Marc de Bel
Marc, met c of k, blijkt een veelbelovende voornaam voor auteurs van Vlaamse bodem. Na het artikel over Mark Tijsmans is het nu de beurt aan Marc de Bel. Zijn nieuwe boek De gouden waterduivel verschijnt eerstdaags. Tijd voor een nadere kennismaking.
Marc de Bel (1954) werd geboren in Kruishoutem, een plaats die geregeld als Kruisem voorkomt in zijn verhalen. Voor hij zich fulltime op schrijven ging toeleggen, gaf hij twintig jaar les in het lager onderwijs. Als geen ander weet hij dus wat kinderen leuk vinden. Naar eigen zeggen komt dat vooral omdat hij altijd elf is gebleven, sinds zijn val uit een boomhut op die leeftijd. Een kijkje op zijn website, leert ons meteen dat De Bel houdt van kinderen, dieren, fantasie, humor en ondeugend zijn.
Meer dan 170 boeken schreef hij ondertussen en dat betekent dat er elk jaar meerdere titels uitkomen. Daar zijn natuurlijk ook dunnere boekjes voor de jongste lezers bij, zodat kwaliteit nog steeds overheerst. Sommige verhalen zijn verfilmd of bewerkt voor theater. Niemand valt uit de boot want hij schrijft voor jong en oud, van kleuters tot (jong)volwassenen, grappig en serieus. Lees met ons mee.
Renate las Het ei van oom Trotter (1987) ~ 8-12 jaar
Marc de Bel debuteerde met Het ei van oom Trotter en sindsdien hoeft hij niet meer voorgesteld te worden. Het boek was namelijk een schot in de roos. De lezer wordt vanaf het begin meegezogen in de carrousel van gevoelens van hoofdpersonage Alexander. Je voelt zijn pijn, verdriet en eenzaamheid. Maar je bent ook deelgenoot in zijn vreugde bij de komst van oom Trotter. De Bel gebruikt graag bijvoeglijke naamwoorden waarvan er af en toe gerust eentje mocht verdwijnen. En 9-jarige lezers zullen vast regelmatig raad moeten vragen over een onbekend woord want moeilijke woorden zoals ‘erbarmelijke’, ‘gegarandeerd’ of ‘sentimenteel’ worden niet geschuwd. Wat overigens een goede zaak is. De negende druk in 2000 door het Davidsfonds is voor een hedendaagse jongeling wel gedateerd. Video’s, vaste telefoons en cassettebandjes zijn niet meer van deze tijd. Misschien is daar in de heruitgave in mei 2017 door Uitgeverij van Halewyck aandacht aan besteed? De cover van die uitgave is in elk geval alvast in een moderner jasje gestoken. Het ei van oom Trotter is een meeslepend, spannend, grappig en avontuurlijk verhaal met een meer dan happy end.
Evy las Blinker en de bakfietsbioscoop (1989) ~ 8-12 jaar
Blinker en de bakfietsbioscoop. Een titel die ik echt nooit meer zal vergeten. Wat heb ik genoten van de boeken van Marc de Bel vroeger! Niet alleen van het boek dat ik nu mocht herlezen, maar ook van de vele andere boeken die van zijn hand zijn verschenen toen ik jong was. Blinker is een erg handige jongen. Wanneer hij hoort dat er een uitvinderswedstrijd is, wil hij daar dolgraag aan deelnemen. Samen met zijn vrienden gaat hij aan de slag. Ondertussen moet hij afrekenen met de lokale bende en op zoek naar zijn vermiste hond, Sadee. Oh ja, en proberen om Nelle duidelijk te maken hoe gek hij is op haar! De woordgrapjes! Die was ik volledig vergeten! Wat leuk gedaan. Ik merkte wel dat De Bel een Vlaming is, maar ik kan me voorstellen dat het ook voor Nederlandse kinderen erg vlot leest. Net omdat er zoveel met de woorden gespeeld wordt. Het boek leest daardoor erg vlot en je voelt je echt het verhaal in getrokken worden. Blinker maakt verschillende dingen mee en die worden allemaal mooi met elkaar verbonden. Het leven van een kind is ook erg kleurrijk en dat wordt hier erg mooi weergegeven! Veel van de activiteiten zijn dagdagelijkse zaken die andere kinderen erg herkenbaar zullen vinden. De verdwijning van de honden is bijzonder en dat maakt dat het verhaal boven het 'normale' uit stijgt en toch erg spannend aanvoelt! De familie van Blinker wordt erg mooi beschreven, vooral de vader. Tiekenei is een typisch Vlaams woord, maar het is echt een prachtige koosnaam voor Blinker's vader. Ik zal nooit meer een Tiekenei eten zonder aan dit boek te denken! Prachtig verhaal! Ik ben weer helemaal fan en ik kijk uit naar het nieuwe boek van Marc de Bel!
