dit geval wist ik het dus al niet meer. Ik merkte vanzelf wel hoe de belangrijkste eilanden ten opzichte van elkaar liggen. Overigens heb ik ook over de plaatsaanduidingen heen gelezen; ik heb enkel naar de naam van de eilanden gekeken, al wist ik al waar elk deel begint. Ik kan me echter voorstellen dat een kaart voor beelddenkers een meerwaarde is. Toch vind ik de kaart zoals die in het boek zit niet goed passen bij de stijl waarin het beeldverhaal getekend is. Ik zou een kaart dus wel leuk gevonden hebben, maar alleen als die wat sprankelender was geweest en dan enkel omdat ik benieuwd ben wat de kunstenaars ervan gemaakt zouden hebben.”
Merel: “Ik ben het zeker met Kim eens dat de kaart uit het boek qua stijl niet bij de graphic novel past. Er zou dan wel echt een andere kaart gemaakt moeten worden.
Naast de plaatsaanduiding wordt in de graphic novel ook boven elk deel een tijdsaanduiding gegeven en hierdoor is het meteen duidelijk dat er een sprong in de tijd gemaakt wordt en hoe oud de personages nu ongeveer zijn. In het boek is die tijdsaanduiding een stuk minder expliciet aanwezig. Vooral in deel drie is het onduidelijk hoeveel tijd er nu eigenlijk verstreken is. Op een gegeven moment wordt echter benoemd dat Maris wat rimpels heeft en dat haar haar al grijs begint te worden en dat geeft de lezer wel een indicatie van de verstreken tijd. Kortom: bij de graphic novel is de tijd meteen duidelijk, bij het boek moet je daar langzaamaan zelf achter zien te komen.”
Kim: “Mij viel ook meteen op dat in het eerste beeld van een nieuw deel helder en duidelijk aangegeven is hoeveel tijd er verstreken is. Dat vond ik een groot voordeel. In het boek is dit soms best verwarrend. Ook voor mij was het even puzzelen hoe oud Maris in het laatste deel nou eigenlijk is. Er wordt gespeeld met de tegenstelling jong-oud, maar omdat je aanvankelijk niet weet hoeveel tijd er verstreken is, is dat lastig te plaatsen. De overgang tussen de delen is zelfs even schakelen. Je hebt geen idee wanneer dit deel van het verhaal speelt. Het zou vijf jaar na de gebeurtenissen uit het tweede deel kunnen zijn, maar evengoed dertig. Meestal is het niet erg als je iets zelf geleidelijk moet ontdekken. In dit geval is het echter fijner om meteen te weten hoeveel tijd er verstreken is. Omdat je niet meteen ziet hoe de maatschappij veranderd is, had ik Maris iets jonger geschat, dus ik moest mijn beeld bijstellen. Erg verwarrend.”
Verhaallijn
Kim: “Als je weet dat de drie delen van het boek oorspronkelijk op zichzelf staande novellen waren dan verbaas je je er niet over dat het beeldverhaal hetzelfde ingedeeld is. En zelfs als je het niet weet is wel duidelijk dat dit een logische indeling is. Het zijn eigenlijk losse verhalen: de thematiek is wel hetzelfde en sommige personages komen in meerdere delen terug, maar elk deel heeft een eigen onderwerp en ook door de leeftijd van Maris zijn de delen duidelijk van elkaar gescheiden. De proloog en epiloog maken er meer een geheel van, al vind ik die laatste in beide edities even overbodig.”
Merel: “Ik wist niet dat de delen oorspronkelijke losse novellen waren! Dat verklaart voor mij wel waarom de delen voor mijn gevoel niet echt naadloos op elkaar aansluiten. De graphic novel volgt deze indeling, maar geeft niet elk deel evenveel aandacht. Er wordt in de graphic novel, in vergelijking met het boek, relatief meer bladzijden aan de proloog en aan het eerste deel besteed dan aan de overige delen. Zeker bij de proloog en bij deel één had ik het gevoel dat de graphic novel het verhaal uit het boek precies volgt.”
