Meer dan 6,0 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×

Kerstbengels - Hoofdstuk 1

op 14 december 2024 door

We zaten er al vol spanning op te wachten, maar vandaag is het eindelijk zo ver: het feuilleton Kerstbengels gaat van start! Het eerste hoofdstuk is geschreven door Denise Meijer

bc18238348ca20bbd62ad59b1e19814b.png

Denise Meijer (1992) woont samen met haar man Jelle en kat Lizzy in Culemborg. Ze is dol op alles wat met taal te maken heeft en is een ware typemachine. Ze schrijft voor Loft en voor de Verhalenfabriek. Bij beide uitgevers kwam ze binnen via een schrijfwedstrijd. Dat Denise dol is op kerst kan je wel merken: ze heeft maar liefst drie kerstverhalen op haar naam staan: Een kalkoen, een kat en een kaassoufflé (Loft 2022), Hopeloos verliefd in het kersthotel (Loft 2023) en Pak(je) van mijn hart (2024, in samenwerking met vier collega-auteurs van de Verhalenfabriek). In 2025 komt haar eerste paperback uit bij Loft.




Hoofdstuk 1 - Marloes

‘Jingle bells, jingle bells.’ Vrolijk zingend stap ik op een stoel om het volgende knutselwerkje op het raam te plakken. Oké, deze sneeuwpop heeft de ‘wortel’ op een andere plaats zitten dan gebruikelijk en het lijkt nu eerder alsof hij groot geschapen is… Maar vooruit. Misschien was deze opdracht toch iets te moeilijk voor groep één en twee, maar mijn stagiaire had het zo leuk bedacht dat ik er niets van wilde zeggen. Ik hoop alleen dat de ouders die morgen komen hierdoor niet denken dat ik een slechte juf ben…
     Nee, Marloes, spreek ik mezelf in gedachten toe. Je doet het super. En dat kerstfeest morgen komt helemaal goed.
     Heus.
     ‘Juf?’
     Ik voel een handje tegen mijn kuit, op mijn zuurstokroze panty. Daarboven draag ik mijn favoriete rokje van zwart fluweel en de belletjes op mijn kersttrui rinkelen vrolijk mee als ik omkijk.
     ‘Wat is er, Melissa?’
     ‘Je hebt zo’n mooie trui aan.’
     Ik smelt. Stiekem ben ik behoorlijk toe aan de kerstvakantie, die volgende week begint, maar zulke momenten laten me meteen verlangen naar het nieuwe jaar waarin we weer mogen beginnen.
     Ik stap behendig van de stoel af. ‘Dank je wel.’ Ik kijk een tweede keer naar Melissa’s outfit. Vandaag zou iedereen een kersttrui aandoen, maar die van Melissa ontbreekt. Zou ze daarom iets over de mijne zeggen? Ik zou met alle liefde die van mij uitdoen, ware het niet dat mijn trui bij een vijfjarige tot op de grond komt.
     ‘Mama had het berichtje niet gezien,’ zegt ze dan schoorvoetend. ‘Delano had haar telefoon in de pan gegooid.’
     Ik bijt op de binnenkant van mijn wang. Dit is natuurlijk helemaal niet grappig. Mijn collega die groep vier lesgeeft heeft haar handen vol aan Melissa’s broer, maar ik zie opeens voor me hoe hij de telefoon van hun moeder met een boogje in de pan met pastasaus kwakt en het hele gezin onder zit. En dat heeft toch iets komisch.
     In een film, dan.
     ‘Dat geeft niet,’ zeg ik troostend. ‘Weet je wat? In mijn bureau ligt nog een mooie rode strik. Zullen we die op jouw trui spelden? Dan is het ook een kersttrui.’
     Melissa’s ogen beginnen te stralen als de kerstlampjes rond het digibord en ik loop voor haar uit. Mijn ballerina’s klikken ritmisch op de vloer. Met een veiligheidsspeld maak ik de strik vast op haar zwarte trui, die er meteen van opvrolijkt.
