Meer dan 6,0 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×

Kerstbengels - Hoofdstuk 8

op 21 december 2024 door

372c41e2c0befe1cff5c27376dba22e1.png

Anja Janssen woont samen met haar echtgenoot, drie kids & een Cocker in het Bourgondische Brabant. Ze houdt van gezelligheid, lezen & romantiek en al schrijvende combineert ze dit in zonnige liefdesverhalen. Naast feelgood boeken zoals Bikini's & Kites en Weer op de rit schrijft ze ook romantasy onder pseudoniem Oli Veyn. Met haar verhalen heeft ze verschillende prijzen gewonnen, onder andere de Valentijnprijs en de internationale Watty Award. Anja maakt deel uit van het platform Books & Cocktails waarvoor ze ook een gezellige leesclub runnen. Daarnaast helpt ze auteurs en uitgeverijen met training, marketing & promotie via haar bedrijf Penfluencer. Op 15 januari komt haar nieuwste boek Zee van sterren uit dat je meeneemt naar het pittoreske Veere. Meer lezen over Anja en haar boeken kun je op haar website.

Hoofdstuk 8 - Jake

‘Hoezo, je gaat?’ Marloes staat voor me, haar vuisten rusten op haar heupen.
      ‘Drie kerstliedjes. Check.’ Ik klem mijn kiezen op elkaar en recht mijn rug.
     Volhouden, Jake. Negeer de smeekbede van die blauwe kijkers.
      ‘Je kunt nu echt niet gaan.’ Het komt er hulpeloos uit. Ze legt haar hand op haar buik, sluit haar ogen en ademt een paar keer diep in en uit. Datzelfde heb ik haar zien doen toen die gast met Don de ezel aan kwam zetten. Kennelijk doet ze dit als ze nerveus is. ‘Het kerstfeest is nog in volle gang.’ Haar onderlip trilt licht. ‘Ik kan je hulp echt goed gebruiken.’
     Shit. Als ze maar niet gaat huilen, dan ben ik verkocht.
      ‘Ik heb gedaan wat Steef me vroeg.’ De blik die ze mij toewerpt is ongemakkelijk om te zien, dus kijk ik naar mijn schoenen. Het is allesbehalve netjes om haar in de steek te laten. Maar ik moet wel. Ik weet niet wat er tussen ons gebeurde toen ik die liedjes zong, maar het maakt me onrustig. Sterker nog, ik wil er gruwelijk hard van wegrennen. We hebben het hier over brave Loesje, de halfzus van mijn beste maat… Fuck, ze maakt gevoelens in me los die allesbehalve braaf zijn. Als het zo doorgaat sta ik niet voor mezelf in. ‘Op het hoogtepunt stoppen zeggen ze altijd.’ Ik trek een wenkbrauw op. ‘Niet dat ik dat vaak doe,’ gooi ik er snel achteraan.
     Ze maakt een afkeurend geluid. ‘Ik had het kunnen weten.’
     Ik hark met mijn hand door mijn haren. ‘Heb ik al niet genoeg gedaan?’ Het is vast dit klote kerstgedoe dat me zo soft maakt dat ik alles doe wat ze mij vraagt. Naast de shit die Marloes bij me losmaakt, verontrust het me dat ik plezier beleefde aan het spelen van die kerstliedjes, helemaal toen ik zag hoe de kids en hulpouders genoten van mijn zang en gitaarspel. Nu de muziek is gestopt, komt het besef. Waar is die stoere drummer van die verrekte rockband gebleven? Ik ben toch George fucking Michael niet?
      ‘We beginnen de kerstmarkt met drie liedjes van mijn klas, dat was de afspraak.’ Ze steekt een hand op als ik wil protesteren. ‘Je timing van net was perfect, want de kinderen waren flink van slag, maar je moet echt tot het einde blijven.’ Ze maakt zich groot en duwt haar neus in de lucht. Haar ogen kijken me vastberaden aan. ‘Dat was de afspraak.’
      ‘Luister…’
     Pats. Alles zwart.
     Er klinkt gegil, een stoel klettert om, gevolgd door nog een. In een reflex zet ik een stap achteruit en beuk met mijn benen tegen de rand van een tafel. ‘Fuck…’
      ‘Dat mag je niet zeggen,’ klinkt een kinderstemmetje naast mij.
      ‘Nu mag dat,’ brom ik. ‘Ze zien toch niet wie het zegt.’
      ‘Fuck!’
      ‘Wie zegt dat?’ hoor ik een autoritaire stem roepen. Tina, schat ik. ‘Was jij dat, Daphne?’
      ‘Meester Jake begon.’ Ik voel een vingertje in mijn dij prikken.
