AVI: zin of onzin?
Enkele dagen terug bespraken we hier boeken voor beginnende lezers. Veel van die boeken krijgen in de bib en op school een label met een AVI-niveau. Ook je kind zelf krijgt wellicht te horen welk AVI-niveau hij of zij heeft. Maar wat is dat nu, AVI? En wat moet je ermee?
Wat?
AVI staat voor Analyse van Individualiseringsvormen. Dat zegt nog steeds weinig, terwijl het vrij eenvoudig is: bij een kind gaat het over de technische leesvaardigheid, bij teksten duidt het de moeilijkheidsgraad aan van die tekst. Die moeilijkheidsgraad wordt onder meer bepaald door de lengte en complexiteit van de gebruikte woorden en zinnen. Op school bepaalt men het technisch leesniveau van een leerling met behulp van de daarvoor ontwikkelde CITO-test of de AVI-toetskaarten. We onderscheiden het oude AVI-systeem, dat bestond uit negen niveaus, en het nieuwe, bestaande uit twaalf niveaus die gekoppeld zijn aan het leerjaar. Men begint met AVI-start, dan volgt M3 (niveau midden groep 3/1ste leerjaar), E3 (niveau einde groep 3/1ste leerjaar), M4, E4, … , M7, E7 en AVI-Plus. Deze indeling maakt duidelijk wanneer een bepaald niveau gemiddeld behaald wordt. Let wel, het gaat hier om gemiddelden! Van een leerling, die in juni groep 4 (2de leerjaar) verlaat, verwacht men dat hij teksten met een moeilijkheidsgraad E4 vlot kan lezen. Een lagere score hoeft echter geen reden tot wanhoop te zijn. Het is belangrijk de resultaten te bekijken binnen een groter geheel, waarbij het begrijpend lezen zeker niet over het hoofd gezien mag worden. Ook de leeftijd van het kind bij afname speelt bij de jongsten een rol. Als men in groep 3 de test in februari afneemt, zijn sommige kinderen zes, anderen al zeven.
Waarom?
Deze manier van toetsen is bedoeld voor gebruik in het onderwijs. Als leerkracht wil je weten of alle inspanningen die je doet om kinderen beter te leren lezen, werken. Het is dan handig dat je kan vergelijken met een vorige testafname, om na te gaan of er vooruitgang is. Met de resultaten kan een leerkracht zijn handelen bevragen en eventueel aanpassen. Als een hele klas weinig of geen leesvorderingen maakt, dient de aanpak tijdens de leeslessen aangepast te worden. Een individuele leerling die geen vooruitgang boekt, kan door de leerkracht beter opgevolgd worden. Soms is wat extra oefening of motivatie al voldoende, soms is er meer aan de hand en ook dat verdient de nodige aandacht. Buiten het onderwijsveld is je AVI-niveau kennen vooral nuttig bij beginnende lezers. Zij moeten immers het technisch lezen voldoende beheersen, alvorens zij bepaalde teksten aankunnen. Teksten die te moeilijk zijn, vergen zo veel inspanning dat er van enig leesbegrip geen sprake meer is en ook de leesmotivatie verdwijnt. Het is dus enigszins te verantwoorden dat boeken voor kinderen uit de eerste graad van het onderwijs een AVI-label krijgen. Zodra niveau E4 behaald is, kunnen kinderen gerust buiten het eigen niveau lezen. Een verhaal met een hoger niveau zal gewoon wat trager vorderen. Vertrouw op het kind zelf! Een te moeilijk boek wordt vanzelf weer weggelegd. Leesplezier staat voorop! Wie graag leest, leest vaak en gaat vanzelf vooruit.
Waarom niet?
Helaas hechten sommige scholen of ouders te veel belang aan het AVI-niveau van een kind. Ouders vergelijken onderling aan de schoolpoort. Dat is enkel aangenaam voor de ouder wiens kind hoger scoort dan het gemiddelde. Nochtans is het kind met het hoogste technische niveau niet noodzakelijk de beste lezer. Als deze leerling niet weet wat hij leest, kan men dit bezwaarlijk lezen noemen. Naast juistheid, speelt tempo een grote rol tijdens de afname van een test. Sommige kinderen blokkeren daardoor. Men moet ook beseffen dat elke toetsing een momentopname betreft. Daarom is het belangrijk om al deze elementen samen te nemen. Een goede leerkracht interpreteert de resultaten correct en merkt het als die niet overeenstemmen met wat hij of zij in de klas reeds geobserveerd heeft. Vertrouw hier op de ervaring van de onderwijzer. Zet je kind thuis niet onder druk als het lezen wat trager vordert. Tracht eerder het oefenen leuk en afwisselend te maken. Samen lezen kan zo gezellig zijn. Het belangrijkste is dat een kind vooruitgang blijft maken. Iemand die groep 4 aanvangt met niveau M3 en eindigt met M4, is op de goede weg. De klasgenoot die start met niveau M4, en dus een voorsprong heeft, maar eindigt met E4 heeft minder progressie gemaakt. Het gebeurt wel meer dat de ene de andere uiteindelijk bijbeent of inhaalt. Het is geen wedstrijd, elk kind dat uiteindelijk met plezier leest en in staat is een tekst te begrijpen, is een winnaar.
Bij de keuze van boeken in de bib of boekhandel laat je je beter niet leiden door het niveau. Zoals reeds hierboven is aangehaald, kan het voor beginnende lezers een hulp zijn, maar het mag niet het eerste en belangrijkste criterium zijn. Net als volwassenen worden kinderen aangetrokken door een mooie kaft, een grappige titel, een leuke tekening, een tof onderwerp, etc. Let vooral op de interesses en durf verder te kijken dan een leesboek. Zo worden dankzij kookboeken, gedichten, kranten, tijdschriften,… velen tot lezen verleid.
Vijfvingertest
Een handige manier om te weten of een boek geschikt is, is de vijfvingertest. De kinderen kiezen een boek dat hen aanspreekt en lezen een bladzijde uit het boek. Vaak is dat de eerste bladzijde. Bij elk woord dat ze niet kunnen lezen of niet begrijpen, steken ze een vinger op. Vijf vingers opgestoken? Dan is het boek wellicht geen goede keuze.
Wat zijn jullie ervaringen met AVI-niveaus?
Door Joke