Meer dan 6,0 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×

Kerstbengels - Hoofdstuk 3

op 16 december 2024 door

4e4d84a1d8194e479b2623b38c0cdfba.png



Wendy de Liefde
(1987) is auteur bij Dutch Venture Publishing. Ze debuteerde met Een streepje tegen, dat door de jury van de Indie Awards genomineerd werd voor de titel 'Beste Boek 2021'. Haar tweede werk, Ho-ho-hopeloos verliefd, belandde snel na de release in de Hebban Feelgood-top 3 en dit jaar bracht ze verhalenbunden Om te (sei)zoenen uit. Wendy is single moeder van Lucy (voer voor boek 4?) en is net zo trots op haar eerstgeborene, poes Mees.





Hoofdstuk 3 - Marloes

Als ik die ochtend mijn rode omafiets in de stalling parkeer en met mijn tas achter mijn bloemenkrat blijf hangen waardoor mijn tweewieler half tegen de vlakte gaat, voel ik de tranen opnieuw branden in mijn ogen. Ook dat nog. Het is nota bene De Dag en het huilen staat me, net als gisteravond, nader dan het lachen. Hooguit drie uurtjes slaap helpt dan natuurlijk ook niet, maar waarom nu? Waarom moest Stefan nú ziek worden? En waarom wordt precies Jake, de man die mij vroeger maar al te graag het leven zuur maakte, voor mijn voeten geworpen als vervanger? Ik kan er met mijn kerstmuts niet bij. Vooral niet bij de warme gloed die door mijn lijf trok toen ik gisteren voor het eerst in tijden weer zo dicht bij hem stond. Ik heb er amper van kunnen slapen.
     Shit! Het lukt me maar net om een grote plas te ontwijken. Dat scheelde niet veel. Mijn laarzen kunnen me gestolen worden, maar de rode galajurk die ik in een zwarte kledingzak heb meegenomen, is me meer waard. De jurk is een geschenk van mijn inmiddels overleden oma, en daarom ben ik er extra zuinig op.
     Meestal, dan.
     Ik adem een keer diep in en uit en vervolg dan mijn weg naar de hoofdingang van de school. Hou je koppie erbij, spreek ik mezelf streng toe, terwijl mijn gedachten weer afdwalen naar mijn bezoek aan de bar gisterenavond. De bar met daarachter Jake, die vroeger al het bloed onder mijn nagels vandaan haalde. Die mijn veters aan elkaar reeg als ik het niet door had, met fikse schaafwonden als gevolg. Die vaak genoeg aan mijn vlechten trok en daar de grootste lol in had. Die mijn zelfgemaakte armbandjes waar ik zo trots op was op Koninginnedag verkocht. Die me een keer met mijn gloednieuwe Barbie-jurk en al in een plas duwde. Oké, daar had hij onder lichte dwang van zijn vader nog wel zijn excuses voor aangeboden, maar oprecht voelden die allesbehalve. Stefan gooide het jaren later overigens allemaal op ‘meisjes plagen, kusjes vragen’ en ‘dat is wat kinderen doen’, maar voor mij was het toen al kraakhelder: Jake en ik komen van een andere planeet.
     Maar wat had die vreemde blik in zijn ogen dan te betekenen?
     Het leek wel alsof ik gisteren tegenover Jakes tweelingbroer stond. Zijn verwarrende communicatie bracht me behoorlijk van mijn stuk. Hij vuurde uit gewoonte sneer na sneer op me af, maar zijn woorden strookten niet met zijn lichaamstaal. Het leek eerder op een versierpoging dan een manier om me zo snel mogelijk de bar weer uit te werken. Zijn ogen – waren die eigenlijk altijd zo sprekend? – doorboorden de mijne bijna tijdens ons gesprek en dwaalden meer dan eens af naar de knoopjes van mijn witte bloesje. Vonden daarna mijn blik weer. En scanden me zelfs van top tot teen. Schaamteloos, alsof hij mijn toestemming daarvoor al uit mijn lichaamstaal opmaakte. Was dat zo? Niet bewust, in elk geval. Of deed ik net zo hard mee? Viel mijn gestuntel met woorden zo op? En natuurlijk, van alle stress barstte ik óók nog in tranen uit. Ik schaamde me kapot. Zeker tegenover Jake, die er zelf overduidelijk net zo ongemakkelijk van werd. Ik wist niet hoe snel ik mijn nummer op dat bierviltje moest pennen; ik wilde alleen nog maar naar huis.
     Het gebied onder mijn navel reageert direct weer bij de gedachte aan de appetijtelijke verschijning die me gisteren maar bleef aanstaren. Aan de goedgevormde bilpartij in die jeans toen Jake thee voor me zette. Toen hij even niet keek, probeerde ik de plots opkomende wilde gedachten weer van me af te schudden, maar tevergeefs: door de aanblik van zijn mannelijke torso onder dat strakke, witte shirt en de zwarte stoppels die me leken te roepen vanachter die V-hals, was ik al snel weer verloren.