Kim: “Grappig dat er in de graphic novel meer pagina’s besteed worden aan het begin. Dat had ik me niet gerealiseerd omdat ik ze niet echt naast elkaar gelegd heb. Nu ik erbij stilsta realiseer ik me inderdaad dat ik eigenlijk alleen hier niets mis. De verklaring voor het zo trouw volgen van het verhaal ligt voor de hand: het eerste deel is verreweg het meest complex en is de basis voor de rest van het boek. Hier leren we Windhaven en Maris kennen. Ik vind de eerste delen ook het best, zowel in het boek als in de graphic novel, dus ik vind het alleen maar leuk.”
Merel: “Vanaf het tweede deel waren er naar mijn idee meer verschillen tussen de graphic novel en het boek. Er werden meer dingen weggelaten of ingekort. In het boek heeft Maris bijvoorbeeld een nachtmerrie over vallen. Deze nachtmerrie komt regelmatig terug en blijkt uiteindelijk ook bewaarheid te worden. In de graphic novel komt deze droom niet voor.”
Kim: “Dat was ook het eerste wat mij opviel in het tweede deel. Ik verwachtte dat dat zou beginnen met deze nachtmerrie. In plaats daarvan begint het met het gesprek over de sluiting van een van de vliegacademies. Hierdoor is wel meteen duidelijk waar het verhaal speelt en wat er aan de hand is. In het boek is dit veel minder duidelijk. Het lijkt daar aanvankelijk zelfs alsof het vlak na de Raad speelt en dat Maris daadwerkelijk valt. Dat dit weggelaten is past dus wel bij het beeldverhaal, waar veel informatie meteen gegeven wordt. Het is inderdaad wel een gemiste kans om Maris’ nachtmerrie in verband te brengen met haar val in het derde deel, al verschillen droom en werkelijkheid zo veel van elkaar dat dit voor mij nooit veel toevoegde. Zelfs in het boek wordt er daarvoor toch te weinig mee gedaan. Een ander verschil is dat we minder duidelijk zien wat de boodschappen die Maris moet overbrengen met haar doen. In de graphic novel gaat het veel meer over de ervaringen van anderen. Na een veelbelovende aanzet in het eerste deel blijft dit lange tijd onderbelicht.”
Merel: “Ook de Houtvleugelsacademie komt niet zo uitgebreid naar voren in de graphic novel als in het boek. In het boek wordt al veel sneller een beeld geschetst en dit gebeurt ook uitgebreider. Je leest hoe de school eruitziet en hoeveel leerlingen er zijn en krijgt meer informatie over hen.”
Kim: “Dat is dan weer iets wat ik niet echt gemist heb. Er had misschien wat meer gedaan kunnen worden met Maris’ angst voor het onder de grond zijn, maar verder mis ik er niet heel veel aan. Het boek heeft zo veel personages dat ik allang blij ben dat het beeldverhaal zich op de belangrijkste richt. Val en S’Rella leren we bovendien snel genoeg kennen en wat we niet lezen over Sena wordt wel weergegeven in de afbeeldingen. Alleen Vals weerzin tegen de helpers van de vliegers en vooral de reden daarvoor komt naar mijn mening iets minder goed uit de verf.
Tijdens de wedstrijden ontbreekt weliswaar net dat beetje extra informatie over de andere deelnemers en hun tegenstanders, maar dat vond ik juist een voordeel. Hierdoor kun je beter volgen hoe de belangrijkste personages het doen. Wat betreft de sfeer zie ik in het tweede deel duidelijke verschillen: in het beeldverhaal ontbreekt het gevoel van onheil dat het boek wel oproept: je weet dat het mis zal gaan en maakt je zorgen over wie de Houtvleugels uit zullen dagen.
Over het algemeen valt nauwelijks op wat er weggelaten is. Pas als je het boek en het beeldverhaal bewust vergelijkt merk je het. Het enige waar ik me verder een beetje aan stoorde was dat pas zo laat benoemd wordt dat een van Maris’ vliegervrienden ziek is. In het boek is dat wat beter opgebouwd.”
