"De luchtballon", een modern sprookje
Een jongen, wiens naam niet genoemd wordt, woont samen met zijn vader op een stukje grond, met daarop een echt huis en een tuin, dat hoog in de lucht aan een rode luchtballon hangt. Op een dag wordt zijn vader ziek en besluit de jongen de touwladder uit te gooien en op de grond naar een medicijn te zoeken.
Zijn vader heeft hem vanalles verteld over de wereld beneden en de jongen weet wel waar hij moet zijn om een medicijn te vinden, maar hij heeft geen ervaring met andere mensen...
Een modern sprookje
De tekst op de achterkant van De luchtballon, geschreven door Dirk Heylen en Erika Decock, beschrijft het verhaal als "een modern sprookje", en de schrijfstijl doet inderdaad denken aan iemand die een sprookje vertelt. Net als in veel sprookjes krijgt de hoofdpersoon geen naam, maar dat maakt voor het verhaal niet uit. Het is echter wel een origineel en modern sprookje, dus geen hervertelling van een bestaand verhaal.
Het verhaal bevat magie, al wordt dat niet letterlijk genoemd. Want hoe kan een luchtballon anders een stuk grond met daarop een huis en tuin in de lucht houden, en hoe kunnen de jongen en zijn vader anders overleven? Er wordt niet verteld of zijn vader regelmatig naar beneden gaat om voedsel, kleding en andere dingen te regelen. De luchtballon uit de titel speelt verder alleen een rol aan het begin en aan het einde van het verhaal. We komen niet te weten hoe de luchtballon met het huis daar kwam te hangen, maar het belangrijkste deel van het verhaal, is het avontuur dat de jongen beleeft op de grond. Alles wat hij ziet is nieuw, al heeft hij er wel veel over gehoord van zijn vader.
Schrijfstijl en illustraties
Het is een heel prettige stijl om voor te lezen. Soms komt het taalgebruik wat Vlaams over, zoals "Hij was er geraakt!" of "In een heel groot wit huis met een heel groot hek errond."
Wel bevat dit boek een opvallende typefout op pagina 37, waar "zichelf" staat in plaats van "zichzelf".
Op bijna elke dubbele pagina staat een mooie illustratie, gemaakt door Eric D'hondt. De tekenstijl is een beetje strip-achtig, met zwarte ovaaltjes als ogen, streepjes als monden en puntige of juist grote worstvormige neuzen, zoals de volwassen personages in de Suske-en-Wiske-strips hebben.
De illustrator heeft gebruikt gemaakt van dikke zwarte lijnen en heeft alles digitaal ingekleurd met veel schaduwen en lichte vlakken, waardoor de tekeningen er niet plat uitzien. Het kleurgebruik past bij het moment van de dag: heel licht en vrolijk, of juist donker met alleen wat licht van een vuurtje.
Een voorleesboek waarover je kan praten
De situaties waarin de jongen terechtkomt zijn duidelijke lessen voor de lezer (of voor degene die voorgelezen wordt).
Na alle vervelende dingen die de jongen meemaakt, raak je als lezer ook bijna je vertrouwen in de mensen kwijt... Gelukkig weet zijn vader de jongen wel gerust te stellen en heeft hij ook een oplossing om de jongen te leren dat niet iedereen zo slecht is!
De luchtballon is echt een voorleesboek. Het is een mooi sprookje over wat kinderen mee kunnen maken als ze voor de eerste keer zelf, in hun eentje, iets moeten gaan halen bij een winkel. Je kan allerlei mensen tegenkomen en er kan vanalles gebeuren, maar de voorbeelden die de auteurs laten zien in dit verhaal, geven mooie aanknopingspunten om hierover te praten met het kind (of de kinderen) aan wie je dit boek voorleest.
Lijkt het jou leuk om hoog in de lucht te wonen?