Meer dan 6,3 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×

Een nieuw werkwoord

op 01 mei 2022 door

Soms gebeurt er iets waardoor je als fanatiek lezer en groot boekenliefhebber ineens naar een totaal ander genre boeken getrokken wordt. Bij mij bleek het afgelopen half jaar mijn nieuwe baan de trigger hiervoor te zijn. Ik heb, noodgedwongen maar zonder spijt, de overstap gemaakt van decorateur naar pedagogisch medewerker op een peutergroep en BSO. En ineens belandde ik in een hele andere wereld met veel nieuwe uitdagingen en veel interessante zaken waar ik graag meer van wilde weten. Het duurde dan ook niet lang of ik dook in de boeken en begon webinars en online trainingen te volgen. En zo werden steeds vaker de boeken die al op mijn nog-te-lezen-stapeltje klaarlagen opzij geschoven. En vanaf nu zal er dan ook af en toe iets hier op mijn spot verschijnen over die andere genres, boeken over pedagogiek, ontwikkelingspsychologie, maar ook ongetwijfeld kinderboeken. Vandaag trap ik af met een artikel over een pedagoog die mij erg aanspreekt: Elly Singer. Van haar las ik het boek Speels, liefdevol en vakkundig.

Voor ik begon te werken als pedagogisch medewerker op een peutergroep had ik nog nooit van Elly Singer gehoord. Ik was meer bekend met de klassieke pedagogen als Thomas Gordon (waarover een andere keer meer), Reggio Emilia, Emmi Pickler en Rudolf Steiner. Tijdens een ochtend op mijn peutergroep kreeg ik van mijn collega te horen dat ze het mooi vond om mij bezig te zien met de peuters, ze zag dat ik vanuit mijn onbewuste het 'singeren' toepaste. Toen ze zag dat ik niet precies wist waar ze het over had ging ze mij uitleg geven over Elly Singer, haar visie en dus ook over het werkwoord 'singeren'. Ik was meteen geboeid en nieuwsgierig, want wat ik hoorde sprak me erg aan. Dus wat doe je dan als leesfanaat? Bij thuiskomst gelijk googlen naar Elly Singer en wanneer je een boek van haar hand ontdekt beland dat zo maar ineens in het o zo verleidelijke virtuele boeken-boodschappenmandje. Het boek had ik al snel in huis maar bleef nog even ongelezen liggen vanwege tijdgebrek... Maar toen ik voor mijn studie in een werkstuk de visie van twee pedagogen moest beschrijven die mij aanspreken was de keuze snel gemaakt: één van de twee moest absoluut Elly Singer worden en dit was dus het moment om het boek te gaan lezen. En ik heb dat met veel plezier en vooral ook herkenning gedaan!

Wie is Elly singer?

Elly Singer (1948) studeerde pedagogiek en ontwikkelingspsychologie, vanuit deze achtergrond heeft ze ruim 40 jaar onderzoek naar de opvoeding en ontwikkeling van kinderen gedaan. Dit onderzoek deed ze namens de universiteiten van Amsterdam en Utrecht, en startte hiermee op het moment dat de kinderopvang in Nederland nog in de kinderschoenen stond. Ze beperkte zich bij het onderzoek niet alleen tot kijken naar het kind binnen het gezin waarin het opgroeit, maar richtte zich vooral ook op het kind binnen de kinderopvang en het onderwijs.

 Belangrijke thema's in haar studies zijn:

  • geschiedenis van de ontwikkelingspsychologie en het ontstaan van een pedagogiek voor jonge kinderen (dissertatie);
  • ervaringen van ouders met opvang van jonge kinderen;
  • sociale leven van jonge kinderen in groepen; samenspel, botsingen, humor, moreel leren;
  • innerlijke logica van schoolkinderen; interviewmethodiek om samen met kinderen te reconstrueren hoe ze omgaan met problemen;
  • kindermishandeling; hoe (pleeg)kinderen leren overleven

(bron: Elly Singer - Uitgeverij SWP (swpbook.com))

8f04daac42ea13fa650c57f56a9617ff.jpgNaast het vele onderzoek dat Elly Singer gedaan heeft maakte ze deel uit van commissies en redacties van verschillende tijdschriften over de ontwikkeling en opvoeding van kinderen. Ze is medeauteur van het pedagogisch kader kindercentra 0-4 jaar (geschreven met Loes Kleerekoper) en het pedagogisch kader diversiteit kindercentra 0-13 jaar.

