Haaieneiland: een spannend avontuur in de Stille Zuidzee
Haaieneiland is al in 2015 verschenen in hardcover, maar de paperback is dit jaar verschenen. Tijd genoeg dus om al meerdere prijzen te winnen: de Thea Beckmanprijs in 2017, de Jonge Beckman 2017 (de prijs van de jongerenjury). Winnaar Prijs van de Zeeuwse Boekhandels 2016 en Genomineerd voor de Prijs van de Jonge Jury 2017. Selene en Marjoke bespreken samen het boek en hebben een interview met de schrijver, Rob Ruggenberg.
In dit verhaal gaan Roemer en zijn broer Pieter mee op een schip van een expeditie om het Zuidland te zoeken. Als een van de schepen op een klif bij het eiland Takapoto vastloopt, gebeuren er een aantal dingen waardoor hij en vier anderen besluiten om op het eiland achter te blijven.
Op het eiland wonen behalve een oude man alleen nog maar vrouwen. Beetje bij beetje leert Roemer de taal en komen ze erachter wat er met de mannen is gebeurd.
- Wat vind je van de schrijfstijl?
Marjoke: Ik vind de schrijfstijl prettig, maar vooral spannend. Je blijft doorlezen. Af en toe komen er woorden van vroeger in voor, bijvoorbeeld kwartiermeester. Die woorden worden achterin uitgelegd. Het geeft het gevoel dat Rob Ruggenberg veel weet van de tijd en de plaats waar hij over schrijft.
Selene: Het verhaal wordt meestal verteld vanuit het oogpunt van Roemer (wel in de derde persoon enkelvoud), maar af en toe ook vanuit Nu'i. Dat gebeurt voornamelijk als er belangrijke scènes zijn waar Roemer niet bij is.
Een aantal vreemde woorden en oudere Nederlandse woorden staan achter in de woordenlijst. Deze woorden zijn meestal schuingedrukt, waardoor je wel weet welke woorden je op kan zoeken. De meeste woorden van de taal die op Takapoto wordt gesproken, worden ook meteen uitgelegd in de tekst zelf.
- Wat vind je van de personages?
Marjoke: Ik vind de personages goed gevonden. Roemer en Nu’i zijn jong, dat maakt het leuk voor jongeren. Ik kan me goed voorstellen dat Roemer bang is voor Baltus Jansse. Je merkt ook dat mensen vroeger anders dachten en anders leefden dan wij. Tututemanarike is echt zo’n geheimzinnige man, zoals je ook over de Maori’s in Nieuw-Zeeland wel eens leest.
Selene: Net als de andere boeken van Rob Ruggenberg speelt Haaieneiland zich in het verleden af en komt een jongen (vaak een Nederlandse jongen) in een spannend avontuur terecht. Ook in dit boek is het een Nederlandse jongen, uit Zeeland.
Aan Roemer zelf merk je niet echt dat hij een jongen uit de 18e eeuw is. De manier waarop hij denkt, zou zomaar een jongen van nu kunnen zijn. Maar aan de omgeving waarin hij leeft en aan de dingen die hij meemaakt, merk je wel duidelijk dat dit verhaal zich in het verleden afspeelt.
De andere personages, zoals Nu'i, Tututemanarike en de vrouwen van het eiland, maar ook de krijgers van het andere eiland en de mannen die meevaren op de schepen vanuit Nederland, passen heel erg in de 18e eeuw qua gedrag en denkwijze.
- Zou je zelf op Takapoto willen wonen?
Marjoke: Nou, ja en nee. Het lijkt me een droomeiland, heerlijk warm, een palmenstrand, lekker zwemwater. Het voelt alsof je je daar nooit zorgen hoeft te maken. Maar ik ben wel heel erg gehecht aan alle luxe van Nederland, het eten, mijn bedje en ik lees graag. Dus ik ben bang dat ik het er toch niet lang vol zou houden.
Selene: Het grote nadeel vind ik wel dat de mannen van een naburig eiland langskwamen om alle mannen van Takapoto te vermoorden... Heel gezellig was dat dus niet. Maar het leven in Nederland heeft natuurlijk, net als het leven op Takapoto, ook allerlei voor en nadelen.
- Wat spreekt je aan in het verhaal?
Selene: Vooral de spanning en het avontuur op plaatsen waar ik zelf nog nooit ben geweest! De gebeurtenissen zijn heel realistisch, dus er worden mensen ziek, gewond en er sterven mensen door ziekten of verwondingen. Roemer raakt dus ook mensen kwijt waarvan hij heeft gehouden, maar ook moet hij omgaan met de dood van mensen die hij amper kent of mensen die hij juist niet zo aardig vindt... De focus ligt daar niet op, want het leven (en het overleven) gaat gewoon door, maar het is wel een onderdeel van het verhaal. Het leven op het eiland is echter zo onbekend dat je als lezer geen idee hebt wat er als volgende gaat gebeuren, waardoor het voortdurend spannend blijft.
