Verhalen uit het ziekenhuis
Voor kinderen is naar de dokter of naar het ziekenhuis gaan soms behoorlijk spannend. Dat is ook zo voor Kleine Vos, Imke, Peter en Ozette. Ze beleven elk hun eigen avontuur in de tweedelige reeks Verhalen uit het ziekenhuis.
Door Katy
In De dokter is kwijt staan twee verhalen voor kinderen vanaf 4 jaar. Er is Kleine Vos die zijn poot behoorlijk pijn heeft gedaan, maar eigenlijk helemaal niet naar het ziekenhuis wil. En er is Imke die bij haar opa in het ziekenhuis blijft, omdat hij geopereerd moet worden. Wanneer de dokter niet gevonden kan worden, gaat Imke zelf op zoek. De verhalen zijn geschreven door Bianca Antonissen en Gerlin de Lange. De auteurs trokken naar enkele scholen en vroegen de kinderen hoe het verhaal dat ze hadden bedacht verder zou kunnen gaan. Met de inspiratie die ze daar opdeden, gingen ze aan de slag. De illustraties zijn gemaakt door Tineke Meirink en Marijke Klompmaker.
Het verhaal rond Kleine Vos is erg eenvoudig van opzet. Het leest als een prentenboek en de tekst is beperkt. Muis en Kleine Vos zijn aandoenlijke figuurtjes die samen met Uil de beste manier proberen te zoeken om Kleine Vos te laten verzorgen. De tekeningen zijn zacht en lief. Het verhaal over Imke bevat wat meer tekst. Het is leuk voor beginnende lezertjes om zelf te lezen en heeft een compleet andere invalshoek. Hier heeft de dokter een zetje nodig en Imke is de geknipte persoon om hem te helpen. De prenten zijn wat rommelig, maar best grappig.
In Paniek om een pinda draait het eerste verhaal rond Peter die in de pindakraam van zijn ouders helpt, maar een acute pinda-allergie blijkt te hebben. Het speelt zich deels in het ziekenhuis af en deels bij een gemene tante. Heel geloofwaardig is het allemaal niet, maar de komische noot en de ondernemingszin van Peter zijn belangrijker. Het andere verhaal focust op Ozette die denkt dat haar klasgenoot Jens door haar schuld in het ziekenhuis ligt en hem als cadeautje een muis geeft. Het is echter niet zo eenvoudig om een muis verborgen te houden voor de dokters en de verpleegsters.
Beide verhalen bevatten veel tekst en zijn geschikt voor kinderen vanaf 8 jaar. Ook voor dit boek trokken de auteurs, René Hoogschagen en Christel Koperberg, naar enkele basisscholen op zoek naar goede ideeën. Die gebruikten ze om de plot verder vorm te geven. Het zijn twee heel verschillende verhalen geworden, maar in beide zit wat spanning en de nodige humor. In het verhaal over Peter is dat ook terug te zien in de tekeningen van Andrea Kruis. Ze zijn erg sprekend en passen bij de toon van de auteur. De illustraties van Madeleine van der Raad die bij het avontuur van Ozette horen zijn soberder. Ze vullen de tekst aan, maar geven niet alles weg. Ze vormen een fijne onderbreking, terwijl er wat meer aan de verbeelding van de lezer overgelaten wordt.
De twee boeken zijn leuk leesvoer, omdat ze het thema ‘ziekenhuis’ vanuit verschillende hoeken benaderen. Ze laten enerzijds zien dat bang zijn van de dokter niet hoeft, maar anderzijds zijn ze ook een beetje ondeugend. Het verschil in doelpubliek tussen ‘De dokter is kwijt’ en ‘Paniek om een pinda’ is vrij duidelijk en goed uitgewerkt, zonder in herhaling te vallen. Het is een tof idee om de boeken zo op te vatten dat ze meerdere leeftijden aanspreken en toch een geheel vormen.
Eindoordeel:
De dokter is kwijt – 3,5 sterren
Paniek om een pinda- 3,5 sterren