Internationale bekendheid verkreeg Elly Singer door haar vele onderzoek naar het spelen en leren van jonge kinderen en hun vriendschappen bij het verblijf in kindercentra. Ze wordt vooral gewaardeerd om haar vernieuwende kijk op de pedagogische ontwikkeling van kinderen. Dit blijkt uit het feit dat meerdere van haar boeken in het Engels vertaald zijn, ook zijn artikelen van haar hand in erkende wetenschappelijke tijdschriften gepubliceerd. Elly Singer is daarnaast regelmatig spreker op internationale congressen waar ze spreekt over het effect van goede interacties tussen de pedagogisch medewerkers en de kinderen in de kinderopvang.

Haar ideeën

Elly Singer noemt de kinderopvang een ‘mini samenleving’. Waar de wereld van het jonge kind vroeger bestond uit papa, mama en broertjes en zusjes is deze sinds de opkomst van de kinderopvang ineens uitgebreid met professionele opvoeders en leeftijdsgenoten.

Een belangrijk aspect in het onderzoek van Elly Singer is haar aandacht voor het speelgedrag van kinderen en de grote invloed die pedagogisch medewerkers hierop hebben. Ze ontdekte dat de kinderen in Nederlandse kindercentra zich minder lang kunnen concentreren als ze aan het spelen zijn dan kinderen in andere Europese landen. De kinderen vertoonden ‘fladdergedrag’ en konden zich vaak maar 5 seconden met een en dezelfde activiteit bezighouden. Haar onderzoek heeft aangetoond dat dit gedrag vooral te wijten was aan het onrustige gedrag van de pedagogische medewerkers. Ze ontdekte dat in het buitenland de pedagogisch medewerkers veel minder nadrukkelijk bezig zijn met zorgen en veel meer gericht zijn op het begeleiden van kinderen. Het vele rondlopen van de Nederlandse pedagogisch medewerkers en het tekort aan fysieke aandacht voor de kinderen speelt volgens haar dan ook een grote rol in de bepekte concentratie van de kinderen.

Elly Singer raadt pedagogisch medewerkers hierom ook aan om vooral langere tijd op de grond in de nabijheid van de kinderen te gaan zitten, zo weten de kinderen waar de pedagogisch medewerker is als ze behoefte aan oogcontact hebben en kunnen ze haar aandacht vragen of een knuffel komen halen wanneer dat nodig is. Een aanpak die in de praktijk blijkt te werken en zorgt voor een rustige groep en kinderen die langere tijd geconcentreerd met een activiteit bezig kunnen zijn. Ook geeft het de pedagogisch medewerkers zelf een mooie gelegenheid om de kinderen goed te observeren. Dit idee heeft zelfs geleid tot een nieuw werkwoord in de kinderopvang: 'singeren'.

'Singeren'

9a145e6859d9e085efa59f8d9509216c.jpg'Singeren' werd als eerste door een journalist van de Volkskrant genoemd en houdt in dat de pedagogisch medewerker in de nabijheid van de kinderen op de grond zit om hun zo een gevoel van emotionele veiligheid te bieden en een sfeer te creëren waarin ze zelf hun afstand tot de pedagogisch medewerker kunnen bepalen, waarbij ze zich veilig voelen om op ontdekking uit te gaan en te spelen. Het contact maken gaat hierbij uit van het kind, de pedagogisch medewerker is vooral aanwezig en benaderbaar. Dit zal af en toe ingaan tegen het gevoel van de pedagogisch medewerker, die vanuit de sensitieve responsiviteit gewend is om te reageren op de kinderen, maar soms is dit helemaal niet nodig, en zal het reageren de kinderen juist uit hun spel halen. Daarnaast heeft het 'singeren' ook een bijkomend positief effect op de overdracht naar ouders, door het langere tijd nabij zijn ziet de pedagogisch medewerker meer van wat het kind allemaal doet of leuk vindt en kan hierdoor een meer inhoudelijke overdracht geven omdat zij de succesmomentjes tijdens het spel van het kind gezien heeft.

