a. Op pagina 190 staat een passage in de metro en eindigt met: 'De metro, die weer was gaan rijden, bood geen soelaas, hij vervoerde de zorgen van het ene station naar het andere.'

Deelnemers Guido en Linda hebben deze zin reeds vermeld hier in de leesclub. Hoe interpreteer je deze zin na het lezen van het boek?

b. Met een eerste ‘opwarmertje’, voor het lezen, hebben we een personage uitgekozen.

Nu we het boek uit hebben en we weten wie wat heeft beleefd, hoe de personages zich gedragen...

Blijf je bij je oorspronkelijke keuze, of toch maar niet? Waarom wel, waarom niet?

Dit keer kies je evenwel uitsluitend uit de hiernavolgende vijf personen, die werkelijk voorkomen in het boek:

1. De brave soldaat Gabriel

2. De onbetrouwbare soldaat Raoul

3. Onderwijzer, vliegenier, advocaat en vooral ‘kameleon’ Désiré

4. Louise, een dertigjarige onderwijzeres en serveerster in een café-restaurant.

5. Monsieur Jules, uitbater van een café-restaurant.

c. Filosofische uitspraak.

‘Er is slechts één weg naar geluk en dat is op te houden met je zorgen maken over dingen waar je geen invloed op hebt.’

(Epictetus - Romeins stoïcijns filosoof, eerste eeuw na Christus)

Op welk(e) personage(s) uit ‘De spiegel van ons verdriet’ slaat dit wijze citaat het meest?