Roald Dahlweek: Gruwelijke Rijmen
Deze week staat schrijver Roald Dahl in de kijker op de Hebban Jeugdliteratuurspot. De favoriet van menig clublid kan in deze week natuurlijk niet ontbreken. Vandaag besteden we daarom aandacht aan... Gruwelijke rijmen!
Door Selene
Gruwelijke rijmen (1982), de Nederlandse vertaling van Roald Dahl's Revolting Rhymes, is de eerste van de drie dichtbundels die Roald Dahl heeft geschreven. De andere twee zijn Rotbeesten (1984) en Rijmsoep (1989), al komen er in zijn andere boeken ook vaak rijmen voor.
In dit boek heeft Roald Dahl zes sprookjes op een 'gruwelijke' manier herteld. De oorspronkelijke versies van sprookjes liepen niet altijd goed af en ook deze sprookjes op rijm hebben niet altijd een goed einde.
De sprookjes die in dit boek op rijm zijn gezet, zijn Assepoester, Jakob en de bonenstaak, Sneeuwwitje en de zeven dwergen, Goudhaartje en de drie beren, Roodkapje en de wolf, en De drie biggetjes. Het zijn wel, zoals de titel van dit boek ook al aangeeft, "gruwelijke" rijmen. Je moet dus ook zeker niet verwachten dat iedereen het overleeft...
Alles is natuurlijk op rijm geschreven, waarbij elke twee regels op elkaar rijmen ("gepaard rijm"). Ook omdat elke zin best kort is (gemiddeld acht lettergrepen per regel), blijf je echt in een ritme lezen.
Je denkt misschien: dit ken ik al,
maar dat is heus niet het geval.
Het echte verhaal van Assepoester
is heel wat bloediger en woester.
Men heeft er vroeger iets slaps van gebrouwen
om zoete kindertjes zoet te houden.
Het begin zit er niet zover naast:
de stiefzusters hadden zich weggehaast
in de donkere nacht naar 't koninklijk bal,
prachtig gekleed, met juwelen en al,
nadat ze Assepoes onverdroten
in een kelder hadden opgesloten,
waar ratten met hongerige magen
aan haar tenen begonnen te knagen.
...
De vertaling is zo goed, dat je je afvraagt hoe deze gruwelijke rijmen ooit in het Engels geschreven konden zijn. Maar als je daarna de Engelse versie leest, zie je toch dat daar net wat andere (woord)grapjes in mogelijk zijn.
Behalve Assepoester spelen alle sprookjes zich af in de moderne wereld. Het is niet helemaal de wereld van nu, maar wel de jaren '80 van de vorige eeuw. Bellen ging nog met een gewone telefoon in plaats van een mobieltje. Daardoor krijgen sommige verhalen, zoals De drie biggetjes, wel een heel onverwachts einde! Eigenlijk weet je bij geen enkel sprookje welke richting het verhaal nu weer op zal gaan, want dat ze niet gaan zoals je gewend bent, is na het eerste verhaal al duidelijk. Vooral Jakob en de bonenstaak bevat een hele aparte wijze les (maar wel een goede).
Het gewone verhaal van Sneeuwwitje is niet mijn favoriete sprookje, maar deze versie is wel heel erg leuk! Misschien wel net iets leuker voor oudere lezers dan voor kinderen. Sneeuwwitje komt terecht bij de zeven dwergen, maar het zijn zeker niet de dwergen zoals je die kent uit de Disney-versie. Ook de toverspiegel krijgt een grotere rol in dit verhaal.
Het verhaal van Goudhaartje en de drie beren lijkt weer heel erg op het gewone sprookje, op het (toch wel voorspelbare) einde na. De manier waarop Roald Dahl het beschrijft, maakt echter dat je beter na gaat denken over hoe Goudhaartje zich gedraagt. Wie is eigenlijk de slechterik in dit verhaal? Goudhaartje of de berenfamilie? Of misschien allebei?
Het mooie aan Gruwelijke rijmen is dat de illustraties van Quentin Blake volledig in kleur zijn gedrukt. De meeste van zijn illustraties beslaan ook een hele pagina. Het is duidelijk te zien dat Blake aquarelpapier met een iets grovere structuur heeft gebruikt en hoe hij met aquarel en inkt heeft gewerkt. De kleuren zijn licht en vrolijk, wat soms totaal niet bij de afgebeelde (gewelddadige) situatie past. Aan de andere kant maken de illustraties die situaties dan toch weer net wat minder erg (en ze maken het zeker minder bloederig, want Blake heeft het bloed gewoon niet getekend).
Deze mooie kleuren mis je toch wel een beetje bij zijn zwartwit-illustraties in de andere boeken. De schaduwen heeft de tekenaar overal met zwart krijt aangegeven, waardoor alle tekeningen mooi bij elkaar passen.
Ook grappig: de tekeningen op de voor- en achterkaft vertellen ook nog een klein verhaaltje. Sommige edities hebben de ene tekening op de voorkant en de andere op de achterkant staan, terwijl dit bij andere uitgaven weer net omgewisseld is.
Ook al is dit het kortste boek dat Roald Dahl heeft geschreven, het blijft een leuk boek om te lezen voor elke leeftijd. Zeker als je het voor de eerste keer leest, zitten deze sprookjes vol verrassingen, maar ook als je het boek vaker leest, blijven de verhalen goed!