De visie van Elly Singer

Onze samenleving is in de afgelopen 50 jaar enorm veranderd en het is inmiddels wel duidelijk dat de nieuwe generatie op zal groeien in een permanent lerende samenleving die veel van elk persoon vraagt. Daarom is het van groot belang dat de speelse houding en de drang tot onderzoeken van jonge kinderen zo goed mogelijk gestimuleerd en behouden wordt, zonder te vroeg te veel te eisen van deze kinderen. Hierbij wordt ook zeker iets van de ouders en andere opvoeders zoals de PM-ers op de kinderopvang gevraagd. Volgens Elly Singer is het van groot belang dat zij een speelse en flexibele houding hebben waarbij ze inspelen op de behoeftes van elk kind. Hierbij zijn spelen, creativiteit, communicatie en het investeren in sociale relaties van groot belang.

Elly Singer is een voorstander van voldoende ruimte voor jonge kinderen om al spelend te leren, hierbij vindt ze het erg belangrijk dat de kinderen niet teveel uit hun spel gehaald worden door volwassenen. Ook is het van groot belang dat niet al het spelen gestuurd wordt door een pedagogische achtergrond maar dat er vooral ook veel vrij gespeeld wordt door kinderen. Spelen gaat vanzelf, het is een natuurlijk iets en bevorderd de ontwikkeling op lichamelijk en cognitief gebied. Wanneer dit spelen samen met anderen kinderen gebeurt dan wordt ook nog eens de sociale ontwikkeling gestimuleerd.

Jonge kinderen denken door te handelen, vragen stellen is vaak nog te moeilijk, hier zijn ze cognitief nog niet aan toe. Pas vanaf 3 jaar zal dit vermogen zich langzaam gaan ontwikkelen. Doordat kinderen gelijk handelen ontstaan vaak die kleine irritaties.

Het spelen met leeftijdsgenootjes op het kinderdagverblijf is erg belangrijk voor kinderen, de vriendschappen maar ook de aanvaringen geven het jonge kind feedback op zijn handelen. Al spelende ontdekken ze wat wel en niet gewenst is. De kinderen die elkaar vaak zien begrijpen elkaar zonder dat ze hier woorden voor nodig hebben en er ontstaat door deze non-verbale communicatie emotionele veiligheid. Vaste dagritmes en rituelen versterken dit gevoel nog eens extra.

9b6d34f2f5f5bdf87f588efa1295452b.jpgTijdens het samenspelen van jonge kinderen ontstaan er vaak conflicten, meestal over speelgoed dat afgepakt wordt. Deze conflicten zijn helemaal niet erg, ze zijn juist leerzaam. Kinderen leren hierdoor welk gedrag gewenst is en welk gedrag niet. Vaak lossen deze conflicten zich dan ook vanzelf weer op zonder dat er inmenging van de pedagogisch medewerker nodig is. Wel is het   volgens Elly Singer een vereiste dat het altijd weer goed gemaakt wordt, eventueel met behulp van een ritueeltje als elkaar een handje geven. Dit geldt overigens niet alleen voor conflicten tussen kinderen maar ook bij onenigheid tussen de pedagogisch medewerkers, maak het altijd weer goed voor het eind van de dag. Daarnaast is het belangrijk om bij het oplossen van conflicten vooral vooruit te kijken, naar hoe het opgelost kan worden. Dat is veel waardevoller en effectiever dan wanneer je direct achterom gaat kijken en precies probeert te achterhalen wat er voorgevallen is. Want in het vooruitkijken zit ook je verlangen, het verlangen dat je gefrustreerd zag door de ander.

