2/ Verhaalopbouw en vertelperspectief
Bij deze tweede vraag gaan we het hebben over de verhaalopbouw en het vertelperspectief. Over de schrijfstijl mogen jullie later nog wat zeggen, dus ga daar nu nog niet op in.
Wil iedereen in zijn antwoord alsjeblieft duidelijk 2a/ en 2b/ vermelden?
2a/ Wat kan je vertellen over de opbouw van het verhaal? En het vertelperspectief? Denk aan indeling, tijd- en plaatsaanduidingen, chronologie, perspectiefwisselingen, flashbacks/ flashforwards … Vond je de keuzes van de auteur geslaagd of zou je iets anders gedaan hebben? Waarom wel/niet?
Ik heb bij de vraag een aantal steekwoorden genoemd, maak er gebruik van, ze kunnen dienen als houvast voor het beantwoorden van de vraag.
2b/ Bij de vraag hierboven laten jullie vast de ‘werkdocumenten’ niet onbenoemd. Had je tijdens het lezen een idee wie ze geschreven had? Was je verrast toen de schrijver ervan uiteindelijk onthuld werd?