Discussie Goddelijke Komedie - deel 3 - spoilers toegestaan
Afbeelding: Plaatsen - Bijbelse plaatsen.nl
Paradiso
Paradiso is het meest ingenieuze deel van de Commedia en vanuit poëtisch gezichtspunt het meest fijnzinnige. In wervelende wendingen van licht, dans en muziek komen hier allerlei lijnen en en stemmen bij elkaar in een dynamische eenheid. Het punt vanwaar die beweging uitgaat en waarin zij zich steeds verzamelt, is God. God betreft Aanwezigheid aan al wat is, niet statisch maar dynamisch-actief, overal en toch ook meer dan de optelsom van alle momenten en plaatsen waar wij haar kunnen aanwijzen. Een Aanwezigheid die rakelings nabij komt en nabij blijft (Pd 10,10-12), maar die tegelijkertijd aarde en hemel, mensen en heiligen oneindig te boven gaat. De Aanwezigheid verschijnt in de ogen van de aardse mensen 'minder en meer'. Dante moet heel zijn poëtische vermogen uit de kast halen om deze Aanwezigheid en deze wondermooie wereld (If7.58: mondo pulchro) te verwoorden. Dante moet vaart in z'n verhaal houden, de lichtflitsen die we overal aantreffen in Paradiso dienen om de lezer wel te wijzen op dingen, maar niet fixeren. Figuren en personen worden getranformeerd tot omhoog kringelende vlammen en Dante reduceert of maximaliseert personen tot sprekende monden en levende ogen. (bron Dante-Wiel Logister)
De hemel bestaat in Dantes visie uit een negental kringen of sferen rondom de aarde. Ze ontlenen hun naam aan de planeten die rondom de aarde draaien achtereenvolgens de maan, Mercurius, Venus, de zon, Mars, Jupiter en Saturnus. Daarna kwam men in de sfeer van de vaste sterren met daarboven de negende hemel en als opperste sfeer het empyreum waar God troonde. De luchten rondom de aarde werden afgesloten van de hemelen door een sfeer van water en een sfeer van vuur. Alles onder de hemel van de maan, het 'ondermaanse' dus, bestond uit de vier elementen waaruit alles was samengesteld namelijk: water, aarde, lucht en vuur. Omdat die elementen nieuwe verbindingen konden aangaan was het ondermaanse niet onveranderlijk en kon gecorrumpeerd worden. De hemelsferen bestonden uit ether dat onveranderlijk was, niet corrupt, goddelijk.(Wikiwand)
Het empyreum (Gods zetel) in de voorstelling van Doré. Het empyreum is een geometrische paradox: het is een enkel punt buiten de sferische hemelen, en doorbreekt daarmee de symmetrie van het Aristotelisch-Ptolemaeïsche wereldbeeld. R. Rucker merkt op dat de paradox doorbroken kan worden door de ruimte op te vatten als een vierdimensionale sfeer met Lucifer en God op de beide polen, maar dergelijke ideeën waren in Dantes tijd nog niet ontwikkeld. (Wikiwand)
Vragen
1. In de hemel ontmoetten Dante en Beatrice heel wat personages, de een nog zaliger dan de ander. Is er iemand die jou bijzonder aanspreekt? Wil je over iemand nog iets kwijt?
2. Het toppunt is natuurlijk de ontmoeting met God. Het zal voor Dante niet eenvoudig geweest zijn om die ontmoeting te beschrijven. Heeft hij de klus goed geklaard volgens jou?
3. Het hele boek is uit nu. Wat zijn je gevoelens hierbij? Wou je het bij momenten het raam uit gooien of heb je erg genoten? Had je het ook helemaal uitgelezen zonder deze leesclub? (Beperk je tot een paar zinnen aub, geen recensies).
4. Welk van de drie delen (hel-purgatorium-hemel) sprak jou het meest of het minst aan? En waarom? (Zelfde opmerking als bij 3)