In de praktijk

Volgens Elly Singer moeten de pedagogische medewerkers in de kinderopvang een veilig rustpunt voor de kinderen vormen, dit kunnen ze doen door vaak, gedurende langere tijd, in de nabijheid van de kinderen op de grond of op ooghoogte van de kinderen te gaan zitten. Op deze manier weten de kinderen waar ze zijn en is het makkelijk om even oogcontact of fysiek contact te zoeken met de pedagogisch medewerker op de momenten wanneer ze daar behoefte aan hebben. Gebruik deze momenten ook vooral om te observeren en te leren van wat de kinderen voor gedrag laten zien. Ontdek wat hun interesse heeft, wat hun aandacht vast kan houden en wat niet, maar gebruik deze informatie ook om een goede inhoudelijke en persoonlijke overdracht aan ouders te kunnen geven.

Kleine kinderen hebben onderling vele aanvaringen, onderzoek van Elly Singer toont aan dat dit op kan lopen tot soms wel 12 aanvaringen per uur bij peuters. Deze aanvaringen zijn erg leerzaam, en lossen zich vaak vanzelf op. De peuters ontdekken wat voor effect hun gedrag heeft en leren dit al doende aan te passen naar meer gewenst gedrag. Het gebruik van vaste zinnetjes bij deze aanvaringen helpt de peuter hier ook bij, deze zinnetjes worden vaak door de pedagogisch medewerkers gezegd en na verloop van tijd worden ze overgenomen door de kinderen zelf. Denk hierbij aan zinnetjes als: ‘om de beurt’, ‘samen delen’, ‘we doen elkaar geen pijn’.

Als pedagogisch medewerker ben je snel geneigd om bij onenigheid toe te snellen en een oplossing voor te schrijven, maar vaak weet de pedagogisch medewerker niet precies wat er gebeurd is. Hierdoor is het lastig om de ontstane situatie op te lossen zonder dat een van de kinderen zich onrechtvaardig behandeld voelt. Het is beter om vooral naar de toekomst te kijken en niet te vragen wie de schuldige is want dit is erg lastig voor een jong kind om te vertellen. Je kunt beter vragen wat ieder kind wil en hoe dit opgelost kan worden en vervolgens samen een goede oplossing te zoeken. Elly Singer vindt het wel erg belangrijk dat het altijd weer goedgemaakt wordt, een vast ritueel als elkaar een handje geven kan hierbij behulpzaam zijn.

Het gebruik van humor is ook erg belangrijk bij het oplossen van conflicten, en kan ook zeker ingezet worden door de pedagogisch medewerker om de kinderen aan te zetten tot iets wat ze niet willen. Door te gaan handelen vanuit een idee (humor, fantasie, rollenspel) wordt het kind uit de emotie gehaald en kan vanaf een afstandje, op een andere manier omgaan met wat er gebeurt en dit maakt het makkelijker. Humor is tevens iets wat de gezamenlijkheid tussen kind en pedagogisch medewerker benadrukt en versterkt, het kind voelt zich dan gekend. Ook toont het een verbondenheid als je mee kunt gaan in het spel van het kind en de humor deelt.

d1fec21cbfbc82a886862a765f54dd42.jpgEr is een flexibele houding van de PM-ers nodig en vooral een groot improviserend vermogen om in te kunnen spelen op de onverwachte dingen die een kind aangeeft. Een doen-alsof-spel, een verhaal dat vertelt wordt of een emotie van een kind vragen om een sensitieve maar vooral passende reactie die aansluit bij de belevenis van het kind. Vaste rituelen en een dagritme is belangrijk maar de PM-er moet het ook aandurven om hier vanaf te wijken als zij ziet dat de groep hier (onbewust) om vraagt. Sla een kring over wanneer de kinderen te geconcentreerd spelen en creëer later een gespreksmomentje, pas een knutselactiviteit ter plekke aan als je merkt dat het de interesse van de kinderen niet heeft. Haak ook in op het fantasiespel van de kinderen in de huishoek, maar neem hierbij nooit de leiding, sluit aan bij wat het kind aangeeft en reageer hier op.

Je zult tijdens het werk als pedagogisch medewerker af en toe in situaties terecht komen die je niet wilt, of er is een kind waar je maar geen vat op krijgt. Ga dan altijd met je collega’s in gesprek hierover en probeer het als een puzzel te zien. Ga samen proberen de puzzel te ontrafelen en probeer te ontdekken hoe het kind in elkaar zit en wat het sleuteltje is om het kind toch te bereiken.

