2/ De val - Verhaalopbouw en vertelperspectief
Zo, nu beginnen we echt met de leesclubdiscussie, hopelijk hebben jullie er zin in!
Spoiler alert! Lees niet verder als je het boek nog niet uit hebt.
De val van Tammy Davidson heeft een bijzondere, niet-alledaagse opbouw, daar zijn we het vast allemaal over eens.
2a/ We gaan het bij dit stuk van de vraag uitsluitend hebben over het verhaal in het verhaal; meer nog, we focussen op het eerste stuk dat Tammy schreef voor penwortels.nl (deel I, blz 15-111).
Wat kan je vertellen over de opbouw? Het vertelperspectief? Denk aan indeling, tijd- en plaatsaanduidingen, chronologie, perspectiefwisselingen, flashbacks/ flashforwards …
Ik heb een aantal steekwoorden genoemd, maak er gebruik van, ze kunnen dienen als houvast voor het beantwoorden van de vraag.
2b/ Hoe verrast was je om te ontdekken dat het verhaal over Puck, Abel en Marnix niet de eigenlijke verhaallijn van het boek vormde, dat zij fictieve figuren waren in het leven van Tammy en Jonathan? Wat ging er allemaal door je hoofd? Hoe geslaagd vond je deze keuze? Hou je van dit soort bijzonderheden, van zo’n onverwacht verloop van een boek? En waarom dan wel of niet?
Willen jullie zeker 2a/ en 2b/ voor jullie antwoorden zetten?
PS: Over de schrijfstijl mogen jullie later nog wat zeggen, dus ga daar nu nog niet op in.