Zomervakantie. Het uitgelezen moment voor een uitstapje naar het park, een wandelingetje in het bos, een tripje naar de dierentuin of gewoon zalig op blote voeten door het gras van de eigen tuin. Wie goed oplet ziet ze zeker: dieren. Vogels, katten, mieren, vlinders, … , ze zijn overal. Ook in kinderboeken zijn ze niet weg te denken. Tijd om enkele recente, maar erg diverse uitgaves over beestjes op een rijtje te zetten.

door Katy

Allemaal Onderweg

In Allemaal Onderweg van Chris Madden en Laura Knowles gaat de lezer (4+) op reis samen met walvissen, olifanten, vlinders en schildpadden. Een boek vol heerlijk vertelde feiten over de migratie van dieren, vertaald door Joukje Akveld. Ze reizen over land, door de lucht en door de oceaan. Het ene dier is op zoek naar voedsel, het andere dier zoekt een plek om te overwinteren of om een partner te vinden.
Op elke dubbele bladzijde valt er iets te leren over een dier dat een bijzondere afstand aflegt en waarom het dat doet. Er wordt telkens een vast stramien gevolgd, waarbij het dier zich voorstelt en vertelt waarom het op reis gaat. De tekst is niet omvangrijk, maar beperkt zich tot de meest essentiële informatie. Het is geschreven in heldere, begrijpbare taal en achteraan in het boek staat nog een mooi overzichtje van de recordhouders.
De opmaak is speels. Er zit variatie in de grootte van het lettertype en de tekst golft hier en daar of loopt in boogjes mee met illustratie. Dat maakt het lezen leuk. De tekeningen zijn levendig en erg fijn om te bekijken. De dieren worden met oog voor detail weergegeven en de prent biedt meteen een inkijkje in hun leefomgeving.
Allemaal Onderweg is een informatief boek dat de lezer het gevoel geeft een mini-verhaaltje over een dier te lezen. Het is knap vormgegeven en leent zich goed tot voorlezen en gelezen worden door iets oudere kinderen. Het is geen allesomvattende encyclopedie, maar schetst wel een leuk beeld van het leven van een aantal bijzondere dieren.

Beoordeling: 4 sterren


Kwie kwie kwie kwie kwie

Camilla Dreef schreef in Kwie kwie kwie kwie kwie – Een boek vol vogelverhalen (12+) enthousiast haar eigen ervaringen als vogelliefhebber neer. Vogels kun je volgens haar overal spotten: thuis, op straat, in het park, op het water of in het bos. Ze vertelt over brutale meeuwen, baltsende futen, reislustige trekvogels en vissende aalscholvers, over het vliegtalent van een spreeuw en over schuwe zwarte spechten, over paalzitters, dwaalgasten en nestvlieders. Ze vertelt ook over haar onderzoek met GPS-rugzakjes, hoe mensen vogels kunnen helpen en waarom het belangrijk is dat er ook in de landbouw aandacht aan vogels wordt geschonken.
Het zijn erg persoonlijke verhalen en anekdotes over hoe en waar ze bepaalde vogels heeft gespot, maar tegelijkertijd geeft ze ook een hoop interessante informatie over de verschillende soorten, waarom ze zich op een bepaalde manier gedragen, hoe ze eruit zien en hoe hun roep klinkt. Er zit heel veel kennis in het boek verborgen, maar door de invalshoek moet er soms even naar gezocht worden. Het is gezellig verteld, maar de vraag is of het ook allemaal relevant is voor de lezer. De auteur wekt wel nieuwsgierigheid op en slaagt erin de vogelwereld dichterbij te brengen.
De illustraties zijn van Liset Celie. Ze heeft bij elk hoofdstuk zowel kleinere als wat grotere tekeningen gemaakt van de vogels die Camilla Dreef in haar verhalen betrekt. Soms is het even zoeken om de juiste vogel aan de illustratie te kunnen koppelen, maar meestal is het erg duidelijk wie er precies wordt afgebeeld.
Kwie kwie kwie kwie kwie is een ontdekkingsreis door de vogelwereld. De persoonlijke verhalen wijken soms een beetje af van het doel, maar zijn globaal gezien wel degelijk de moeite waard voor wie bereid is zich te laten verrassen door de heersers van het luchtruim.