Als PM-er kun je niet stil blijven staan in je ontwikkeling, dit werk en onze continu veranderende samenleving eisen een houding waarbij je blijft leren. Het is belangrijk om je op de hoogte te blijven houden van de nieuwe onderzoeken en inzichten op pedagogisch gebied. Dit verrijkt je eigen kennis maar belangrijker nog, het biedt je handvaten om zo goed mogelijk op de behoeften van elk kind in te kunnen spelen en de beste voorwaarden te scheppen voor het stimuleren van de ontwikkeling op de verschillende gebieden in een voor het kind veilige en warme omgeving waarin het gehoord, gezien en gekend wordt.

Waarom past deze visie bij mij?

Regelmatig ga ik op de grond zitten bij de peuters wanneer ze vrij mogen spelen, Ik neem dan niet actief deel aan het spel maar laat het initiatief aan de kinderen, ik observeer vooral wat ze doen. Het gebeurt dan vaak al snel dat er een peuter bij mij op schoot komt zitten met een speeltje en mijn aandacht hiervoor vraagt. Dan spelen we samen het spel dat deze peuter aangeeft. Binnen korte tijd zitten er nog een stuk of 6 peuters in mijn buurt te spelen, sommigen vlak naast me, anderen iets verder weg. Ook merk ik dat de kinderen rustig zijn en geconcentreerd in hun spel opgaan. Meer is op zo’n moment niet nodig, nabij zijn is voldoende om de peuters een emotionele veiligheid te bieden. Het maken van oogcontact en non-verbaal reageren op de peuters in mijn buurt vind ik altijd wel erg belangrijk, het maakt dat elke peuter zich gezien en gekend voelt.

Het klopt wat Elly Singer zegt dat je als pedagogisch medewerker niet altijd ziet wat de exacte aanleiding voor een conflict tussen twee kinderen geweest is. Bij de wat oudere peuters lukt het soms om ze te laten vertellen wat er gebeurt is maar hier moet je wel even de tijd voor nemen en vooral niet boos worden maar meer laten merken dat je het kind ziet en hem de ruimte geven om hetgeen wat voorgevallen is in zijn eigen tempo te vertellen. Bij de jongere kinderen lukt dit nog niet, hiervoor is hun taalontwikkeling nog te beperkt. Daar richt ik me vaak ook meer op het bedenken van een oplossing. Ik benoem wat ik denk te zien, dat ze bijvoorbeeld beide met hetzelfde speelgoed willen spelen, samen gaan we dan op zoek naar een oplossing; kunnen ze om de beurt met het speelgoedje spelen? Of is er misschien nog een tweede speelgoedje?  Vaak is het dan snel opgelost en spelen de kinderen weer vrolijk verder.

90d3d19a0010ed9acb4f1fe4b1484213.jpg

Ik ben van mening dat het belangrijk is om de kinderen een vast dagritme te bieden, dit geeft ze vertrouwen en houvast. Wanneer een peuter naar me toe komt en zegt dat hij graag naar huis wil of vraagt wanneer mama komt dan neem ik hem mee naar de kaartjes die in het lokaal hangen en het dagprogramma tonen. We kijken dan samen even wat we al gedaan hebben en wat er nog gaat komen. Vaak is dit al voldoende om het kind weer verder te laten spelen en vraagt het niet meer om naar huis te mogen. Maar daarnaast zie ik ook het belang in van een flexibele benadering hierbij van de PM-er. Wanneer ik zie dat de kinderen nog helemaal geconcentreerd opgaan in wat ze aan het doen zijn dan vind ik het niet goed om dit te doorbreken om over te gaan naar de volgende activiteit. Dan moet je gewoon improviseren en de planning aanpassen aan de kinderen, vaak ontstaat er later op natuurlijke wijze wel een moment waarop je in kunt halen wat je eerder overgeslagen hebt. Ook bij het aanbieden van een activiteit moet je durven veranderen en af te wijken van het oorspronkelijke idee. Als we een praatplaat over het thema ziek zijn bekijken en ze het ongeluk benoemen, de gewonde en de ambulance die op de praatplaat staan, maar vervolgens ook beginnen te vertellen dat die persoon nu naar het ziekenhuis moet dan pak ik de woordkaartjes van de kring er gewoon bij waarop wel een ziekenhuis te zien is. We breiden het verhaal van het ongeluk uit en gaan over naar wat er allemaal in het ziekenhuis gebeurt: je ligt dan in een bed, er komt een dokter, misschien moet je wel gips om je been enz. Ik speel in op wat de kinderen aangeven en stimuleer zo het verhalen vertellen van de peuters.

