Vraag 1 - 11 november 2018
op 11 november 2018
door
De reiziger
+1
Deze vraag gaat uitsluitend over hoofdstuk 1.
In dit hoofdstuk maken we o.a. kennis met de Joodse hoofdpersoon Otto Silbermann en zijn zakenpartner Gustav Becker, nationaal socialist.
a. Hoe zou je deze beide personen het best karakteriseren na het lezen van dit hoofdstuk?
b. Zien zij hun relatie/vriendschap op dezelfde manier?
c. In de openingszin viel mij op: " (...) Becker legde zijn rechterhand beschermend op Silbermanns schouder." Op de volgende bladzijde herhaalt hij dit gebaar. "Hij legde zijn hand opnieuw op Silbermanns schouder." Belangrijk? Hoe te duiden?
d. Al in dit eerste hoofdstuk heb ik een paar mooie citaten genoteerd. Ik ben benieuwd naar jullie pareltjes…. Eentje maar…!?