Even na half acht stap ik de nog uitgestorven lerarenkamer binnen om wat spullen te dumpen. Er ontsnapt me een gaap. Ik heb gisteren, voor ik van alle spanning brak, moeten praten als Brugman om Jake vanmiddag hier te krijgen. Of dat is gelukt weet ik pas over een paar uur, want ik verwacht geen appjes meer. Het maakt me onrustig, want nóg een vervanger vinden is op deze korte termijn een onmogelijke missie. Maar misschien weet ik me nog wel meer geen houding te geven omdat alles in me schreeuwt dat ik Jake weer wil zien.
     Ik ben nog geen twee minuten in mijn eigen klas of Tina, onze schooldirectrice, stormt met een rood hoofd binnen. Haar wallen doen niet onder voor de mijne deze ochtend. Lang leve mijn concealer. ‘Hé, Marloes! Och, meis, wat fijn dat je er al bent.’
      ‘Ja, ik kon niet meer slapen, dus ik dacht…’
     Maar Tina laat me niet uitpraten. ‘Er is vannacht een stroomstoring geweest, waarschijnlijk door het onweer,’ zegt ze hijgend, een dansende krul uit haar gezicht duwend. Ik bied de directrice op leeftijd mijn bureaustoel aan, maar ze bedankt en dus ga ik zelf zitten, mijn mok direct aan mijn lippen zettend. Eindelijk, koffie.
      ‘Rond een uurtje of twee hoorde ik plots het brandalarm in de school afgaan, net als een paar maanden terug, weet je nog?’ Tina is kinderloos, maar heeft het scherpe oerinstinct van een kakelverse moeder. Opeens zie ik helemaal voor me hoe Tina, in haar badjas en sloffen gesprongen en met haar krulspelden nog in haar asblonde coupe gedraaid, nerveus over straat moet zijn gerend.
     Ik trek mijn wenkbrauwen op. ‘Dat meen je!’
      ‘Ja, ik was in alle staten, want zonder stroom geen kerstfeest! Momentje.’ De lok irriteert haar overduidelijk enorm en ze pauzeert even om bij de wasbak in de hoek van de klas haar kapsel te fatsoeneren.
     Ik slik. Zover had ik nog niet doorgedacht. Plots krijg ik het Spaans benauwd. Eerst Stefan ziek. Dan belt mijn collega Jessica – aangewezen hoofdverantwoordelijke voor het gereedmaken van de aula voor het kerstspel – af vanwege migraine. En dan ook nog eens geen stroom? Dit kerstfeest lijkt gedoemd te mislukken.
     Direct spreek ik mezelf streng toe. Nee, deze weg slaan we niet in. De muziek is hopelijk geregeld en ik bombardeer mezelf wel tot Chef Opbouw voor het optreden straks. Niks aan de hand. Hup, kin omhoog en borst vooruit. Dit is mijn moment om te schitteren – en dat ga ik pakken ook!
      ‘Nou goed, toen ik hier aankwam was de elektriciteit weer terug,’ vervolgt Tina als ze weer voor me staat. ‘Maar enkele apparaten moeten vandaag nog wel handmatig herstart worden. Ik heb Ed al gebeld, maar misschien kun jij hem assisteren met je scherpe oog voor detail?’ Ze kijkt me smekend aan.
     Hoewel ik ervan geniet als mijn ego wordt gestreeld – ik heb inderdaad meer technische kennis dan mijn uiterlijk doet vermoeden – overheerst ook lichte paniek. Ik wijs naar de deur achter Tina. ‘Eh, nou, nu Jessica ziek is ben ik hard nodig in de aula en ik kan Shirley niet al te lang…’
     Maar nog voor ik mijn zin kan afmaken wuift ze mijn betoog weg met haar perfect gemanicuurde handen. ‘Shirley is een geboren juf. Laat dit voor haar maar een vuurdoop zijn, zij heeft mijns inziens genoeg in haar mars om de klas een paar uurtjes alleen te runnen.’
     Ik denk aan het bijtincident van gisteren, maar zie verder feitelijk geen reden om Shirley niet een paar uur de kinderen toe te vertrouwen, gezien de vlieguren die ze tot nu toe heeft gemaakt. En eerlijk is eerlijk, kinderen zijn nu eenmaal onvoorspelbaar.
      ‘Goed, fijn dat jij Ed helpt. Zorg je er dan ook voor dat alles in kannen en kruiken is voor Shirley om de dag met de leerlingen op te starten?’

