Uiterst genietbare onzin (met een gevoelig kantje)
De negenjarige Kasper heeft een probleem. Te pas en te onpas verandert hij in een dier. Het is niet te voorspellen welk dier en hij heeft er geen idee van wat de oorzaak is. Gelukkig heeft Kasper een stel behulpzame vrienden die bereid zijn hem te helpen, al draait niet elk plan uit zoals gehoopt.
Door Katy
Kasper wordt een kip is het debuut van Sam Copeland. De Britse auteur woont in London en reist volgens zijn eigen grappige biografie de wereld rond als kippenfluisteraar. Naast schrijver is hij ook literair agent. Copeland heeft ermee gedreigd meer boeken te schrijven. Moeten dat de lezers zorgen baren?
Als de auteur nog meer hilarische boeken aflevert zeker niet. Dit verhaal is immers van de eerste tot de laatste pagina grappig en zelfs een tikje ontroerend. Het eerste hoofdstuk begint gewoon nog een keer opnieuw en Kasper komt meteen in een gevaarlijke, maar hilarische situatie terecht. De toon waarop de lezer aangesproken wordt, is direct en klinkt haast logisch en geloofwaardig, terwijl het geheel allesbehalve deze dingen probeert te zijn. Het effect is wel dat de lezer onmiddellijk bij Kasper betrokken raakt en samen met hem het hele waanzinnige avontuur doormaakt. De emotie zit in de relatie tussen Kasper en zijn zieke grote broer. De jongen maakt zich zorgen, ook al wuift SuperMove, zo heet hij natuurlijk niet echt, die weg. Op school vindt Kasper steun voor zijn probleem bij Hogan, Samir en Flora. Samen proberen ze uit te zoeken wat er aan de hand is met Kasper, maar tegelijkertijd moeten ze ook een pestkop die zichzelf bovendien uitroept tot aartsvijand het hoofd bieden.
Naast een te gek plot staat Kasper wordt een kip ook nog eens vol met leuke illustraties. Die zijn van de hand van Sarah Horne. Zij leerde dan weer op de leeftijd van negen tekenen, terwijl ze haar redenen voor een fikse kapselverandering probeerde uit te leggen. Ze werkt het liefst met pen en inkt en werkt haar tekeningen af met behulp van photoshop en een kop thee. De prenten in het boek zijn expressief, soms even chaotisch, en passen goed bij de stijl van het verhaal. Ze breken de tekst, al wordt er ook met de opmaak gespeeld, en Kasper heeft een gezicht zonder dat dit de fantasie van de lezer in de weg staat. De illustraties prikkelen net zoals de tekst om zo snel mogelijk verder te lezen. De tekst is trouwens voorzien van een aantal sublieme voetnoten die uiteindelijk niet echt iets bijdragen aan de plot, maar heerlijk zijn om te lezen.
Kasper zal de lezer doen gniffelen en schuddebuiken, het zal onmogelijk worden om nog naar duiven te kijken zonder ze een accent toe te dichten en wie op de wc gaat zitten, kijkt voor zān billen de bril raken voor de zekerheid misschien eerst even in de pot. De laatste bladzijde omslaan, zorgt voor een prangende vraag: wanneer komt het tweede boek uit?
Eindoordeel: 5 sterren