     En?’
     ‘Het is een échte kersttrui! Dank je wel, juf,’ jubelt Melissa, die daarna weghuppelt om zich in de poppenhoek te mengen in de discussie over wie ‘de hond’ mag spelen.
     Ik kijk de klas rond. We hadden vanmorgen wat ziekmeldingen, maar de aanwezige leerlingen compenseren dat ruimschoots. Ze zijn zó uitgelaten voor het kerstfeest morgen dat ze door het lokaal stuiteren en het alsnog drukker lijkt dan op een normale schooldag.
     Voordat ik de lade weer dicht doe, valt mijn oog op mijn telefoon die oplicht. Het ding staat natuurlijk op stil, maar er komt een oproep binnen van Stefan en dat kan nog weleens belangrijk zijn.
     Zou ik nu…?
     ‘Juf Shirley?’ vraag ik. ‘Zou jij even op de klas kunnen passen?’
     Mijn stagiaire kijkt op. Het is grappig; we verschillen maar één jaar. Ik kan me nog goed herinneren hoe ik vorig jaar rond deze tijd niet kon wachten tot ik eindelijk voor mijn eigen klas mocht staan.
     ‘Natuurlijk.’ Als haar oog op de telefoon in mijn hand valt, kijkt ze even rond of er geen kleuters meeluisteren. ‘Je vriendje?’ fluistert ze.
     Ik stoot een lachje uit. Ja hoor, alsof ik tijd heb voor een relatie. Ik ben superblij dat ik nu eindelijk mijn droombaan heb, maar een eigen klas kost toch wat meer energie dan ik dacht. Vooral de decembermaand blijkt slopend. Er was niet alleen een permanente snotneuzenparade, maar ook nog de spanning van Sinterklaas in combinatie met leerlingen die ‘gewoon’ een chocoladeletter in hun schoen kregen en kinderen die wakker werden met een Nintendo Switch naast hun laars. Probeer dat maar eens uit te leggen… Het is, kort samengevat, een heftige maand geweest. Vanochtend heb ik mijn wallen dan ook keurig weggewerkt met concealer en heb ik rode lippenstift op gedaan zodat mijn vermoeidheid wat minder opvalt.
     ‘Het is mijn broer,’ zeg ik tegen Shirley met een hoofdgebaar richting mijn telefoon. ‘Ik denk dat het gaat over de kerstviering.’
     Ze knikt begrijpend en ik haast me de klas uit. Inmiddels is de oproep al naar voicemail gegaan en snel kies ik voor terugbellen.
     ‘Met Stefan,’ klinkt de stem van mijn halfbroer in mijn oor. Nou ja, het is nauwelijks een stem te noemen. Hij klinkt alsof hij net kilometers door de sneeuw heeft geploegd met de grootste kerstboom die er bestaat. ‘Ik heb slecht nieuws.’
     Nee.
     Nee, nee, néé!
     ‘Je belt toch niet om af te zeggen?’ De warmte stijgt op uit mijn kersttrui en ik voel vlekken in mijn nek ontstaan.
     ‘Ik ben echt zo ziek als een hond,’ zegt Stefan en ik kan niet anders dan hem geloven. Alleen al door zijn stem kan ik me inbeelden hoe hij er nu uit moet zien.
     ‘Gaat het een beetje?’
     ‘Nou…’ Stefan steunt. ‘Ik heb het echt flink te pakken.’
     ‘Buikgriep?’ gok ik.
     ‘Hoe weet je dat?’
     ‘Het halve dorp is ziek,’ leg ik uit. ‘Elke klas heeft meerdere ziekmeldingen. Het heerst.’ Ik zucht.
     ‘Misschien kan het feest morgen dan beter niet doorgaan? Als er al meerdere zieken zijn?’ Ik voel direct paniek ontstaan. Ik heb gezegd dat ik zou zorgen voor een spectaculair einde van de kerstviering met gitaarspel én zang en ik kan in mijn eerste jaar op deze dorpsschool natuurlijk niet het hele feest verpesten omdat mijn broer ziek is. Daar hebben ze het dan nog jaren over.
