Robots: de harem van Asimov
Zoals de sultan uit Duizend-en-een-nacht vrouwen verzamelde, creëerde Isaac Asimov een harem van robots. Hij schreef zijn eerste robotverhaal toen hij amper twintig was, niet wetende dat zijn prille relatie met robots tot een ontzagwekkende oogst van 38 verhalen en 4 romans zou leiden. En dan hebben we het nog niet over al die andere pennenvruchten waar je in dossier Asimov meer over kunt lezen.
Het begon allemaal met Frankenstein…
Toen de zeventienjarige Mary Godwin met de reeds getrouwde dichter Shelley Engeland ontvluchtte, kon zij niet bevroeden wat zij allemaal teweeg zou brengen. Mary verbleef in de zomer van 1816 aan het meer van Genève met haar minnaar en andere schrijvers zoals Lord Byron. Op een avond bespraken zij de mogelijkheid om door middel van elektriciteit leven op te wekken. Er werd in die tijd veel met elektriciteit geëxperimenteerd. Zo ontdekte natuurkundige Galvani in 1780 de zogenaamde 'dierlijke' elektriciteit die bewees dat spieren reageren als je er elektriciteit doorheen jaagt. Mary beweerde dat zij hier wel eens een fantastisch verhaal over zou kunnen schrijven en hield woord.
Terwijl de eerste mevrouw Shelley zich in Engeland van het leven beroofde en daarmee de weg vrijmaakte voor een huwelijk tussen Mary en de weduwnaar, schonk Mary het leven aan Frankenstein.
In 1818 werd het boek Frankenstein gepubliceerd. Het monster van Frankenstein bestond uit aan elkaar gemaakte lichaamsdelen van lijken en werd door zijn maker verafschuwd en afgewezen met alle gevolgen van dien. Mary had een soort robot geschapen die zich tegen zijn schepper zou keren.
Als zij had kunnen tijdreizen, had ze gezien dat een zekere Isaac Asimov zich zó vreselijk aan haar toekomstige Frankenstein zou ergeren, dat hij de hele wereld wilde laten weten dat het ook anders kon. Dat leidde tot een onstuitbare serie robotverhalen.
De getergde Asimov zag in Frankenstein namelijk een nieuwe Faust die op zoek was naar kennis die voor de mens verboden was. In de negentiende eeuw was het vanzelfsprekend dat het verkeerd zou aflopen met wetenschappers die dode dingen tot leven wekten. Het scheppen van zielen was immers exclusief het domein van God en initiatieven zoals het scheppen van het monster van Frankenstein moesten zwaar bestraft worden.
Geheel in de lijn van die verwachting komen de robots in het toneelstuk Rur van Karl Capek in opstand tegen hun scheppers. Ook in sciencefiction van de jaren dertig was deze opstandigheid schering en inslag.
Asimov (1920-1992), die in de jaren dertig zelf sciencefiction begon te lezen, kreeg al snel genoeg van al die robots die hun scheppers om het leven brachten. Hij beschouwde zichzelf als een pure wetenschapper en wilde niets weten van religie. Hij voelde zich beledigd door het idee dat wetenschap per definitie gevaarlijk was en vermeden moest worden. Hij bewees dat het ook anders kon.
De robots van Asimov
Toen hij in 1940 robotverhalen ging schrijven nam hij zich dan ook voor om zijn robots nooit zo stompzinnig te laten zijn dat ze zich tegen hun schepper keren. De robots in zijn eerste verhalen zijn daarom volmaakt onschuldige wezens die alleen maar doen wat je ze opdraagt. Soms worden ze zelfs slachtoffer van mensen die lijden aan het ‘Frankenstein-complex’, zoals in het humoristische verhaal Robot AL-67 verdwaalt. De robot is in de war omdat hij zich op aarde blijkt te bevinden in plaats van op de maan. Voorbijgangers die hem zien, denken dat hij een groot gevaar vormt dat directe eliminatie behoeft. Ook in Robbie, het allereerste robotverhaal van Asimov, zien we een volstrekt onschuldige robot die de beste vriend wordt van een klein meisje.
