Zes vragen aan Lepelsnijder
Lepelsnijder. Een titel die veel vragen oproept. Een woordje dat de fantasieradartjes op volle toeren laat draaien. Want wie of wat is Lepelsnijder? Waar gaat dit boek over? Laten we het Lepelsnijder zelf vragen. Lees je mee?
Geschreven door Sanne
- Lepelsnijder, waar ga je over?
Ik ben Lepelsnijder, maar de naam die Frid me heeft gegeven is Janis. Frid is de oude man waarmee ik, zo lang als ik me kan herinneren, in de bergen woon, ver van de bewoonde wereld. We hebben een paar kippen en een hondje Luki. Met gutsen en etsen maak ik van hout hele mooie versierde lepels. Frid ruilt deze voor eten of olie. Eens in de zoveel tijd gaat hij een paar dagen weg, om spullen te ruilen zodat we weer een tijd te eten hebben. Maar op een dag gaat hij weg en duurt het veel langer dan anders voor hij weer terugkomt. Sterker nog, hij komt helemaal niet terug. Als al het eten op is, besluit ik hem te gaan zoeken, maar ik ben bang. Frid waarschuwde altijd voor een grote ziekte. Die ziekte kruipt, sluipt en zie je niet, maar die vreet je wel langzaam op. Nu moet ik in mijn eentje een donker en eng bos door en misschien ligt die ziekte wel op de loer. Maar ja, wat moet ik anders doen?
- Lepelsnijder, wie heeft jou gemaakt?
Marjolijn Hof heeft mij gemaakt! Zij zag een schilderij in Duitsland waarop een man, een jongetje en een hond langs een oever in een onherbergzaam gebied lopen. Op het schilderij lijkt het grauw en koud. Langzaam ontstond ik, Lepelsnijder! Het duurde wel even, Marjolijn was een tijdje terug al aan me begonnen, maar heeft me toen toch weer weggelegd. Uiteindelijk is het haar gelukt om met haar gutsen, etsen en messen wat te schaven aan mijn verhaal. Dat zal je ook in het boek zien. Het verhaal neemt langzaam duidelijkere vormen aan. Je weet niet wat er op de volgende pagina zal gebeuren, maar pas als je je mee laat voeren wordt het verhaal voor je ogen gecreëerd. Mijn verhaal is nergens voorspelbaar, maar bevat ook geen overdaad aan fantasie.
Wist je trouwens dat Marjolijn eerder al een Gouden Griffel, een Gouden Uil Jeugdliteratuurprijs en een Woutertje Pieterse Prijs heeft gewonnen?
Natuurlijk moeten we Annette Fienieg niet vergeten. Zij heeft mij nog mooier gemaakt. Elke hoofdstuk heeft ze versierd met een afdruk van een lepel. Misschien wel mijn lepels? Je kunt duidelijk zien dat Annette ook gutsen en etsen gebruikt en zo stempels heeft gemaakt. Als je naar de afbeeldingen kijkt zie je soms nog lijntjes om de afdruk heen.
- Lepelsnijder, wie ben je?
Dat zei ik al. Ik ben Janis en ik woon in de bergen. Op Frid na ken ik niemand en ik praat heel weinig. Ook mijn hersenspinsels lees je niet in het boek. Die zijn van mij. Ik reageer soms uit het niets, maar mijn reacties zijn wel heel eerlijk en puur.
Frid zegt ook niet zoveel. Soms zingt hij een liedje tijdens het villen van konijnen of hij knipoogt naar me.
Waarom moest alles hier zo uitgebreid verteld worden? Niemand zei iets in twee, drie zinnen, ze probeerden het niet eens. Frid was zuinig met woorden. Hij kon een hele dag werken zonder veel te praten. (...) Soms vroeg hij: ‘Gaat het, manneke?’ En dan zei Janis: ‘Ja,’ en waren ze weer een tijdje stil.
Ik heb mij nooit ergens zorgen over gemaakt, totdat Frid niet meer terugkwam. Toen moest ik zelf gaan nadenken over wat ik het beste kon gaan doen. Ik heb misschien niet altijd de beste beslissingen gemaakt, ik bedoel, het was een beetje onhandig om ongekookte eieren in de mand van de ezel mee te nemen, maar daar leer ik wel van. Ik leer ook veel van de mensen die ik onderweg tegenkom. Blijkbaar is er een wereld waar ik helemaal niets van wist. Dat je 'u' zegt tegen volwassenen bijvoorbeeld en dat je een lange onderbroek aandoet onder je kleren.
- Lepelsnijder, waar neem je ons mee naar toe?
Ik neem je mee op mijn zoektocht naar Frid. We gaan door bergen en dalen, langs bossen en boerderijen. Het regent, het onweert en mijn voeten doen zeer. Maar ik ontmoet ook mensen. Lieve mensen en onaardige mensen. Ik leer heelmakers en stukmakers kennen. Mensen verzorgen me of snauwen tegen me. Ik leer heel veel. Ook over Frid en mijn familie. Je komt er allemaal achter als je met me mee gaat. Ik zal je dan ook laten zien hoe het er jaren geleden aan toe ging. Dat ezels nog werden bepakt met spullen en wat een tondeldoos is bijvoorbeeld. Er zijn geen auto's, maar paarden en karren. En ook mijn schoenen zijn anders dan de sneakers die jij nu aan je voeten hebt.
- Lepelsnijder, wie gaan er met ons mee?
Luki, mijn hondje, gaat met mij mee en ook Kiezel, de ezel, gaat een stukje met ons op pad. We komen een jongen en een meisje tegen die ook een stuk met ons mee op reis gaan. Daarover kan ik nog niet zoveel zeggen, behalve dat ik uiteindelijk blij ben dat ze er zijn. Van hen leer ik wat eerlijkheid is.
- Lepelsnijder, wie vindt jou leuk?
Ik denk dat iedereen mij wel leuk zal vinden, maar extra leuk vind je mij als je tien jaar of ouder bent, goed kunt lezen en houdt van vroegere tijden en avontuur. Op de achterflap staat dat je van mij houdt als je ook van de boeken van Tonke Dragt houdt. Ik denk dat daar wel iets in zit, hoewel ik natuurlijk uniek ben!
Wil jij nog een vraag stellen aan Lepelsnijder? Plaats hieronder dan een berichtje, wie weet geeft hij wel antwoord!