Kerstbengels - Hoofdstuk 7
Mienke Fijen (1975) is feelgood-auteur bij Zomer & Keuning. Je kunt haar kennen van haar romans Naar de Noorderzon, Vluchtgedrag, Geknipt voor elkaar en de novelle Voor een glimlach. In 2023 won ze met Vluchtgedrag de Valentijnprijs voor het beste romantische boek van eigen bodem. In mei 2025 verschijnt het tweede deel in de 'Voor elkaar'-reeks: Bestemd voor elkaar waarin we terugkeren naar het leuke straatje in het prachtige Maastricht, een stad waar ze zelf ook graag komt. Ze maakt deel uit van het feelgood auteurscollectief Books & Cocktails. Op haar website deelt ze haar schrijfavonturen en zijn twee korte winterse verhalen te lezen.
Hoofdstuk 7 - Marloes
‘Hoe kun je verdomme zo stom zijn om een kind een aansteker te geven!’ Ik sla snel een hand voor mijn mond, maar het v-woord schalt al over het schoolplein. Er draaien wat ouders, die inmiddels gearriveerd zijn voor het slotstuk, verontrust het hoofd in onze richting. Goddank zijn de meeste kinderen nog in het gebouw. Aan de ondeugende twinkel in de ogen van Delano te zien, heeft hij mijn slip of the tongue luid en duidelijk opgevangen. Ik probeer mezelf innerlijk tot rust te manen, maar ik zou Jake het liefst ter plekke met de brandblusser te lijf gaan en transformeren tot sneeuwpop. Ik heb deze week genoeg inspiratie opgedaan voor een plek waar ik de winterwortel kan plaatsen. Met dit soort acties is hij me alleen tot last.
‘Sorry, ik...’ stamelt Jake, maar ik geef hem geen kans zijn zin af te maken.
‘Kleuters om in de gaten te houden heb ik genoeg,’ bits ik hem toe. Het is ontzettend ondoordacht wat hij gedaan heeft. Door zijn toedoen had de hele school kunnen afbranden.
Jakes armen hangen lusteloos langs zijn lichaam. Een paar donkerbruine ogen kijkt me berouwvol aan. Ergens diep achter mijn ribben ontstaat een vonkje dat ik niet thuis kan brengen en waar ik met alle liefde een emmer water overheen kiep. Ik wil voorkomen dat het uitgroeit tot een bosbrand die niet meer te blussen valt. Maar die ogen... Ik knipper om mijn gedachten te ordenen. Kom op, Marloes! We hebben het over Jake. De etter uit mijn jeugd die geen gelegenheid onbenut liet om me te treiteren. Er dringt zich een beeld aan me op waarbij hij me bij mijn vlechten greep, ze met een valse grijns op zijn gezicht ruw omhoogtrok en naar Stefan riep dat ik zo op Pippi Langkous leek. Diezelfde etter staat nu voor me met een gezichtsuitdrukking die ik niet eerder bij hem heb gezien. Ik heb zijn blik vandaag al een paar keer over mijn lichaam zien glijden alsof ik een glas water ben in een woestijn en hij kapotgaat van de dorst. Hoe dan? Ik schud mijn hoofd om bij de les te blijven.
‘Ik heb hier zó geen tijd voor,’ zeg ik snel. Ik pak de donkerrode stof van mijn jurk ter hoogte van mijn dijen vast en been de school in. In de aula loop ik Tina tegen het lijf.
‘ Ik vrees dat er in al het tumult wat tere kinderhartjes geraakt zijn,’ zegt ze gehaast. ‘We moeten iets doen. Stel je voor dat ze er een kersttrauma aan overhouden.’