Beoordeling: 3 sterren


Waarom? Daarom!

Wie heeft zich nog nooit afgevraagd hoe de olifant aan zijn lange neus komt of waarom een dromedaris een bult heeft? Rudyard Kipling schreef een aantal grappige verhalen over dieren en hoe ze aan hun belangrijkste kenmerken komen. Het zijn vrolijke vertellingen die oorspronkelijk bedoeld waren als verhaaltjes voor het slapengaan voor zijn dochter Josephine. Na het veel te vroege overlijden van het meisje heeft hij ze neergeschreven. Elli Woollard heeft in Waarom? Daarom! vijf van die verhalen op rijm gezet en Marta Altés voorzag ze van vele speelse illustraties. De tekst werd naar het Nederlands vertaald door Jesse Goossens.
Het resultaat is een behoorlijk amusant en grappig boek. Informatief is het niet, maar het is heerlijk om voor te lezen (3+). Door de beknopte lengte zijn het prima bedtijdverhaaltjes. Dat ze in dichtvorm zijn maakt ze extra leuk, het is wel even zoeken naar het juiste ritme.
De druk is voldoende groot en gaat mooi op in de prenten. Het geheel is kleurrijk geïllustreerd en er is voldoende om naar te kijken. Er zijn meerdere illustraties per pagina en ze sluiten goed aan bij wat er verteld wordt in de tekst, bovendien zit er genoeg variatie in, zodat de lezer telkens iets nieuws heeft om naar te kijken. Dat maakt het geheel soms een beetje druk, maar echt storend is het niet. Elk verhaal heeft overigens een titelblad en bevindt zich tussen twee schutbladen.
Waarom? Daarom! Bestaat uit fantasierijke en originele vertellingen die alles in zich hebben om nog generaties voort te leven. Het is jammer dat Elli Woollard zich beperkt heeft tot slechts vijf verhalen. Er is ruimte voor meer.

Beoordeling: 4 sterren

Rotbeesten

Wist je dat naaktslakken betere klimmers zijn dan spiderman? Of dat een pissebed kieuwen heeft? Het valt allemaal te ontdekken in Rotbeesten (12+), een boek helemaal gewijd aan kleine beestjes. Natuurliefhebster en journaliste Gemma Venhuizen herschreef haar rubriek over insecten die eerder verschenen in NRC-Handelsblad voor kinderen en voegde er nog enkele teksten aan toe. Tjarko van der Pol verzorgde de illustraties.
In het boek komen dertig verschillende insecten aan bod. Gemma Venhuizen spreekt ze één voor één persoonlijk aan en geeft onomwonden haar mening over hun uiterlijk, gewoonten en hun nut. Ze heeft het over tal van zoemende, stekende en zuigende kriebelbeesten en over de één is ze al meer tevreden dan over de ander. De toon is aanstekelijk en er zit best wat humor in de teksten. Het zijn een soort columns die bol staan van de informatie zonder die op te dringen aan de lezer. Ze lijken echter nog steeds gericht op een ouder doelpubliek. Voor kinderen mag het nog net iets speelser en onbesuisd. Ook de opmaak heeft nog te veel weg van een krant door de druk in kolommen en de eenvoud van de opmaak.
De illustraties zijn in full-color. De insecten zijn gedetailleerd en levensecht weergegeven. De kleine figuurtjes die Tjarko van der Pol eraan toe heeft gevoegd zijn best grappig wanneer ze van nabij bekeken worden. Ze lijken, net zoals de teksten, echter niet zozeer op kinderen gericht, eerder op een publiek van volwassenen. Ze houden verband met de tekst, maar het is niet in één oogopslag duidelijk wat de connectie is. Ze vragen om bestudeerd te worden en hebben ondanks de humor ook een zekere ernst over zich.
Rotbeesten zit vol wetenswaardigheden over insecten die de lezer al dan niet graag wil weten. De vorm waarin over de kriebelbeesten wordt verteld is origineel en de info is boeiend verpakt. Het is een boek dat oudere lezers zeker zullen weten te appreciëren, voor jongere lezers vraagt het waarschijnlijk net te veel, maar overal kriebelen zal het alleszins.

Beoordeling: 3 sterren