Wie zou er niet graag toversokken willen om aan elke situatie de juiste draai te kunnen geven? Als je ze aan hebt even de ogen dichtknijpen en de juiste toverwoorden zeggen. En als je dan toch kan toveren, neem je er ineens ook een kat bij of doe er maar twee. Maar dan niet van die huiskatten, avonturiers die houden van een gevuld buikje en de nodige vrijheid. Auteur Pieter Feller heeft de gedachten gelezen van een hoop kinderen, toen hij recent twee boeken uitbracht: Een jaar lang toveren met Kolletje en Dirk en Krabbel en Nies en de Grote Kattengriezel. 

Schrijfmicrobe 

In de nazomer van 1952 werd Pieter Feller geboren in Hoorn. De kleine jongen houdt van buitenspelen én van lezen, zo schrijft hij zelf op zijn website. Zijn eerste zelfgeschreven kinderboek heeft echter vier decennia op zich laten wachten, maar sinds 1993 verschijnt er haast elk jaar minstens één boek, vaak zijn het er meerdere. Hierdoor staat de teller ondertussen op meer dan vijftig. Hij heeft de schrijfmicrobe dus goed te pakken. Feller schrijft niet alleen voor kinderen, hij heeft daarnaast ook een paar misdaadboeken en tienerboeken uitgebracht. De boeken over Kolletje zijn echter het meest bekend.

Katharina Orselia Laetitia 

Een jaar lang toveren met Kolletje en Dirk (3+) is een verzamelbundel van vier boeken rond de seizoenen. Het meisje met de toversokken beleeft een hoop avonturen met haar buurjongen Dirk doorheen het hele jaar. De verhalen zijn nauw verbonden met het seizoen waarin ze zich afspelen, maar niet te stereotypisch. De oplettende lezer zal wel merken dat het varkentje in Lentekriebels al een naam heeft, maar die pas krijgt in Taart met Zomerkoninkjes. Chronologisch zit de verzamelbundel niet helemaal juist, maar dat heeft te maken met de volgorde waarin de verschillende losse delen zijn uitgegeven. 

De boeken van Kolletje spelen zich af in een omgeving die voor kleuters echter erg herkenbaar is: thuis, op school, in het bos, in het park, … . Hetzelfde geldt voor de situaties waarin de korte hoofdstukken zich afspelen. Ze spelen in een zwembadje, zetten de kerstboom, maken een herfstwandeling of gaan naar de koeien kijken. Kolletje heeft een druk leventje voor een klein meisje en is best zelfstandig voor haar leeftijd. Haar vriendje Dirk heeft soms een humeurtje en vindt het maar niks als meneer De Jong hem klein noemt. De wereld van Kolletje is vrolijk en redelijk zorgeloos, al wordt de bejaarde buurman weleens ziek en gooit de regen roet in het eten wanneer er leuke plannen zijn gemaakt.

Pieter Feller heeft ontegensprekelijk oog voor de wereld van kinderen. In de verhalen gebeuren geen opzienbarende dingen, maar doordat ze boeiend beschreven zijn, weten ze toch de aandacht vast te houden. Kolletje probeert steeds invloed op de gebeurtenissen uit te oefenen door haar sokken te gebruiken en haar naam uit te spreken, dat is immers haar toverspreuk. Telkens ze haar ogen dichtknijpt en Katharina Orselia Laetitia gaat het meestal goed, maar de macht van de sokken is beperkt tot kleine dingen, zoals haar klasgenootje in een koeienvlaai laten vallen. De hoofdstukken zijn kort en alles wordt in heldere taal verteld, de verhaaltjes lenen zich daardoor prima voor beginnende lezers die een uitdaging niet uit de weg gaan.

Wat de boeken over Kolletje en Dirk extra leuk maakt, zijn de tekeningen van Natascha Stenvert. Zij bedacht het meisje samen met Pieter Feller. De levendigheid spat van het papier en aan de manier waarop Kolletje wordt afgebeeld, is te zien dat ze ondernemend is. Ze zet grote stappen en op haar gezicht verandert de uitdrukking voortdurend. Tegelijkertijd is Kolletje bijzonder schattig  met haar reuzegrote strikken en ballonjurkje. De stijl van de illustraties sluit mooi aan bij de persoonlijkheid van Kolletje uit het verhaal. Op elke pagina staan meerdere kleine prenten en mede hierdoor wordt de aandacht van de lezer steeds opnieuw geprikkeld. Door het goede samenspel tussen tekst en tekening heeft Kolletje alles in zich om in de hoofden van de lezer te blijven hangen.

Het harde leven van een kat

Krabbel en Nies (zie recensie) , het boek over twee katten die door de straten zwerven op zoek naar een slaapplek en een lekker hapje verscheen vorig jaar. Marieke Nelissen maakte de illustraties bij het dierenverhaal waarin Krabbel en Nies hulp krijgen van een hoop vrienden in de strijd tegen Poelie de Verschrikkelijke, een zwarte kater die de buurt terroriseert. Ze worden zelfs bijgestaan door Ijtje de ekster en Buster de mopshond. Dit jaar verscheen het vervolg: Krabbel en Nies en de Grote Kattengriezel. Deze keer wordt het leegstaande huis waarin Krabbel en Nies wonen, verkocht aan een oudere muzikant met een Duitse dog die luistert naar de naam Loedwig. De twee katten weten niet of ze in het huis kunnen blijven, krijgen het opnieuw aan de stok met Poelie de Verschrikkelijke, en dan doen ook nog eens verhalen de ronde over de grote kattengriezel.

De boeken van Krabbel en Nies zijn heerlijk om voor te lezen. Ze zijn vlot geschreven en de belevenissen zijn redelijk origineel. Het leven van de hoofdpersonages is niet altijd rooskleurig, maar ze weten zich te redden en daar draait het uiteindelijk om. De korte hoofdstukken delen het verhaal op in overzichtelijke stukken die ideaal zijn voor het slapengaan of om een stukje te lezen in de klas (5+). Alleen lezen gaat ook vanaf een jaar of 7. Waar in het eerste boek de nadruk vooral lag op vriendschap gaat schrijver Pieter Feller in Krabbel en Nies en de Grote Kattengriezel de grotere thema’s niet uit de weg. Er is namelijk ook een oude, zieke poes, Katootje, waar de zwerfkatten vriendschap mee sluiten en daar moeten ze op een bepaald moment afscheid van nemen. Het is allemaal echter niet overdreven gedramatiseerd en wordt heel natuurlijk in het verhaal geïntegreerd. Dat maakt bovendien dat het einde van het boek iets poëtisch heeft, zonder dat de auteur dit duidelijk nastreeft. Een pluim voor Marieke Nelissen die beide verhalen tot leven weet te brengen in haar illustraties zonder hiermee de fantasie van de lezers te beknotten. Ze schetst de wereld van Krabbel en Nies op een expressieve manier en draagt absoluut bij aan het verhogen van het leesplezier.

Zowel Een jaar lang toveren met Kolletje en Dirk en Krabbel en Nies en de Grote Kattengriezel zijn aanraders. Het zijn absoluut twee erg verschillende boeken en Kolletje mikt op een iets jonger publiek dan Krabbel en Nies. Beide zijn wel goed voor ettelijke uren leesplezier en weten moeiteloos een herkenbare, maar allesbehalve saaie wereld te openen. 

In 2018 verscheen naast de besproken boeken eveneens Clara, een boek voor een wat oudere doelgroep (9+) over de eigenzinnige Clara die graag ontdekkingsreiziger wil worden.

door Katy