Merel: “Ik herken dat wel, dat bepaalde gebeurtenissen in het boek beter opgebouwd worden. In de graphic worden logischerwijs delen van het verhaal ingekort. Zo is er bijvoorbeeld één afbeelding om aan te kondigen dat Maris met de leerlingen gaat trainen en één om te laten zien dat het afgelopen is (Maris rust uit), terwijl in het boek de vliegtocht ook daadwerkelijk beschreven is. In de graphic novel moet je hier dus wat meer je verbeelding bij gebruiken. Het gebrek aan overgang tussen verschillende scènes, met name in deel twee van de graphic novel, maakte helaas wel dat ik soms even van de wijs werd gebracht. Zo stond Maris het ene moment nog met Val te praten en deed ze het volgende moment haar beklag over hem bij Sena. De graphic novel leek hierdoor af en toe een beetje van de hak op de tak te springen. ”
Kim: “De overgangen zijn in de graphic novel inderdaad wat abrupter. Er is minder ruimte om een nieuwe gebeurtenis goed op te bouwen. Toch zijn ze over het algemeen duidelijk. Ik struikelde over een andere overgang dan Merel. Ik vind dat de ontluikende verliefdheid van Maris in het beeldverhaal niet goed voor het eerst ter sprake wordt gebracht. Er wordt nog niet eens een hele afbeelding aan besteed. Het lijkt echt tussen twee gebeurtenissen gepropt.”
Taal
Kim: “Lisa Tuttle heeft de tekst van het boek treffend omgezet in kortere teksten (in informatiekaders en tekstballonnen) die gecomplementeerd worden door de beelden. In dit geval heeft het duidelijk meerwaarde dat een van de auteurs zelf betrokken was bij het maken van de graphic novel. Ze weet steeds precies datgene waar het om draait uit het boek te halen en ze herschikt zo nodig de volgorde van hoe iets aanvankelijk verteld werd iets om het ook in beeld logisch over te laten komen. De zinnen lijken soms rechtstreeks uit het boek te komen waardoor ze erg herkenbaar zijn. De informatie wordt kernachtiger gegeven, maar de informatieblokken boeten niet aan dromerigheid in. Er blijft iets mysterieus. Ook de humor blijft overeind. Dat is knap en het is ook wel nodig in een boek dat al zo zwaar is.
Bij het vergelijken van het boek en de graphic novel viel me overigens op dat Windhaven echt heel goed vertaald is. Voor belangrijke zinnen zijn treffende Nederlandse verwoordingen gekozen die de sfeer perfect vatten.”
Merel: Ondanks een aantal verschillen weet de graphic novel over het algemeen de essentie van het verhaal goed te vangen. Met name de conversaties worden vrij nauwkeurig in tekst gevolgd en de illustraties doen de rest. Knap hoe je door de combinatie van delen tekst en beelden toch het gevoel hebt dat je het gehele verhaal meekrijgt.
Hieronder een voorbeeld van een scène waarbij de tekst ingekort is, maar die nog steeds een goede impressie geeft van het gesprek en van hoe de binnenplaats eruit ziet.”
De binnenplaats was een en al bedrijvigheid – kinderen speelden met grote ruige honden, gevaarlijk uitziende varkens liepen overal rond en landwachten oefenden met bogen en knuppels. Tegen een van de muren stond een galg, het hout gespleten en verweerd. De kinderen vermaakten zich rond het bouwsel en gebruikten de strop als een schommel. De andere twee stroppen zwaaiden leeg en dreigend in de kille avondwind.
“Deze plaats bedrukt me,” zei Maris tegen Evan. “De landheer van Klein Amberly woont in een groot houten landhuis op een heuvel even buiten de stad. Het heeft twintig logeerkamers en een prachtige eetzaal, schitterende ramen van gekleurd glas en een vuurtoren om vliegers op te roepen – maar het heeft geen vestingmuren en geen bewakers en al helemaal geen galgen.”
