"Armin de paardenjongen" van George Knottnerus
De wereld is niet vergaan en er is ook niets speciaals gebeurd in het jaar 1000. Wel heeft een aantal jaren daarna een oom van een vriendin van Armin een wapen uitgevonden dat zo krachtig is, dat het niet in verkeerde handen mag vallen. Het perkament met de formule wordt echter gestolen en om te voorkomen dat er vreselijke dingen gaan gebeuren, gaat Armin achter de dief aan. Gelukkig krijgt hij hulp van zijn vrienden!
Armin de paardenjongen is het tweede jeugdboek van George Knottnerus, dat hij heeft opgedragen aan zijn twee kleinzoons. Hij wilde graag een spannend verhaal schrijven voor jongens van 10 tot 12.
Is dat gelukt met dit boek?
Het verhaal is over het algemeen wel spannend, dus daarin is de auteur zeker geslaagd. Op de momenten dat hij de gebeurtenissen gedetailleerder beschrijft, zoals het moment dat Armin de schuilplaats van Rodolphus vindt of het moment dat hij Rodolphus gaat afluisteren, is het verhaal het spannendst.
Andere momenten, die eigenlijk wel spannend hadden moeten zijn, zoals de belegering van de stad Olava, zijn dan weer niet heel erg spannend om te lezen. De problemen of gevaren die Armin op dat moment meemaakt, voelen voor de lezer niet als gevaar, omdat het zo ontzettend duidelijk is hoe dat gevecht af gaat lopen dat het eigenlijk niet meer interessant is.
De personages hebben over het algemeen geen duidelijk karakter, vooral Armin (de hoofdpersoon) niet. Hij kijkt er alleen te zijn om het verhaal te kunnen vertellen. De bijpersonages hebben meer eigenschappen waardoor ze te herkennen zijn, al is het kenmerk van een aantal bijpersonages voornamelijk dat ze op een aparte manier praten.
Juist omdat de bijpersonages interessanter leken te zijn dan Armin zelf, is het jammer dat er minder over ze verteld werd. Ik had graag veel meer gelezen over Gwende en Lotar, maar ook over Marcus en Svein bijvoorbeeld. Andere personages die interessant leken, zoals Aod, kwamen ook maar weinig naar voren. Je komt dus eigenlijk net te weinig over alle personages te weten om echt met ze mee te kunnen leven.
De auteur maakt heel veel gebruik van vergelijkingen, zoals in "Hij zoog de woorden op zoals een zuigeling moedermelk." Naarmate het boek vordert, worden dit soort vergelijkingen wel minder gebruikt. Vaak zijn ze echter niet nodig en had de auteur ze beter weg kunnen laten, of gewoon kunnen beschrijven hoe iets eruitziet.
De breedsprakigheid van de schrijfstijl maakt dat je het verhaal niet snel kunt lezen. Dat past aan de ene kant wel bij de sfeer van het verhaal, omdat het zich net na het jaar 1000 afspeelt in een wereld waar magie wel bestaat. Aan de andere kant zal het boek hierdoor niet iedereen aanspreken. Zeker de doelgroep waarvoor dit verhaal het leukste kan zijn, zal veel onbekende woorden tegenkomen.
Voor een oudere lezer, die alle woorden wel kent, is het verhaal weer minder interessant.
Het idee is goed, maar de uitvoering stelt wat teleur. Ik stoorde me zelf vooral aan de interpunctie (bijvoorbeeld een aanhalingsteken op de verkeerde plaats), maar er stonden ook een aantal echte typefouten in (zoals "jongetjes" waar "jongetje" moet staan). Ook past het taalgebruik niet echt bij de doelgroep voor wie het verhaal het leukst is, maar het is de auteur wél gelukt om een spannend verhaal te schrijven!