      ‘Was te verwachten,’ hoor ik een basstem zeggen.
      ‘Iedereen naar buiten!’ buldert een andere mannenstem. Volgens mij is het neuroot Gijs die kindeke Jezus met de schuimblusser te lijf ging… Die kloothommel schiet al een meter in de lucht als je boe zegt.
      ‘Nee!’ roept een dameskoor aan juffen. ‘Iedereen blijft binnen! Begrepen?’
     De kinderen roepen verschrikt: ‘Ja!’
     Waarom gaat hier alles op standje misthoorn?
      ‘Licht, alsjeblieft!’ gilt Tina met overslaande stem. ‘We moeten de kinderen kunnen zien.’
     Achter me wordt er al uitbundig op de knoppen gedrukt. ‘Het licht doet het niet.’
     Geen idee wie dat zegt.
      ‘O nee!’ NeuroGijsje dreigt te ontsporen. Kan iemand die gast een liter wodka geven?
      ‘Ach nee, niet weer de elektriciteit.’ Zo te horen is ook Tina een hysterische paniekaanval nabij.
      ‘Die had Ed vanochtend nog gemaakt.’
     Marloes! Ze klinkt dichtbij.
      ‘Ed kan zijn kerstpakket dus wel vergeten,’ mompel ik.
     Een hand grijpt mijn shirt vast. ‘Jake? Ben jij dit?’
     Ze is echt veel te dichtbij. ‘Ja.’ Mijn stem klinkt vervormd.
     Haar handen rusten tegen mijn borstkas. Ik snuif. De geur die haar zo kenmerkt, iets bloemigs met een vleugje suikerspin, zweeft langs mijn neus. Mijn hartslag versnelt, mijn mond wordt kurkdroog. ‘Wat doe je?’ fluister ik met hese stem. Ik gris in mijn zak en diep de aansteker eruit die ik eerder van Delano had afgepakt. ‘Waar is je gezicht?’ Het laatste wat ik wil, is Loesje in de fik steken.
     Haar hand glijdt over mijn arm naar mijn hand en ze brengt hem naar haar gezicht. Alle geluiden om me heen lijken te verstommen. Haar huid voelt zo zacht. Mijn duim streelt langs haar neus, vinden de contouren van haar lippen waar ik hem laat rusten. Ik voel hoe ze beverig uitademt.
     Als ik de vlam ontsteek, zie ik haar gezicht. Haar ogen kijken me met een vreemde blik aan, haar mond is halfgeopend alsof ze me uitnodigt haar te kussen. Met een ruk trek ik mijn hand terug.
      ‘Meester Jake heeft vuur!’ gilt het kleintje naast me en herhaalt dat een keer op nog hogere toon.
     Marloes bukt en verdwijnt uit mijn licht. ‘Stil maar. Juf Marloes is erbij, het is veilig,’ zegt ze voordat ze weer omhoog veert.
     Ik kan nog net op tijd de vlam wegtrekken. ‘Shit!’
      ‘Jake, stop met vloeken,’ fluistert Marloes zacht. ‘Je moet me helpen.’
     Iemand springt tussen ons in met een fel lampje. ‘Hier.’ Het is die stagiaire, hoe heet ze ook alweer? Cindy? ‘Gebruik de lamp van mijn telefoon maar. Een stuk veiliger.’
      ‘Dank je, Shirley,’ zegt Marloes met vriendelijke juffenstem. Haar wangen kleuren roze als ze me weer aankijkt.
     Overal springen nu telefoonlampjes aan. Het extra licht brengt de kids iets tot rust.
      ‘We gaan allemaal bij een juf of meester staan.’ Tina staat te wiebelen op een stoel en klapt in haar handen. Met een dwingende vinger beveelt ze een vader het licht van zijn mobiel op haar te schijnen.
     Marloes pakt mijn hand vast en trekt me mee in de richting van de deur naar de gang. ‘Schijn naar voren, zodat ik kan zien waar we naartoe moeten. Wacht.’ Ze draait zich met een ruk om. ‘Tina, nemen jij en Shirley mijn klas onder de hoede? Kindjes, Juf Marloes en meester Jake gaan zorgen dat alles het zo weer doet, niks aan de hand.’ Ze kijkt me met een indringende blik aan en mompelt zacht: ‘Toch?’
     Mijn mondhoek trekt omhoog en ik knik. Om de kids wat te kalmeren begin ik te zingen: ‘Jingle bells, jingle bells…’ Marloes zet ook in. Wanneer de deur achter ons sluit, dempt het geluid van kinderen en volwassenen die luidkeels hun eerste schrik wegzingen.
      ‘Dat was slim.’ Ze glimlacht naar me. Het maakt haar nog mooier. ‘Je doet het zo slecht nog niet.’
      ‘Dat beschouw ik maar als een compliment.’