Tegen tienen gaat Ed op huis aan en hebben we alles samen weer aan de praat gekregen. Godzijdank. Ik was blij dat ik kon assisteren want de inmiddels gepensioneerde Ed is een lieverd, maar zijn ogen zijn niet meer zo scherp als Tina denkt. Ook Shirley heeft de boel goed onder controle, zo ontdekte ik toen ik even bij haar ging kijken. Wat daarbij zeker helpt, is dat Olaf ziek is. En hoewel ik het niet mag denken, verkleint dat het risico dat het hele lokaal wordt afgebroken aanzienlijk. Hoe dan ook, het maakt dat ik de groep nog zeker tot de pauze aan Shirley toevertrouw. Dat geeft me extra tijd om de nodige voorbereidingen voor het kerstfeest te treffen. Gelukkig hoef ik dat niet alleen te doen, maar krijg ik versterking van de kersthulpcrew, bestaande uit vier achtstegroepers die net als ik gék zijn op deze knusse periode van het jaar.
     Als ik de aula binnenloop, zie ik dat Ties en Janneke uit groep zeven – onze Jozef en Maria van dit jaar – al druk bezig zijn met de laatste repetities voor het kerstspel.
      ‘Hoi jongens, goed bezig!’ roep ik richting het podium. Meteen word ik op mijn plek gezet door Gijs, mijn collega die druk gebarend bij de coulissen staat en voor nu de rol van souffleur op zich heeft genomen. Zijn mimiek is overduidelijk: of ik ze alsjeblieft niet uit hun concentratie wil halen.
     Verontschuldigend steek ik een hand op en loop ik naar de bovenbouwers die zo te zien al druk overleg voeren over de meest wenselijke opstelling van de stoelen. Ik voeg me bij hen, intussen de buikpijnopwekkende gedachte dat ik de kerstviering mogelijk last minute moet afblazen, snel wegwuivend.
     Please, Jake, laat me niet vallen. Ik heb je zó hard nodig!
     Al snel hebben we alle stoelen op de juiste plek staan. Tijd voor het leukste deel: de aankleding! Met behulp van wat YouTube-tutorials en Pinterest-tips toveren mijn hulptroepen en ik de normaal zo kale ruimte langzaam om tot een ware sprookjessetting. De lange rode fluwelen gordijnen heb ik voor de gelegenheid dichtgetrokken en versierd met kleine wattenbolletjes die sneeuw moeten voorstellen. Overal hangen kerstlampjes in alle kleuren, en aan het eind van elke rij stoelen staan manden met nepcadeaus. Dankzij Ed en zijn connecties maken nog acht extra kerstboompjes het winterse paradijs af. Het enige wat nu nog moet gebeuren zijn de verlichting en finishing touch van het podium, maar de aanknopingspunten voor onder meer het snoer zitten op een mega-rotplek, ter hoogte van de nok van de aula. Aangezien ik tot nog toe niemand van de kerstcrew bereid heb gevonden de niet al te stabiele ladder te beklimmen – ‘mij niet bellen,’ aldus de pubers – lijkt dit me het uitgelezen klusje voor Jake. Als hij tenminste komt.
     Tevreden bewonder ik tegen lunchtijd het eindresultaat van de zaal vanaf het alweer lege podium. Zo, dat hebben we toch maar mooi gefikst! De zin in vandaag is weer helemaal terug. Als ik buiten joelende kinderen hoor, weet ik dat het zo langzamerhand zaak is om terug te keren naar de klas. Tijd voor de voorbereidingen voor het diner.
     Ik besluit om voor mijn eigen lunchbreak nog even een bezoek aan het toilet te brengen. Onderweg valt mijn blik op het schoolplein, waar mijn collegadocenten Wendy en Cas al goed vorderen met het opbouwen van de kerstmarkt. Ik sta even stil voor een van de grote ramen om het knusse geheel te aanschouwen. Het doet niet onder voor een Duitse kerstmarkt. Mijn hart maakt een sprongetje en ik glimlach tegen niemand in het bijzonder.
     Dit wordt een dag om niet te vergeten.
     Zodra de blote huid van mijn billen de koude toiletbril raakt, schiet het kippenvel op mijn armen. Ondanks dat het stervenskoud is in de ruimte – logischerwijs moet na de stroomstoring de verwarming in het oude pand weer mondjesmaat op gang komen – overvalt me zowat een hittegolf als ik nog snel mijn telefoon check.

Half vier, toch?

Drie woorden. Het zijn maar drie woorden van Jake die het verder lege WhatsApp-scherm vullen als resultaat van de jarenlange radiostilte tussen ons. En toch slaan ze in als een bom.
     Hij komt echt.
     Ja, tuurlijk komt-ie echt, Marloes, spreek ik mezelf streng toe. Dat wil je toch? Anders is de hele kerstviering naar de filistijnen! Zonder muziek geen sfeer en zonder sfeer geen kerstviering. Ik besef het maar al te goed, maar waar komen die plotselinge zenuwen nu weer vandaan? Het steeds terugkerende gevoel dat ik stiekem niet kan wachten hem te zien?

2e239ecad6fe0f2dbc83fa03e2b9510d.png

Gelukkig heeft Jake besloten om te komen. Maar de vraag is natuurlijk of hij ook echt komt opdraven. Wat denken jullie? 
We zullen het hopelijk morgen weten als Chantal Claassen de pen van Wendy over neemt en het verhaal verder vertelt. Kunnen jullie ook bijna niet wachten tot het morgen is?


Reacties op: Kerstbengels - Hoofdstuk 3

Meer informatie

Gerelateerd

Over

Wendy de Liefde

Wendy de Liefde

Auteur van ‘Een Streepje Tegen’, feelgoodroman over Sarah, (bijna-)dertiger met ...