Sanne las De FauTeNKaMPioeNe (1997) ~ 10-12 jaar
Hoe lang zal het geleden zijn dat ik voor het eerst iets van Marc de Bel las, 20 jaar? Ik weet nog dat ik gelijk verkocht was en het ene na het andere boek verslond. Ik herinner me de verhalen als grappig, avontuurlijk, alledaags en een klein beetje erotisch. Niet alleen het verhaal, maar ook de plaatjes hintten daar soms naar. Ik vroeg mijn moeder de zolder nog eens af te struinen naar boeken van De Bel, maar het meeste leende ik destijds bij de bibliotheek, dus mijn favo titels kwamen niet boven water. Via een andere weg kreeg ik wel twee boeken in handen: De FauTenKampioene en Blinker en de bakfietsbioscoop. Ik herlas de eerste.
Wanneer Meneer van Dale tijdens ziekte wordt vervangen door een docente waarvan onmogelijk te schatten is hoe oud ze precies is (veertig, vijftig, zestig, honderd?), vinden Marc en zijn vrienden dat ze dit probleem moeten oplossen. Yoko, het uit Gabon afkomstige meisje, zegt heksenkrachten van haar oma te hebben gekregen en zo besluit de vriendengroep van hun leerkracht af te kunnen komen...
De vrienden beleven van alles. Alledaagse zaken die voor middelbare scholieren erg herkenbaar zullen zijn: vervelende leerkrachten, pestkoppen, nablijven, huiswerk en verliefdheid. Maar Marc de Bel bespreekt ook zwaardere onderwerpen zoals dementie en immigratiebeleid. Beide onderwerpen lijken niet veel aandacht te krijgen, ze worden met enkele zinnen en annekdotes besproken. Ze zijn hierdoor niet heel zwaar, maar toch voldoende om meer over te weten te komen. En het einde maakt het boek ineens heel gewichtig. Ik wist als kind dat Marc de Bel een Vlaamse schrijver is, maar destijds zijn mij de Vlaamse woorden niet (zo) opgevallen. Nu viel me dat meer op, sommige woorden moest ik zelfs opzoeken, maar ook nu ontnam mij dat niet het leesplezier. De humor van de Bel herken ik meteen en bevalt me ook gelijk weer. De woordgrapjes, de plastische omschrijvingen, de bijnamen. Ze zijn nog even leuk! Wat me nu is opgevallen en waarvan ik mij afvraag of ik dat vroeger wel heb opgemerkt, is dat Marc de Bel zichzelf een hoofdrol heeft toebedeeld in het boek. Daardoor komt de vraag bij me op, is dit een waargebeurd verhaal? Wederom heb ik genoten van het boek, en ik wil zeker Blinker en de bakfietsbioscoop herlezen.
Ilja las De Miss Griezelverkiezing (2008) ~ 8-10 jaar
Dit boek vertelt een verhaal van de zusjes Kriegel. Over deze ondeugende drieling verschenen verschillende boeken. De reeks over De Kriegeltjes gunt ons een blik op hun avonturen toen ze jonger waren.
