Aline van Wijnen schrijft ...
We genieten massaal van een lange, lome zomer en daar horen natuurlijk van die fijne feelgoods bij waarmee je even lekker kunt ontspannen en je in een andere wereld kunt wanen. Speciaal voor onze pagina schreef een aantal feelgood auteurs een zomerverhaal.
Vandaag is het de beurt aan Aline van Wijnen. We legden haar vijf vragen voor om haar (nog) beter te leren kennen.
Wie is Aline in 3 woorden?
Dromer, doener, doorzetter
Wat is je favoriete schrijfplek?
Lekker op bed met onze poes Jade knorrend tegen me aan opgerold en een kop thee onder handbereik.
Waar haal je je inspiratie vandaan?
Overal vandaan. Ik weet het, dit klinkt vreselijk afgezaagd, maar ik kan er echt niks anders van maken. Gebeurtenissen uit mijn eigen leven of dat van een ander, artikelen in een tijdschrift, flarden van gesprekken van medereizigers in de trein − alles kan me inspireren voor een column of verhaal. Soms weet ik niet eens meer dat ik ooit iets heb gelezen of gehoord en komt het vanzelf op het juiste moment bovendrijven. De inspiratie komt vaak wanneer je het niet verwacht. Zo zat ik laatst een thriller te lezen en een woord − één woord! − bracht me ineens op een idee voor een scène in mijn roman. Dat zijn de leukste momenten, daar word ik heel gelukkig van.
Wanneer is een boek voor jou geslaagd?
Als ik het verhaal als een film voor me zie en meeleef met de personages. Als ik zelf om mijn personages kan lachen of met ze huilen, dan weet ik dat het werkt.
Welke vraag zou je heel graag willen beantwoorden, maar is je nog nooit gesteld?
De vraag wat mij in mijn schrijfleven nog niet is overkomen en wat ik heel graag zou willen meemaken.
Ik draai nog niet zo lang mee in de boekenwereld en er zijn nog zo veel dingen waar ik van droom. Het simpelste ervan: ik zou graag iemand mijn boek zien lezen in de trein. Vanaf de dag dat mijn debuutroman Halsoverkop uitkwam bekijk ik stiekem alle covers, maar ik heb nog steeds niemand in de trein met een van mijn boeken gezien.
Een zomer met ups en downs
Door Aline van Wijnen
‘Alle medicijnen vind je in deze box, met de bijsluiters. En de kleding heb ik in setjes in de kast gelegd, twee setjes voor elke dag. En mocht je iets te kort komen...’
‘Dan weet ik hoe een wasmachine werkt. Ik heb zelf drie kinderen, weet je nog?’ zei Sanne een tikkeltje geïrriteerd. ‘Je moet nu echt op pad, anders mis je je vlucht.’
Dat is misschien geen slecht idee, dacht Iris. De vlucht missen en daardoor alsnog thuis moeten blijven. Maar Sanne trok het handvat van haar koffer al omhoog en rolde hem vastbesloten naar de gang. In haar kamer lag Daantje nietsvermoedend te slapen, nog niet wetend dat haar moeder een verrader was die haar voor een week in de steek ging laten. Voorzichtig om het meisje niet wakker te maken, gaf Iris haar een afscheidskus. Twijfelend bleef ze bij het bedje staan. Sanne mocht dan wel drie kinderen hebben, maar een kind met Downsyndroom was toch een geval apart.
‘Hé.’ Vanuit de deuropening stond Sanne naar haar te kijken. ‘Het komt allemaal wel goed. Myra, Judith en ik zijn hier maandag tot en met vrijdag om de beurt, jouw ouders komen in het weekend. En maandag ben je alweer terug. Ga nou maar en geniet van je vakantie, je hebt het verdiend.’
Lees hier het zomerverhaal van Aline van Wijnen
Op Vrijdag 20 juli hebben we weer een nieuw zomerverhaal voor je. Dan is het de beurt aan Olivia Lewis.
Heb je een zomerverhaal gemist? Hier vind je een overzicht van alle zomerverhalen terug.