Maar Asimov was hier niet helemaal tevreden over. Hij schreef dan wel niet over ‘bedreigende robots’, maar het tegenovergestelde, de categorie ‘ontroerende robot’, vond hij ook niet helemaal passen.
In zijn ogen was een robot namelijk niets meer dan een kunstmatige constructie die je zo veilig kon maken als je wilde. Ingebouwde alarmsystemen en processen zouden zelfs denkende robots veilig maken voor mensen. Daardoor konden ze eenvoudigweg niet bedreigend zijn en hoefden ze dus ook niet ontroerend te zijn. Het waren simpelweg fabrieksproducten. Om dit te bewerkstellingen bedacht hij de Drie Robotica Wetten die in een positronisch brein als een soort basispatroon verankerd werden. Deze robothersenen bestonden uit platina-iridium-spons en axonen die werden gevormd door de destructie en productie van positronen. Asimov had zelf geen idee hoe het werkte maar besefte dat die robots door een specialistische tak van de technologie ontworpen moesten worden. Hij noemde deze vorm van technologie ‘robotica’, een woord dat tot dan toe niet bestond, maar dat inmiddels gangbaar is in het domein van wetenschap dat zich bezighoudt met de ontwikkeling van robots. Hij gebruikte deze benaming voor het eerst in het verhaal Dronken Robot uit 1942 en hij was megatrots dat zijn verzonnen term een serieuze tak van wetenschap werd.
In hetzelfde verhaal werden ook de drie wetten van de Robotica voor het eerst geformuleerd. In navolging van Asimov ontwierpen de latere robotwetenschappers Robin Murphy en David D. Wood de Drie Wetten voor Verantwoordelijke Robotica (The Three Laws of Rensponsible Robotics), die niet eens zo veel afwijken van Asimovs bedenksels.
Na meer dan dertig jaar geen verhalen uit de bedreigende of ontroerende categorie geschreven te hebben toverde Asimov met Wees hem Indachtig in 1974 toch nog een heuse bedreigende robot uit zijn hoge hoed. De Drie Wetten verloor hij hierbij niet uit het oog. In 1976 schreef hij zelfs nog een verhaal over een zeer ontroerende robot. Het verhaal Tweehonderd Jaar Mens staat ook wel bekend onder de naam Bicentennial Man en er is een gelijknamige film van gemaakt. Hij ontving hiervoor zowel de Nebula Award als de Hugo Award. Asimov vond dat dit zijn beste robotverhalen waren, hoewel ze afwijken van zijn eerdere visie op robots. Zijn lievelingsverhaal, Bicentennial Man, breidde hij samen met Robert Silverberg uit tot een boek met de titel Positronisch Brein.
De Drie Wetten van de Robotica
De door de schrijver geformuleerde wetten vormen het hart van de meeste van zijn robotverhalen. Ze zijn zelfs het belangrijkste deel van het plot. Wanneer er problemen ontstaan met een robot is dat meestal terug te voeren op een conflict tussen de drie wetten. De robotica-expert uit het verhaal moet vervolgens ontrafelen waar het precies fout gaat en een oplossing verzinnen. De verhalen lezen daardoor als een soort mysterie en doen denken aan de detectives van Agatha Christie. Het zal je dan ook niet verbazen dat Asimov een groot fan was van deze beroemde schrijfster.
Het plot was voor Asimov het belangrijkst. De uitwerking van de karakters bleef beperkt tot wat effectief was voor het verhaal en ook romantiek speelde in zijn verhalen geen enkele rol.
De wetten baseerde hij op het gezond verstand en het idee dat je wil dat een robot net als gereedschap veilig, degelijk en betrouwbaar is.
-
Eerste Wet: een robot mag een mens geen letsel toebrengen of door niet te handelen toestaan dat een mens letsel oploopt.
-
Tweede Wet: een robot moet de bevelen uitvoeren die hem door mensen gegeven worden, behalve als die opdrachten in strijd zijn met de Eerste Wet.
-
Derde Wet: een robot moet zijn eigen bestaan beschermen, voor zover die bescherming niet in strijd is met de Eerste of Tweede Wet.
De Nulde Wet
Een robot mag de mensheid geen kwaad doen of door niet te handelen toestaan dat de mensheid schade wordt toegebracht.