In mijn jeugd heb ik nooit iets van Marc de Bel gelezen. Het was ook even zoeken in de plaatselijke bibliotheek naar werk van hem, dus ik vermoed dat in mijn jongere jaren zijn werk niet ver de grens is overgestoken. Ik heb De Miss Griezelverkiezing gelezen en tijdens het lezen moest ik aan Annie M.G. Schmidt denken. Het boek staat namelijk vol met woordgrapjes, versjes en liedjes. Veel van deze woordgrapjes zal ik nooit hebben herkend toen ik jonger was, maar deden mij nu af en toe hardop grinniken. Schmidt is namelijk ook een kei in het verwerken van woordgrapjes, waardoor het voor volwassenen leuk blijft om een kinderboek (mee) te lezen. Precies dat gevoel had ik nu ook. Mijn interesse is dus gewekt en ik ga op zoek naar meer verhalen van hem. Ik ga op onderzoek uit of ik meer woordgrapjes in zijn werk kan vinden.
Joke las Nelle, de heks van Cruysem (2011) ~ 12+
Deze historische roman is gebaseerd op Clara De Vos die in 1634 als heks terechtgesteld werd. In het boek is Clara Nelles tante. In werkelijkheid is er van Nelle geen sprake in het echte verslag van het proces. Toch is de naam Nelle niet uit de lucht gegrepen. In de volksmond wordt namelijk verteld dat er een verband is tussen de plaatsnaam Nellekenskeer en Clara De Vos. Toch blijkt dit niet correct te zijn. De plaatsnaam is afgeleid van ‘Gelentkeer’, een laat-Middeleeuwse naam voor wat nu Bredestraat heet. Het bewijst dat de auteur zich degelijk gedocumenteerd heeft. Een fragment uit de echte akte over Clara is trouwens opgenomen achteraan in het boek.
Van De Bel las ik eerder enkel fragmenten uit zijn boeken door eruit voor te lezen in de klas of aan mijn kinderen. Daarvan herinner ik me vooral dat zijn verhalen grappig zijn en veel woordspelingen bevatten. Dit boek over Nelle is veel serieuzer al zorgen de fragmenten waarin Nelle zelf droomt en fantaseert voor de nodige humor en luchtigheid. Ik ben dan ook blij verrast door de veelzijdigheid van deze auteur. De taal die hij hanteert is eenvoudig genoeg om te begrijpen maar toch ook voldoende gedetailleerd beschreven zodat je je alles goed kan voorstellen. Het gebruik van de ik-verteller maakt dat het makkelijk is mee te voelen met Nelle. Hoewel de schrijfstijl heel anders is, moet ik toch denken aan Thea Beckmans Hasse Simonsdochter. Een goed teken dus. Opvallend is dat er heel vrij en openlijk over seks wordt geschreven. Het toont dat de schrijver zijn lezers serieus neemt. Mijns inziens is dit niet aanstootgevend en biedt het een juistere kijk op liefde en seksualiteit dan wat de jeugd elders soms voorgeschoteld krijgt. Het verhaal van Nelle is nog niet ten einde. In Nelle: blankgoud kan je de verdere avonturen van Nelle meebeleven. Mijn nieuwsgierigheid is zeker gewekt. Ook de andere historische verhalen die al verschenen zijn, komen op mijn veel te lange wil-ik-lezen-lijst. En de kans is groot dat er volgend schooljaar in mijn klas weer wat meer van Marc de Bel wordt (voor)gelezen.
Zoals jullie kunnen lezen zijn we allemaal gecharmeerd door de schrijfsels van deze auteur. De gouden waterduivel mag tevoorschijn komen.
Kenden jullie de boeken van Marc de Bel al? Welke is jouw favoriet? Wie maakt zijn WIL-lijst ook weer langer?