Hoi allemaal,

We zouden eigenlijk (pas) 8 juni beginnen. Heb toch besloten om iets eerder 'los' te gaan. Een aantal van ons heeft het boek uit. En ik denk dat de rest in ieder geval is begonnen met lezen. Daarom gaat deze vraag over het begin van het boek. Veel plezier!

3a. Het boek begint met de definitie van ‘identiteit’. Volgens de Dikke Van Dale: g.mv. 1 eenheid van wezen. Wat deed dit met je? Wat dacht je toen je dit las? Kwam dit later in het verhaal voldoende terug? 

3b. De proloog! Voldeed deze aan wat jij hoopt en verwacht van een goede proloog? Waarom wel/niet en wat maakte dat? Was je geprikkeld om verder te lezen? 

3c. 1e hoofdstuk! Fee schrijft een brief aan haar zusje. Sabine lijkt tussen nu en 6 maanden geleden overleden. Wat dacht je na het lezen van dit hoofdstuk.? Welke vragen riep het op? Zijn deze beantwoord? 

3d. Deel I eindigt met de dood van zus Sabine. Hoe dacht jij dat ze overleden was?