Pas veel later formuleerde Asimov de Nulde Wet. Deze vindt zijn oorsprong in Robots en Imperium, zijn vierde en laatste robotroman uit 1985. In de voorafgaande drie delen lost detective Elijah Baley samen met zijn humanoïde robothulpje R. Daneel allerlei misdaden op. In de tijd waarin Robots en Imperium speelt is Baley al ruim twee eeuwen dood en in de tussentijd hebben de mensen in rap tempo de ruimte gekoloniseerd. De androïde R. Daneel en de telepatische robot R. Giskard ontdekken een moorddadig complot tegen de aarde. Het lot van alle mensen op aarde hangt van hen af, maar ze worden gehinderd door de Eerste Wet. Hierdoor kunnen ze de dader niet onschadelijk maken. R. Daneel bedenkt een oplossing en formuleert de zogenaamde Nulde Wet die voorrang heeft op de Eerste Wet.
Het conflict dat hierdoor ontstaat blijft niet zonder gevolgen en wanneer een van de robots ook nog de Nulde Wet trotseert, leidt dat tot zijn ondergang.
Een harem vol robotverhalen
Asimov schreef in 1939 Robbie, zijn eerste robotverhaal. Het verscheen in 1940 voor het eerst in het tijdschrift ‘Super Science stories’. Veel verdiende Asimov hier niet mee want dit tijdschrift betaalde zijn schrijvers minder dan een cent per woord.
Ook veel van zijn andere robotverhalen verschenen in tijdschriften zoals ‘Astounding Science Fiction’ en ‘The Magazine of Fantasy and Science Fiction’, voordat ze gebundeld werden in boeken. Naast de vertellingen over robots verschenen ook vier befaamde robotdetectiveromans.
De schrijver bleef zijn hele leven verslingerd aan het schrijven van robotverhalen, hoewel hij na zijn geliefde en bekende Bicentennial Man uit 1976 aangaf er nooit meer een te zullen maken. Hij meende dat dit de beste was dat hij ooit had geschreven en dat hij zichzelf nooit zou kunnen overtreffen. De robots zaten echter in zijn bloed en dus schreef hij nadien nog ettelijke vertelsels. Zo verscheen in 1986 Een robot droomt, waarmee hij de Locus Award van 1987 won. En in 1990 kwam zijn bundel Robot Visions uit, waarin drie recente verhalen stonden.
De hele robotserie van de schrijver beslaat uiteindelijk achtendertig verhalen en vier boeken.
De verhalen spelen zich voornamelijk af in de 21ste eeuw. De gebeurtenissen uit de robotdetectiveromans vinden plaats tussen 3200 en 3700.
De verhalenbundels
De robotverhalen zijn in Nederland in verschillende bundels uitgebracht. De boeken met alleen maar robotverhalen zijn:
- Ik, Robot uit 1966
- De Komst van de Robot uit 1969
- De Totale Robot uit 1984
In de Totale Robot staan eenendertig verhalen die Asimov schreef tussen 1940 en 1976. De negen verhalen uit Ik, Robot en de acht verhalen uit De komst van de Robot zijn hier allemaal in opgenomen. De schrijver koos ervoor ze te verdelen in diverse categorieën. Zo is er een categorie robots die niet op mensen lijken en eentje met menselijke gelijkenis. Er zijn ook ‘onbeweeglijke robots’ en ‘robots van metaal’ en er is een onderdeel ‘hoogtepunten’. Verder creëerde Asimov een apart hoofdstuk voor de verhalen over Powell en Donovan. Het deel dat over Susan Calvin gaat, is met tien verhalen de grootst van alle. Dat is geen wonder want Asimov bekende op slag verliefd te zijn geworden op zijn creatie. Susan Calvin maakte voor het eerst haar opwachting in het verhaal Leugenaar. Asimov omschrijft haar als iemand met een ‘zure bekoorlijkheid’, die mannen op hun eigen terrein verslaat en niet om gunsten vraagt. Alleen kwam ze seksueel niet aan haar trekken. ‘Maar je kunt niet alles hebben,’ zei Asimov hierover.
