Vraag 3: Feiten, fictie en schrijfstijl
Het verhaal beslaat een periode van bijna een jaar, vanaf het moment dat Niccolò Macchiavelli in ongenade is gevallen. Het is een moeilijke periode waarin alle gezinsleden moeten wennen aan een nieuwe situatie. Dit levert een verhaal op dat bol staat van de feiten, met fictieve personen en situaties.
3.A Welk feit (behalve de vissen die uit de lucht vallen) is je met name opgevallen en wat heeft dat met je gedaan?
3.B Hoe vind je de verdeling tussen feiten en fictie?
3.C Heb je veel opgezocht en wat is het meest interessante dat je daarbij hebt gevonden?
3.D Hoe zou je de schrijfstijl van Catharina Botermans omschrijven? Denk daarbij ook aan woordgebruik en zinsopbouw.
Let op: Wil je antwoorden op iemand, klik dan op de grijze button 'Reageer' rechtsonder die opmerking. Gebruik de roze 'Plaats een nieuwe opmerking'-button helemaal onderaan alleen als je een losse opmerking wilt plaatsen.