     Help!
     ‘Natuurlijk gaat het wel door,’ zeg ik zo zelfverzekerd mogelijk. ‘We vinden er wel iets op.’
     Alsof er een sneltrein door mijn brein raast ga ik de mogelijkheden na. Ik zou zelf kunnen zingen, maar dat is niet mijn sterkste punt. Bovendien kan ik absoluut niet gitaarspelen. Het zou beter zijn als Stefan een week van tevoren had afgezegd, en niet één dag. Wie kan er in hemelsnaam morgen komen opdraven om voor honderd leerlingen kerstliedjes te zingen onder begeleiding van een gitaar?
     De geluiden aan de andere kant van de lijn, afkomstig uit Stefans maag, zorgen ervoor dat ik mijn telefoon een stukje van me afhoud. ‘Geloof me, het komt goed,’ zegt Stefan dan. ‘Ik weet de perfecte kandidaat. Je kunt dit, Marloes. Je bent een geboren juf. Laat je niet uit het veld slaan. Ik weet dat het nu lijkt alsof de boel in het water valt, maar het komt vast allemaal goed.’
     Mijn mondhoeken krullen omhoog na zijn bemoedigende woorden. Stefan, de sociaal werker die in het weekend in een band speelt, heeft inderdaad een groot netwerk van muzikanten om zich heen, stel ik mezelf gerust. Hij heeft gelijk. Alles komt goed, dat moet gewoon.
     Dan klinkt er een gil uit mijn lokaal, gevolgd door de woorden ‘hij beet mij!’.
     ‘Ik hoop dat je gelijk hebt. En beterschap, natuurlijk,’ zeg ik nog snel voordat ik ophang.
     In de klas tref ik Melissa in de poppenhoek, met naast haar Olaf op handen en knieën met zijn tanden in haar broekspijp.
     ‘Juf, hij beet in mijn been!’ jammert Melissa.
     ‘Ik ben de hond!’ werpt Olaf tegen.
     Ik schud mijn hoofd en werp een blik op Shirley, die haar handen verontschuldigend in de lucht steekt. ‘Ik lette echt goed op,’ zegt ze.
     Ik geloof haar. Shirley doet al veel goed, maar je moet echt constant je aandacht bij deze groep houden. Ik bedenk dat ik tegen haar moet zeggen dat ze morgen tijdens het kerstdiner extra goed moet opletten – we willen niet dat er messengevechten of zoiets ontstaan – en kniel dan naast Melissa neer.
     ‘Heb je een pleister nodig?’ vraag ik sussend.
     Gelukkig blijkt de schade beperkt tot slechts wat speeksel op haar broek, maar als ik me omdraai dient het volgende incident zich alweer aan. Gelukkig gaat Shirley er direct op af.
     Ik sluit mijn ogen en adem diep in.
     Nog maar één dag tot de kerstvakantie en ik heb alles onder controle, zeg ik in gedachten tegen mezelf. Mijn vertrouwen dat Stefan een goede vervanger regelt begint te wankelen. Hopelijk is het wel iemand die van kinderen houdt…
     Maar dat zal toch wel?
     Wie houdt er nu niet van deze kerstengeltjes?

2e239ecad6fe0f2dbc83fa03e2b9510d.png

Natuurlijk willen jullie weten hoe het verder gaat. Gelukkig hoeven we daar niet lang op te wachten want morgen geeft Denise de pen door aan Jacodine van de Velde. Wij kijken er in ieder geval naar uit. Jullie ook?


Reacties op: Kerstbengels - Hoofdstuk 1

Meer informatie

Gerelateerd

Over

Denise Meijer

Denise Meijer

Denise Meijer (1992) woont samen met haar man Jelle en kat Lizzy in Culemborg. Z...