Levendige leesclub vol enthousiaste en interessante discussies
DE LEESCLUB EN HUN VERWACHTING
De leesclub bestaat uit totaal 15 enthousiaste deelnemers, inclusief de coördinator en vijf deelnemers met een eigen exemplaar. De meeste deelnemers hebben niet eerder een boek van de hand van Olga Tokarczuk gelezen. De lezers die haar werk wel kenen zijn stuk voor stuk enthousiast over haar schrijfstijl en de sublieme vertaling van Karol Lesman die ook voor eerdere boeken van Tokarczuk de vertaling verzorgde.
Toen de leesclub van start ging was nog niet bekend dat Empusion de Europese Literatuurprijs 2024 heeft gewonnen.
Voor de lezers beginnen met lezen spreken ze hun verwachting uit. Waar de ene lezer geïntrigeerd is door de opmerking ‘briljant feministisch antwoord op De Toverberg’ op de flaptekst, is dat voor de andere lezer juist een reden om het boek minder snel ter hand te nemen. Eus Wijnhoven: “Ik beschouw het als een goedkope marketingtruc en geloof niet dat Tokarczuk blij zal zijn met die typering.” Tinwara: “Ik kan altijd wel lachen om alle superlatieven die marketeers erin weten te fietsen, zoals hier 'briljant'. Ik had sowieso hoge verwachtingen van dit boek, omdat de schrijfster de Nobelprijs heeft gewonnen. Dat maakt meer indruk op me dan het 'briljant' van de uitgever.”
De lezers zijn nieuwsgierig naar hoe de auteur feminisme laat terugkomen in het boek, zeker omdat ze de indruk hebben dat de geportretteerde mannen zich vooral vrouwonvriendelijk zullen gedragen.
De vergelijking met De Toverberg van Thomas Mann schept daarnaast hoge verwachtingen bij degenen die dit boek hebben gelezen. La vida es bella: “Komt het in de buurt van De toverberg, een boek buiten categorie?”
Tallatal was na het lezen van de preview al enthousiast: “De taal boeide, de beeldspraak, wat we in dat kleine stukje al zagen van de personages, de sfeer, allemaal goed!” Evelien Walraven werd als liefhebber van horror vooral getriggerd door de ondertitel ‘Een natuurgeneeskundig griezelverhaal’.
DE COVER en TITEL
De handschoen op de cover zorgt voor verschillende interpretaties bij de lezers. Een interessante discussie is het gevolg. Voor de een is het een handschoen met bloedvaten, terwijl de ander er bladnerven of een ondergronds wortelstelsel in ziet. Ursula1969 vermoedt een link met de ondertitel: ”Speculerend denk ik dat de handschoen terugkomt in het griezelgedeelte van het boek.” Saskia Jacobs-Labree: “Benieuwd of we overwoekerd worden door mycelium, zwammen en andere fungus.” Martin Pruimers verwacht op zijn beurt dat het een teken is dat er in het sanatorium onfrisse dingen plaatsvinden. Het doet La vida es bella denken een scène uit De Toverberg waar Hans Castorp zijn hand in een apparaat steekt en vol bewondering het doorschijnende resultaat bewondert.
De titel is voor iedereen onduidelijk. Er wordt gegoogeld naar de betekenis van Empusion. De verwijzing naar Empousa die Saskia Jacobs-Labree vindt lijkt de meest logische: “Empousa (Oudgrieks: Ἔμπουσα) is een vrouwelijk demonisch figuur uit de oud-Griekse folklore en mythologie die zich zou voeden met mensenvlees en geassocieerd werd met de nacht.” De lezers zijn van mening dat de wraak van de overleden vrouwen die ieder jaar een mannelijk slachtoffer opeisen hiermee wel te verenigen is.
Tinwara las in een recensie dat het om een samentrekking zou gaan van empousa + symposion (samenkomst, ook in het Grieks): “Dat klonk zinnig. Een jaarlijkse samenkomst van mannenverslindende vrouwmonsters in het kuuroord :-)” Volgens de lezers een logische en houtsnijdende verklaring.
SCHRIJFSTIJL
De schrijfstijl wordt vooral omschreven als beeldend met een rijk, woordgebruik in lange alinea’s en meanderende zinnen, melancholisch, verhalend en poëtisch.
Wat vooral opvalt is het veelvuldige gebruik van minder gangbare, een beetje ouderwets aandoende woorden. Tallatal: “De zinnen die ze maakt, hebben ook iets ouderwets, plechtigs. Maar ik vind het wel bij het verhaal - en de tijd en plaats waar dat zich afspeelt - passen.” Eus Wijnhoven kwalificeert het taalgebruik liever als archaïsch dan als ouderwets dat voor hem een negatievere betekenis heeft: “Archaïsch heeft voor mij een connectie met 'literair', en dat is dit werk wel degelijk. Die stijl past uitstekend bij het tijdperk waarin het verhaal zich afspeelt.”
Bij Evelien Walraven zorgt het voor een enorme nieuwsgierigheid naar alle onbekende woorden, citaten, namen van schrijvers, kunstenaars, filosofen etc.: “Ik zat dan ook continu met Wikipedia en google in de aanslag.” Niet iedereen geniet van het complexe taalgebruik. Ze ontnemen Simone Jonker behoorlijk haar leesplezier: “Ik probeer het te begrijpen en er door te komen maar na een paar bladzijdes raak ik de concentratie kwijt en heb ik geen idee meer wat ik precies gelezen heb.”
Tinwara kan wel begrijpen dat niet iedereen dit boek zal waarderen: “De zinnen zijn lang en zitten vol met tangconstructies, lastige begrippen, beeldspraak. Het ‘leest niet makkelijk weg’. Maar het wist mij wel te betoveren.”