      ‘Volg.’
      ‘Ja, juf.’
     Als ze omkijkt zie ik dat er een lachje om haar lippen speelt.
     Door de lege gang klinken onze voetstappen luider. Steeds zakt mijn blik naar haar billen waarover de satijnen stof met iedere stap die ze zet uitdagend golft. Ik slik. Het accentueert haar perfecte rondingen. Hoe zou het zijn om haar vol op de mond te zoenen en…
      ‘Wat doe je?’
     Mijn hand met de mobiel is door mijn afdwalende gedachten naar de grond gezakt. ‘Sorry,’ verzucht ik.
     Ze opent een deur en drukt ernaast een paar keer op de lichtknop, maar ook hier doet de elektriciteit het niet. Voorzichtig dalen we een trap af. De geur van natte aarde en schimmel dringt zich aan me op, de kille lucht koelt mijn verhitte huid.
      ‘Weet je iets van elektriciteit?’ vraagt ze zonder om te kijken.
      ‘Huis-tuin-en-keukenkennis.’
     Ze opent de stoppenkast en wenkt om haar bij te schijnen. Hierdoor moet ik vlak achter haar gaan staan. Mijn borstkas streelt haar halfblote rug, haar ademhaling stokt even, net als haar handelingen. Dan lijkt ze zich te herpakken en gaat met haar vingers langs de knopjes waarboven woorden staan geschreven: klaslokaal 1, keuken, aula…
      ‘Het is de hoofdschakelaar.’ Ik reik er met mijn hand naar, maar kan niet voorkomen dat mijn arm haar bovenarm raakt.
      ‘O, natuurlijk.’ Haar stem klinkt iets lager als ze de schakelaar omhoog duwt. Het peertje aan het plafond flikkert opgewonden, maar geeft het dan toch op als de schakelaar terug klapt.
      ‘Verdomme. Kortsluiting.’
     Ze draait zich naar me om.
     Niet. Doen. Marloes.
      ‘Hoe komen we er in hemelsnaam achter wat er kortsluiting maakt?’
     Zoals ze zo voor me staat, klein, breekbaar, maar krachtig tegelijk, weet ze niet half hoe ze mij bij de ballen heeft... Ik maak een vuist, adem diep in en dwing mijn blik terug naar de stoppenkast. Weg van haar, van die smachtende ogen, haar volle lippen… ‘De aula is het probleem.’ Ik wijs naar de schakelaar die ook naar beneden staat, net als de hoofdschakelaar.
     Ik denk aan de kluwen kerstverlichting in de nok, in de kerstbomen, boven het podium, de piepende microfoon… ‘Eerst moeten we wat apparatuur loskoppelen, anders blijft de elektriciteit eruit knallen. Er zit te veel op een groep.’
      ‘Logisch,’ zegt ze zacht. ‘Vandaar dat Ed voorstelde om het muziekoptreden buiten te doen.’
     Ik zou haar kunnen kussen. Ik denk dat zij dat ook wil. Maar toch twijfel ik. Wat als ik het mis heb? Steef zou me vermoorden. Dan heb ik het nog niet eens over de rockband die uit elkaar zou vallen of de vriendschap die ik op het spel zet. Ga ik dat allemaal opgeven voor een kus? Met alle kracht die ik in me heb, duw ik mijn gevoelens naar de achtergrond. ‘Kom.’ Ik pak haar hand. ‘We gaan terug.’ Ik heb al meteen spijt van mijn keuze.
      ‘Ja, laten we dat maar doen.’ Haar blik zakt naar mijn mond. Er sijpelt iets van teleurstelling door in haar woorden, of is dat iets wat ik graag wil horen?
     Zwijgend lopen we terug. Als we nog een paar stappen van de aula verwijderd zijn, horen we de chaos al die daar binnen huist. We houden elkaars hand nog steeds vast. Verdomme, dat voelt zo goed dat ik nooit meer wil loslaten. Een stap verwijderd van de deur stop ik.
      ‘Wat is er?’ vraagt Marloes.
     Ik recht mijn rug en adem diep in. ‘Oké, klaar voor.’
      ‘Het zijn maar kindjes.’ Haar hand klopt tegen mijn bovenarm. ‘Je zou verwachten dat jij wel wat gewend bent met die bar van je.’
      ‘Daar mep ik de discipline erin.’
      ‘Als je het maar laat,’ zegt ze op boze toon, maar haar ogen verraden een lach. ‘Het is net als het water ingaan. Beter springen dan stapje voor stapje.’ Met die woorden opent ze de deur en slaan het geluid en de geuren me als een tsunami in mijn gezicht.