“De landheer van Klein Amberly wordt door het volk gekozen,” zei Evan. “De landheer van Thayos stamt van een familie af die het eiland al sinds de dagen van de ster-zeevaarders bestuurt. En vergeet niet, Maris, dat het Oosten niet zo vredig is als het Westen. Hongersnood en oorlog zijn nooit ver verwijderd van Thayos.”
.
Personages
Merel: “De personages zijn hetzelfde in het boek als in de graphic novel. De personages in de graphic novel, waaronder Sena en S’Rella, lijken goed op de beschrijvingen uit het boek. Soms zijn er weer kleine verschillen. Zo komt Maris in de graphic novel vrij kordaat over als ze voorstelt om de vleugels te gaan stelen. Ik vind dat ze hierdoor een rebelse indruk achterlaat. In het boek verloopt dit iets anders: Barrion noemt de mogelijkheid om de vleugels te stelen en Maris komt hier even later heel voorzichtig op terug. Waar ik Maris in de graphic novel dus rebels vond overkomen, vond ik haar in het boek vooral heel wanhopig overkomen. Dat geeft net een iets ander beeld over haar beweegredenen en handelswijze.”
Kim: “De personages zijn heel treffend weergegeven. Er zijn niet echt duidelijke helden en schurken en ze zien er dan ook niet als stereotypen. Elk personage kan zowel goedheid of onschuld als kwaadaardigheid uitstralen. De oudere versies van hen zijn goed getekend. Ze zijn duidelijk anders en toch nog steeds herkenbaar.
Het fragment dat Merel beschrijft heb ik iets anders ervaren. Wellicht had ik het boek toch nog te veel in mijn hoofd en wist ik dat Maris wanhopig is, waardoor ik haar niet rebels vond lijken. In de eerdere afbeeldingen zie je ook al wel dat ze erg bang is dat ze haar vleugels nooit meer terug zal krijgen. Het had misschien inderdaad wat subtieler gemogen, maar op mij komt ze hier eigenlijk vooral over als daadkrachtig. Ze weet wat ze wil en wat de enige manier is waarop ze dat kan bereiken.”
Conclusie
Merel: “Ik blijf het knap vinden hoe een verhaal met weinig woorden toch zo goed overgebracht kan worden. De fantastische tekeningen van Elsa Charretier dragen daar zeker aan bij. Zo wordt het gevoel van de personages prachtig weergegeven, bijvoorbeeld op het moment dat Coll dan toch echt moet gaan vliegen: de ellende straalt gewoon van hem af.
De illustraties zijn over het algemeen redelijk gedetailleerd. Hierdoor bleef ik overigens ook bladeren door het boek. Ik ontdekte steeds weer nieuwe dingen op de achtergrond! Het zorgde er echt voor dat ik het gevoel had een volledig verhaal te lezen, ook al is er minder ruimte voor tekst in een graphic novel dan in een standaard boek.”
Kim: “Ik ben erg onder de indruk van de manier waarop het boek omgezet is in een beeldverhaal. Het boek wordt behoorlijk trouw nagevolgd. De meeste veranderingen hebben een duidelijk doel of zijn zo onopvallend dat je niet eens merkt dat er iets aangepast is. Je hebt het idee dat je een volwaardig verhaal leest. Zelfs de maatschappijkritiek blijft helemaal overeind. Het beeldverhaal doet zeker niet onder voor het boek. Beide zijn erg goed. Dit is grotendeels te danken aan de fantastische manier waarop Lisa Tuttle de tekst bewerkt heeft. Ook de afbeeldingen dragen er natuurlijk aan bij. Esla Charretier heeft prachtige tekeningen gemaakt en Lauren Affe heeft de perfecte kleuren gekozen om te sfeer treffend neer te zetten. Ik ben absoluut geen beelddenker, dus waarschijnlijk schat ik de beelden niet op waarde. Ik zou de graphic novel nogmaals moeten lezen en dan vooral op de afbeeldingen moeten letten, want er is genoeg te zien en in veel gevallen heb ik vast nog lang niet alles ontdekt.”
Ga jij het beeldverhaal ook lezen? Heb je het boek misschien al gelezen?