Als je alle verhalen wilt lezen, dan zul je naast de eenendertig verhalen uit De Totale Robot nog op zoek moeten naar de andere zeven. Deze verhalen zijn te vinden in de onderstaande boeken:
Een robot droomt (in de bundel Een robot droomt)
Cal (in de bundel Goud)
Kleine broer (in de bundel Goud)
Moeder aarde (in de bundel De rode koningin)
De laatste drie verhalen zijn niet vertaald. Ze zijn te vinden in de Engelstalige bundel Robot Visions uit 1990. Het zijn:
Het titelverhaal Robot Visions uit 1990
Too Bad uit 1989
Christmas without Rooney uit 1988
De robotromans
De romans bevatten vier boeken die hoofdzakelijk draaien om rechercheur Baley en zijn robot R. Daneel. Ze zijn apart uitgebracht onder de volgende titels:
- De Stalen holen werd geschreven in 1953 en speelt rond het jaar 3200
- De blote zon vindt plaats in dezelfde tijd als zijn voorganger en werd geschreven in 1957.
- Robots van de Dageraad werd pas in 1983 geschreven. Het verhaal speelt rond 3500
- Robot en imperium is het laatste deel uit de serie. Asimov schreef het in 1987 en de vertelling voltrekt zich twee eeuwen na de dood van de rechercheur Baley.
De romans zijn later ook gebundeld uitgegeven. De Robotmoorden bevatte de delen Stalen Holen en De Blote Zon. Alle vier de delen zijn opgenomen in de Robotromans.
De robots op het witte doek
Veel films en series zijn gebaseerd op het gedachtengoed van Asimov, zoals het concept van een positronisch brein dat je terugziet in de androïde Data van Star Trek. Daarnaast zijn meerdere films gebaseerd op zijn verhalen. Zo is het verhaal Nightfall bijvoorbeeld al twee keer verfilmd en was het boek Reisdoel: menselijk brein oorspronkelijk een door Asimov geschreven filmscript. De film verscheen onder de titel Fantastic Voyage.
Wanneer we kijken naar films die enkel gebaseerd zijn op zijn robotverhalen vallen twee bekende films op. De eerste is de film Bicentennial Man uit 1992 waarin Robin Williams de hoofdrol heeft. Deze is gebaseerd op het verhaal Tweehonderd Jaar Mens. De uit 2004 stammende actiefilm I Robot met Will Smith als rechercheur in de hoofdrol is losjes gebaseerd op meerdere robotverhalen en draagt de naam van de eerste verhalenbundel.
De allereerste filmopname van een van Asimovs robotverhalen kwam in 1962 op de Engelse televisie. Het verhaal Robot Vermist was de derde aflevering van de serie Out of this World. Deze opname bestaat nog steeds terwijl de rest van de serie onvindbaar is.
In 1964 werd De Stalen Holen gedramatiseerd voor de BBC-serie Story Parade en tussen 1965 en 1971 maakte de BBC de tv-serie Out of the Unknown, waarin in elke aflevering een verhaal van een bekende sciencefictionschrijver werd verfilmd. Van Asimov werden onder andere de verhalen Leugenaar, Logica, Succes Verzekerd en de roman De Blote Zon verfilmd en uitgezonden.
Uit 1966 is nog een Spaanse productie terug te vinden met de naam El Robot Embustero. Het is gebaseerd op het verhaal Leugenaar.
In 1988 verscheen de interactieve videoproductie Robots. Dit is een mix tussen film en detectivespel, gebaseerd op de robotromans met R. Daneel en Baley als speurders. Tijdens het kijken kon je de video pauzeren, waarna je een keuze mocht maken. Je keus zorgde ervoor dat het verhaal anders ging lopen. De dader stond niet van tevoren vast en kon in principe elk personage zijn.
Natuurlijk is er oneindig veel te vertellen over de robots en de robotboeken van Asimov. Wie meer wil weten raad ik aan zijn boeken en zijn biografie erop na te slaan.
Wist je dat er in 2009 een krater op Mars naar Asimov vernoemd is?
-Saskia-
Lees ook onze andere artikelen in het kader van Nederland leest:
Doe mee met ons leesclubcafé. Schrijfrobot Asibot doet zelf mee en schrijft verhaaltjes!