Tina is al net zo’n kerstidioot als ik ben. Het idee dat we ondanks alle tegenslagen en met al onze inspanningen niet alsnog een fijne kerstviering neer hebben weten te zetten, doet mijn maag omdraaien. Ik kijk om me heen en zie kinderen beteuterd kijken. Hier en daar wordt een traan weggeveegd. De leerkrachten komen handen tekort om hun leerlingen gerust te stellen. Ook Tina mengt zich bij ons team dat druk is met het herstellen van de sfeer. Het is aandoenlijk om te zien dat de oudere kinderen hun steentje bijdragen door zich naast de hulpouders te ontfermen over de jongere kinderen. Er wordt volop geknuffeld en getroost. Daartussen loopt Don de popcorn, die in alle consternatie op de grond is beland, op zijn gemak op te snoepen. Voordeel is dat het marmoleum alweer grotendeels leeg gegraasd is. Ik probeer te bedenken wat ik kan doen om de viering te redden. Ties’ vader heeft Don inmiddels weer bij de teugels en leidt hem de aula uit. Heel fijn, stel je voor dat hij misselijk wordt en de vloer voorziet van popcornbraaksel.
Wat kan ik nu nog doen? Ik besef dat we bijna bij het moment zijn gekomen waarop Jake in actie komt. Ik voel een steek in mijn borstkas. Had ik hem maar niet zo afgeblaft. Aan de andere kant, die idioot had het verdiend. Het kan niet anders dan dat hij na mijn tirade zijn biezen heeft gepakt. Al vanaf het moment dat ik hem opzocht in de bar was het me duidelijk dat hij niet zat te wachten op de onzin waar het in zijn ogen met kerst om draait. Had Stefan maar geen last gekregen van buikgriep met bijbehorende modderstromen. Dan was dit allemaal niet gebeurd en zaten we nu gezellig buiten kerstliedjes te zingen met de hele school.
Ineens hoor ik een gitaarakkoord door de aula klinken. Het geroezemoes valt stil op een enkele snik na. Alle hoofden draaien in de richting van het podium, waar Jake onder het licht van de door hemzelf opgehangen kerstlichtjes met zijn vingers behendig de snaren van de gitaar beroert. Om me heen manen de leerkrachten de kinderen te gaan zitten. Wanneer Jake ervan overtuigd is dat hij de aandacht van de volledige ruimte heeft, zet hij zijn eerste nummer in.
‘I don’t want a lot for Christmas,’ klinkt zijn melodieuze rauwe stem. Hij lijkt even in te houden om een reactie uit de zaal te ontlokken.
‘There is just one thing I need,’ valt Tina in.
‘I don't care about the presents, underneath the Christmas tree,’ zingt Shirley met haar heldere stem.
‘I just want you for my own. More than you could ever know,’ mengt meester Gijs zich in het geheel.
‘Make my wish come true,’ doet juf Wendy met haar hoge stemgeluid er nog een dotje bovenop.
‘All I want for Christmas is you,’ zingt de hele aula in koor.
Bij deze laatste zin tilt Jake zijn kin op en kijkt in mijn richting. Hij zendt me stroomstootjes die de haartjes op mijn armen overeind zetten. Mijn handpalmen worden klam. Jake zingt onverstoorbaar verder en blijft me onafgebroken aanstaren met die diepbruine ogen van hem. Ik voel hoe een warme gloed vanuit mijn hals optrekt naar mijn wangen en mijn anders zo bleke huid van een behoorlijk contrasterende kleur voorziet. Ik sta aan de grond genageld en staar naar de man die op het podium zit. Is dit dezelfde persoon als de klojo die me vroeger het bloed onder de nagels vandaan kon halen? Die me keer op keer het gevoel gaf dat ik het onbenullige kleine zusje van zijn beste vriend was? In mijn beleving bekeek hij me altijd alsof ik een irritante mug was die rond zoemde bij zijn oor en die hij met liefde met de zool van zijn slipper tot een bloedvlekje op de muur zou slaan.
Hoe anders voelt het nu. Hier zit een man die me het idee geeft dat hij de rits die hij daarstraks het laatste zetje omhoog heeft gegeven, het liefst vanavond nog een zetje in tegenovergestelde richting geeft. De warmte slaat me pas echt om het lijf wanneer hij bij het zien van mijn gezicht zijn mond in een scheve grijns trekt. Het maakt hem zo mogelijk nog aantrekkelijker. Wat zou ik nu graag met mijn nagels over de donkere stoppels op zijn wangen raspen. Ergens ten zuiden van mijn navel kriebelt iets. Wat is dit?