Het vertellen van verhalen is voor een kind erg belangrijk, het helpt hem om gebeurtenissen en emoties te duiden en een plek te geven. Hierbij is het belangrijk dat je als PM-er de tijd neemt om goed te luisteren naar het kind en hem niet te snel onderbreekt met jouw reactie. Vooral bij een peuter duurt het soms even voor die de juiste woorden gevonden heeft om zijn gedachten te vertellen, geef het kind die tijd. Hou ook rekening met de tijd die een kind nodig heeft om te kunnen reageren op iets wat jij gezegd hebt, wees niet te ongeduldig hierin maar bedenk dat het soms wel tot 15 seconden kan duren voor een peuter zijn reactie kan verwoorden. Ook heeft een peuter soms wonderlijke gedachtesprongen die je als volwassene niet kunt voorzien, te snel reageren zorgt voor verwarring bij de peuter en kan het eind van het verhaal betekenen omdat het niet meer aansluit bij wat de peuter wou zeggen. Daarom is het belangrijk om geduldig te zijn, met volle aandacht te luisteren, proberen de peuter echt te begrijpen en pas te reageren als je precies weet waar de peuter naar toe wil met zijn verhaal. Vervolgens is het belangrijk om je improvisatietalent aan te spreken en aan te sluiten bij het verhaal, dit maakt dat de peuter zich echt gehoord voelt.

Ik vind het ook belangrijk en daarnaast erg interessant om me zo goed mogelijk te verdiepen in de vele verschillende aspecten van de pedagogiek. Mijn interesse gaat hierbij vooral uit naar de ontwikkeling van een kind en de mogelijke achterstanden op de verschillende gebieden, hoe kun je die signaleren en hoe kun je het kind hierbij zo goed mogelijk ondersteunen. Hoewel ik nog midden in mijn opleiding tot PM-er zit ben ik me daarnaast al aan het verdiepen in allerlei zaken. Ik heb een e-learning gevolgd over TOS (taal ontwikkelingsachterstand) en een Webinar over vroeg signalering van autisme. Inmiddels heb ik de eerste twee boeken van mijn steeds maar groeiende stapel pedagogische boeken uitgelezen en kan bijna niet wachten om aan de volgende te beginnen. Daarnaast heb ik net als mijn collega interesse in het toepassen van gebaren in de omgang met kleine kinderen, we proberen dit op de peutergroep dan ook steeds meer in te passen omdat het de kinderen meer houvast geeft. Vooral de kinderen die van huis uit geen Nederlands spreken of die nog niet zo ver zijn in hun taalontwikkeling hebben baat bij eenvoudige, herkenbare gebaren.

ab44d89b3827a9405a94a35dbd1b3ffd.jpg
  

Bronnen:

* Boek: Speels, liefdevol en vakkundig – Elly Singer en Dorian de Haan
* Podcast kinderopvang totaal: Podje podcast met Joyce Blauwhoff en Elly Singer
Elly Singer - Uitgeverij SWP (swpbook.com)
Afscheid van ontwikkelingspsychologe Elly Singer - Kinderopvangtotaal
Elly Singer: ‘Botsingen tussen kinderen zijn een belangrijke leerschool’ - Kinderopvangtotaal

Bronnen foto's:

* expertisecentrum kinderopvang
* kinderopvangtotaal
* oudersenzo



Reacties op: Een nieuw werkwoord

Gerelateerd