Voorlezen. Wie is er niet mee groot geworden? Maar hoe doe je dat eigenlijk, goed voorlezen? Het begint natuurlijk bij het kiezen van een goed prentenboek. Vandaag geven we je een tiental tips waarmee jij een echte voorleesster wordt!

Door Ilja.

1. Het boek past bij de leeftijd van je kind. Dit lijkt een open deur, maar dat is het eigenlijk niet. Er zijn zoveel boeken op de markt, die allemaal een eigen leeftijdsindicatie hebben. Dit kan je helpen bij het kiezen van een boek, maar niet elk boek past even goed bij de belevingswereld van je eigen kind. Waar staat mijn kind in zijn/haar ontwikkeling? Wat zijn de interesses? Wat is het hoofdpersonage, kan mijn kind zich daar in inleven? Is de verhaallijn niet te moeilijk? Ben kritisch bij de prentenboekkeuze en sta jezelf toe om een keer verkeerd te kiezen. Wanneer het prentenboek past bij jouw kind, zal de ontwikkeling geprikkeld worden en wil het kind dit het liefste zo vaak mogelijk lezen. Wanneer je verkeerd kiest, is het kind niet geïnteresseerd en liever met andere dingen bezig. Boeken zijn dan niet interessant. Wanneer dit gebeurt, leg dan het boek weg en probeer het met een nieuw boek. Door blijven lezen werkt averechts en een ander boek kan wel het juiste zijn.
2. Het boek ligt qua niveau iets boven de ontwikkeling van het kind. In de wetenschap wordt dit ook wel 'in de zone van naaste ontwikkeling' genoemd. Het kind wordt dan geprikkeld en dat heeft een positieve invloed op het leren. Let wel op dat het niet te moeilijk is, want dan bereik je het tegenovergestelde.
3. Het boek sluit aan bij de belevingswereld. Een moeilijk begrip, maar belevingswereld is eigenlijk waar het kind interesse in heeft en wat hij/zij ervaart in de wereld om hen heen. Bij kleine kinderen zijn dat vaak huis-tuin-en-keuken verhaaltjes. Als ze wat ouder worden, komt daar wat meer fantasie bij kijken. Een goed voorbeeld zijn de boeken van Boer Boris van Ted van Lieshout en Philip Hopman. Deze boeken spelen zich af op de veilige omgeving van een boerderij en Boer Boris maakt herkenbare avonturen mee, waarbij soms de fantasie geprikkeld wordt. Bovendien beginnen veel ouders met het oefenen van woordjes met de boerderijdieren, dus dit sluit aan bij de woordenschatontwikkeling. 
4. Kies prentenboeken in een thema. In het kleuteronderwijs wordt vaak thematisch gewerkt en dat is niet voor niets. Kinderen raken in een langere periode bekend met verschillende dingen binnen een thema. Herhaling is essentieel voor de leerontwikkeling van jonge kinderen en door thematisch te werken, sluit je daar op aan. Bovendien hoef je dan niet steeds hetzelfde verhaaltje te lezen om kinderen te laten leren. 
5. Kies een hoofdpersoon waarin kinderen zich kunnen herkennen of verplaatsen. Bij veel prentenboeken is een hoofdpersonage een dier. Daar lijkt mijn kind toch helemaal niet op? Nee, dat klopt. Maar deze dieren maken wel avonturen en emoties mee die jouw kind ook heeft. Juist doordat het personage qua fysiek niet op henzelf lijkt, kunnen kinderen zich makkelijker inleven en leren ze hoe ze er zelf mee om kunnen gaan. Maar andersom werkt het ook. Sam en Boer Boris zijn bijvoorbeeld wel personages die kinderen in hun dagelijks leven kunnen tegenkomen. Ze zijn een goed voorbeeld voor kinderen.
6. Pak een boek met een duidelijke verhaallijn. Een boek met een logische volgorde kunnen kinderen goed begrijpen. Kom dus niet aanzetten met flashbacks en flashforwards, dat is veel te moeilijk. Bij een verhaallijn die kinderen aan kunnen, gaan kinderen meedenken, meebeleven en meevoelen.
7. Kies een uitdagende verhaallijn. Kan jouw kind al iets meer aan dan de simpele rechtlijnige verhalen? Ga dan eens op zoek naar prentenboeken die gaan over een oorzaak-gevolg of met een probleem dat opgelost moet worden en praat daar dan over met je kind. Dit stimuleert het denk- én het spraakvermogen van het kind enorm.
8. Kijk of de illustraties het verhaal ondersteunen. Het is namelijk niet zo dat tekst en beeld altijd even goed op elkaar afgestemd zijn. Als jouw kind wat ouder is of heel ver is in de ontwikkeling, dan zou je dit wel kunnen proberen, maar zeker bij jonge kinderen is het heel verwarrend als jij iets anders vertelt dan dat zij zien. Ze krijgen met name grip op de taal door goed te kijken. Boer Boris en de olifant is bijvoorbeeld heel geschikt voor kleine kinderen. Sam wil de olifant graag houden en vermomt hem steeds als dieren die op de boerderij leven. De rijmende tekst past daar goed bij. Ook vinden kinderen dit grappig, wat weer aansluit bij de belevingswereld en daardoor leren ze!
9. Mooie en rijke tekst in het boek. Een goede tekst stimuleert de taalontwikkeling. Kinderen horen woorden in een prentenboek die we vaak niet zelf gebruiken. Hierdoor breidt de woordenschat enorm uit. Ben niet bang om woorden te gebruiken waarvan je denk dat jouw kind het niet kent. Leg ze wel meteen uit bij het voorlezen, want dan kunnen kinderen hier enorm van leren. Boer Boris en de olifant (en ook de andere Boer Boris-boeken) is op rijm geschreven. Kinderen raken hierdoor geprikkeld en gaan zelf ook rijmen, wat weer goed is voor de taalontwikkeling. 
10. Kies een boek dat jij mooi vindt! Ben enthousiast over het boek en straal dat uit. Kinderen zijn hier gevoelig voor en raken daardoor nieuwsgierig.

Welk boek lees jij graag voor? En waarom kies je voor dit boek? Welke van deze tips ga jij zeker gebruiken bij het kiezen van een volgend voorleesboek?