Ik slik hard en kijk vertwijfeld om me heen. Iedereen gaat op in de muziek zonder ook maar iets te merken van wat er tussen mij en Jake gebeurt. Ondanks de complete chaos van net, overheerst nu het fijne gevoel van samenzijn waar het met kerst om draait. En dat alles door zoiets kleins en moois als een man die met zijn gitaarspel en prachtige stem de zaal in vervoering brengt.
Ik word uit mijn trance gehaald door een van de kinderen die voorzichtig aan mijn jurk trekt. Ik verbreek met tegenzin het oogcontact met Jake en kijk omlaag. Delano is naast me komen staan. Hij staart naar het podium waar Jake ongestoord verder zingt en kijkt vervolgens naar me op. De uitdrukking op zijn gezicht is er eentje die ik niet goed kan ontcijferen. Er verschijnt een fronsrimpeltje tussen zijn wenkbrauwen.
‘Juf, ben je nog boos op meester Jake?’ vraagt hij dan schuchter.
Ik knipper een keer verbaasd. Zou hij geschrokken zijn van mijn reactie? Ik zak door mijn knieën – voor zover mijn jurk het toelaat – en kom op ooghoogte.
‘Delano,’ begin ik, ‘ik had dat ene woord niet mogen gebruiken.’ Ik kijk hem onderzoekend aan om mezelf ervan te verzekeren dat hij me begrijpt.
Hij knikt. ‘Het was niet meester Jake zijn schuld.’
Ik wijk een stukje achteruit met mijn hoofd en kijk hem niet begrijpend aan. Hij kijkt vluchtig om zich heen. Zijn lip begint te trillen.
‘Ik heb meester Jake gevraagd of ik een kaarsje aan mocht steken voor mijn oma.’
Zijn breekbare stemmetje doet mijn hart ineenkrimpen. Ik weet nog hoe verdrietig zijn zusje Melissa vorig jaar was toen hun oma overleed. Ik heb heel wat keren met haar op schoot boekjes zitten lezen om haar een beetje af te leiden. Met Delano was op dat moment geen land te bezeilen. Die reageerde zijn verdriet vooral af op de andere kinderen en was zo mogelijk een nog grotere etter dan daarvoor. Ik vind het ontroerend om te horen hoe hij zijn verdriet nu een plekje probeert te geven door een kaarsje aan te steken.
‘H-hij heeft m-me gevraagd om b-buiten o-op hem te w-wachten,’ hakkelt Delano verdrietig.
Ik strijk met mijn hand over zijn haren. ‘Maar je wilde het kaarsje heel graag aansteken,’ vul ik voor hem in. Hij knikt en wrijft met zijn mouw vliegensvlug een traan weg die over zijn wang loopt.
‘Dat zou jouw oma prachtig hebben gevonden,’ zeg ik geruststellend. ‘Wat goed van je dat je me dit eerlijk komt vertellen.’
‘Ben je nu nog boos op meester Jake?’ Delano’s ogen staan vragend.
‘Als je me belooft dat je nooit meer zonder volwassene in de buurt met vuur speelt, dan beloof ik niet meer boos te zijn op meester Jake.’ Ik geef hem een knipoog. ‘Ga maar snel naar je eigen groep.’
Terwijl Delano tussen de kinderen door bij me wegloopt, richt ik me weer op om te genieten van Jake en zijn gitaar. Hij zet “Rudolph the Red-Nosed Reindeer” in. Tussentijds graait hij in zijn broekzak en tovert een rode neus tevoorschijn die hij opzet. Het gekke gezicht dat hij erbij trekt doet de kinderen het uitgieren en luidkeels meezingen.
Tina draait zich om en steekt goedkeurend een duim naar me op. Ik voel me helemaal warm worden vanbinnen. Etters blijven kennelijk geen etters, en het is vooral mijn hart dat nu met vuur speelt.
De chaos is bezworen, maar het vuur is nog niet gedoofd. Integendeel, de vlammen beginnen nu ook bij Marloes uit te slaan. Morgen kunnen we lezen hoe het verder gaat als Anja Janssen de pen van Mienke overneemt. Kunnen jullie ook bijna niet wachten?