Ik vind dit wel een bijzonder stuk. Een jongeman die een doorgewinterde matroos overhaald voor een reis waarvan de matroos weet dat het levensgevaarlijk is, maar toch meegaat. Samen willen ze een eigenlijk onmogelijk doel bereiken. Twee personen als tegenpool die elkaar op weg helpen naar een hoger doel.
Ik moest erg aan de sherpa's denken op de Mount Everest. Die hebben ook heel wat ongeoefende klimmers naar de top geholpen en weer veilig naar beneden.
Het is bijzonder dat iemand zo overtuigd is van zijn geloof dar hij onvoorbereid deze reis onderneemt. Dit zijn van die verhalen die je als schrijver onverwachts tegen komt (zo stel ik met het voor) en dan toch in het boek wil verwerken.
Dit was het verhaal, naast het levensverhaal van Bassam en Rami, waar ik echt van ging doorlezen. Ik wou zo graag weten wat er zou gebeuren en hoopte, tegen beter weten in, dat ze het toch nog zouden halen. Ik vond het bijna een sprookje, maar dan een authentiek à la Grimm en geen Disneyversie. (Zie ik hier een link met de sprookjes van 1001nacht? Of laat ik me te ver afdrijven?)
Het was voor mij ook het stuk dat de kracht maar anderzijds ook de kortzichtigheid van een extreem geloven in iets aantoonde. Hoe kan een mens blijven geloven dat God er hem zal doorhalen, ook al ben je bijna stervende en spreekt alles je tegen. Het is een kracht, want het stelt mensen in staat dingen te doen die je niet voor mogelijk houdt. Maar anderzijds de kortzichtigheid, jezelf en de ander in gevaar brengen en waarschuwingen in de wind slaan. Extremisme in geloof (echt élk geloof) is zo iets gevaarlijks en kan me echt angst aanjagen.
Een prachtig (reis)verhaal, vind ik het. Iemand die zo jong al zo vastbesloten is om een (door God ingegeven) reis te maken, tsjonge. Volkomen dwaas natuurlijk, hij was absoluut slecht voorbereid. Als hij dood gaat zegt hij tegen de dokter dat het hem speet dat hij onvoldoende voorbereid was geweest op de reis naar de Dode Zee, maar dat hij nu 'klaar was om zijn God tegemoet te treden'. Hoever kun je gaan in je godsgeloof, ik kan me er niks bij voorstellen (maar ik ben ook helemaal niet gelovig). Ik ben het wel erg eens met Annick: het is enerzijds bewonderenswaardig, maar ook heel naïef en vol gevaar voor jezelf en voor anderen.