Na het loskoppelen van wat stekkers en de microfoon is het probleem inderdaad opgelost en blijven beide schakelaars omhoog staan.
     Meester Cas wikkelt als een malle een verlengkabel af om de verlichting van de kerstbomen om te leiden naar een andere groep, de juffen en een aantal hulpouders zijn druk in de weer met opruimen. Daartussendoor probeert NeuroGijs de kids te tellen, terwijl hij geruststellende woorden lult tegen de eerste ouders die binnendruppelen voor de kerstmarkt. Chaos is hier kennelijk net zo gewoon als pleepapier.
     Het is nu onmogelijk om Marloes alleen te laten en diep vanbinnen besef ik dat ik dat ook niet meer wil. Ik kan het mis hebben, maar daar beneden in de kelder leek het alsof ze mij net zo graag wilde als ik haar. Steef kan de pot op. De band ook. Mijn verlangen is groter dan mijn verstand.
      ‘Nee! Tis niet waahaaar!’ Gijs grijpt met beide handen zijn hoofd vast.
     Ik sluit een tel mijn ogen. Wat nu weer?  ‘Gast. Vertel.’
      ‘We zijn twee kindjes kwijt!’

2e239ecad6fe0f2dbc83fa03e2b9510d.pngOh nee, een nachtmerrie die waarheid wordt! Wie zijn verdwenen en waar zijn ze naaar toe? We zullen het hopelijk morgen weten als Karin de Graaff de pen van Anja over neemt. Wat is het spannend, hè?



Reacties op: Kerstbengels - Hoofdstuk 8

Meer informatie

Gerelateerd

Over

Anja Janssen

Anja Janssen

Ik ben Anja Janssen, schrijver, boekenwurm, moeder van drie geweldige kids, rase...