Van de situaties waar Roemer en Nu'i in terechtkomen zou je het meeste zelf niet mee willen maken, maar er zitten ook momenten bij dat je zelf ook ontzettend graag op het eiland erbij geweest zou zijn! Daarvoor kun je, net als bij de andere boeken van Rob Ruggenberg, een kijkje nemen op zijn website. Ook de foto in de banner komt van deze site!
Marjoke: ik hou ervan als een boek een soort ontdekkingsreis is. Dat ik dingen leer, die ik leuk vind en interessant. Haaieneiland is dat helemaal. De personages zijn écht, ze komen tot leven. Hoe mensen vroeger leefden op zo’n schip, dat er kannibalen leefden in de Stille Oceaan en waarom ze mensenvlees aten. Dat leer ik allemaal uit het boek, terwijl het ook nog gewoon een spannend verhaal is, waarbij je op het puntje van je stoel zit te lezen. En voor wie een boekbespreking wil houden over Haaieneiland is de website helemaal een cadeautje! Wat staat daar veel informatie. Ik begrijp wel dat Rob Ruggenberg met dit boek de Thea Beckmanprijs heeft gekregen.
- Voor welke leeftijd of doelgroep is het verhaal het leukst?
Selene: Waarschijnlijk voor kinderen van 10 tot 13 jaar, maar als je ouder dan 13 bent, is het nog steeds een heel erg leuk en spannend verhaal.
Marjoke: daar ben ik het helemaal mee eens.
- Hoeveel sterren zou je het boek geven?
Selene: Vijf sterren!
Marjoke: Zonder twijfel ook vijf sterren!
Interview met de schrijver, Rob Ruggenberg.
- Hoe kwam u erbij om een verhaal te schrijven over Takapoto?
Ik las een oud scheepsjournaaal van Jacob Roggeveen, waarin hij bijna terloops vermeldt dat er vijf bemanningsleden op het eiland waren weggelopen. Hij voegt er een zinnetje aan toe, waarin hij het vermoeden uit dat de vijf waarschijnlijk snel worden opgegeten. Meer niet. Vervolgens gaat hij over tot de orde van de dag. Dat maakte mij nieuwsgierig. Wat was er met die vijf gebeurd? Ik deed wat onderzoek, en kwam in een soort roller-coaster terecht, waarin ik de ene na de andere ontdekking deed. Adembenemend vond ik het, spectaculair ook.
- Wat vond u het fijnste moment op Takapoto?
Toen ik leerde hoe ik tussen de haaien kon zwemmen en ze kon afschrikken als ze te dicht bij me kwamen. Het is daar 40 graden en in dit hitte is het heerlijk als je een paar keer per dag kunt zwemmen - en niet bang hoeft te zijn voor die rondcirkelende haaien. Het het binnenmeer van Takapoto het mooiste en helderste (zwem)water dat ik ooit heb gezien.
- Het lijkt alsof er niet heel veel variatie in het eten op Takapoto zat. Hoe ervaarde u dat toen u zelf op het eiland was?
Gelukkig hou ik heel van vis, en dat is er volop, samen met kreeft en krab. De plaatselijke bevolking varieert bovendien erg met kokos. Ik kreeg iedere dag kokos voorgeschoteld, maar het smaakte steeds anders. Na 14 dagen had ik nog steeds niet de typische kokoksmaak geproefd die wij hier kennen. Toen ik daar iets over vroeg en uitlegde wat ik bedoelde, trokken ze een vies gezicht: dat is oude kokos, dat lusten wij hier niet.
- Heeft u alle dingen over het eiland en de taal die in het boek gebruikt worden, geleerd op Takapoto?
Ja, verreweg het meeste wel. Toen de kinderen en ook de volwassenen op het eiland in de gaten kregen wat voor soort woordjes ik wilde weten, kwamen ze iedere dag met iets nieuws aanzetten. Ik schreef mijn hele notitieblokje vol met hun woorden. Uiteindelijk heb ik er maar een heel klein deel van in Haaieneiland gebruikt.
- Welk ander boek dat u geschreven heeft, zou u aanraden aan kinderen die "Haaieneiland" heel erg leuk vinden?
Ik denk dat die kinderen IJsbarbaar ook wel mooi zullen vinden. En anders Piratenzoon wel!