De lezers delen mooie citaten waarmee ze hun mening over de schrijfstijl onderbouwen.
VERTELPERSPECTIEF
Vervolgens buigen de lezers zich over het vertelperspectief dat bijna ongemerkt wisselt tussen een personale verteller vanuit het perspectief van Mieczyslaw Wojnicz en de ‘ons’-verteller. De lezers zijn het erover eens dat Tokarczuk dat heel natuurlijk en knap heeft gedaan. Martin Pruimers: “Op de meeste momenten was de wisseling van de neutrale, beschouwende toeschouwer naar de meer persoonlijke "ik" een vrij logische. Ik heb me er geen moment aan gestoord of gedacht ‘wie is er nu aan het woord?’” Saskia Jacobs-Labree: ”Doordat zowel het eigen beschouwen en het weergeven van de dialogen en opvattingen vrij van oordeel zijn, verloopt de overgang tussen de vertelperspectieven haast naadloos, geruisloos.”
Tallatal ervaart het perspectief als filmisch: “Het voelt echt als zo’n dwarrelende camera, die dan even wat afstand neemt van de actie en de personages. En wát de meervoudige vertelstem in te brengen heeft, geeft diepte aan het verhaal. Het is heel zintuigelijk en geeft informatie vanuit een echt anders perspectief. Zoals bijvoorbeeld het schetsen van de personages aan de hand van hun schoeisel en voetgedrag onder de eettafel. Het is letterlijk hoe ze in het leven staan. Tegelijk merkt de vertelstem daarbij op dat ‘wat aan het oog onttrokken wordt, het interessantst (is).” Ook voor Magalie Bonnet voelt het als een filmscène waar je extra informatie krijgt door diverse cameraperspectieven: “Bij beschrijvingen was het gewoon alsof iemand je bij de hand nam en liet zien wat er zich in een tafereel afspeelde.”
Voor vertaler Karol Lesman zorgde de ‘ons’-verteller voor een extra struikelblok. Voor de Poolse lezers was het al snel duidelijk dat de meervoudige verteller vrouwelijk was door de uitgang van de eerste persoon meervoud. Iets wat grammaticaal in de Nederlandse vertaling niet mogelijk was. De meeste lezers voelen dit ook zonder deze specifieke voorkennis wel aan, zoals Marceline de Waard: “Ik denk dat dat komt door alle voorinformatie die we kregen. Een letterlijk citaat uit de voorinformatie op Hebban: “Hoewel er in Tokarczuks roman bijna geen vrouwelijke personages zitten, heeft ze het boek een bijzondere, feministische ondertoon weten te geven door vrouwen te laten rondspoken.” Voor mij is de meervoudige verteller altijd een van deze rondspokende vrouwen geweest.”
OPBOUW
Het verhaal speelt zich in een relatief korte periode af aan de vooravond van de Eerste Wereldoorloog, beginnend bij de aankomst van Wojnicz half september en eindigend bij zijn vertrek op 12 november. Hoewel de lezers de opbouw qua volgorde van gebeurtenissen goed vinden, zijn de meeste lezers minder te spreken over de uitgebreide filosofische discussies van de pensiongasten. Ze zijn meer geïnteresseerd in het gevoelsleven van hoofdpersoon Wojnicz, dan in de vrouwonvriendelijke, mannelijke borstklopperij die de pensiongasten verkondigden. Eus Wijnhoven denkt daar iets genuanceerder over: “Het geneuzel, zoals sommigen van jullie die gesprekken terecht noemen, hebben mij allerminst gestoord. Regelmatig vond ik ze vermakelijk (ach gut, kijk die heertjes nu toch eens, die allen zo verlangen naar een vrouw, en daarom maar van de hoogste toren blazen, omdat dit natuurlijk helemaal niet waar is). Bovendien denk ik dat het aan de basis staat van de persoonlijke ontwikkeling van Wojnicz, die relatief snel gaat, in twee maanden.”
Hoewel het daadwerkelijke verhaal zich in slechts twee maanden afspeelt, krijg je als lezer een veel groter en breder tijdsgevoel door terugblikken die de levensloop van Wojnicz inzichtelijk maken en die zicht geven op wat er in eerder tijden in het dorp met kuuroord is gebeurd. Tallatal omschrijft dit treffend: “In deze basisstructuur komen filosofische gesprekken langs tussen de kurende heren, die allerlei thema’s bespreken, met een lichte nadruk op hoe ze tegen vrouwen aankijken. Op allerlei manieren leren we de personages beter kennen. Er zijn symbolische verwijzingen, naar klassieke verhalen en thematiek. Er zijn historische verwijzingen, naar de positie van de regio, het verschuiven van de landsgrenzen, veroveringen, strijd, maar ook naar heksenvervolgingen. De natuur speelt een belangrijke rol. En natuurlijk maken de personages ook allerlei kleine avonturen mee, zoals uitstapjes in de omgeving. Al deze dingen resoneren met elkaar en vallen uiteindelijk prachtig samen. Ik vind het moeilijk om een heel puntige samenvatting te geven van hoe die opbouw nou precies in elkaar zit, maar gevoelsmatig klopt het helemaal en versterkt elk los elementje het verhaal. Dat heb ik steeds bij dit boek, dan ga ik naar één element kijken, maar dat trekt automatisch weer van alles met zich mee, overal die resonantie.” Een mening die door de lezers wordt herkend en onderschreven.
Het ‘natuurkundig griezelen’ komt nauwelijks aan bod in het verhaal. Misschien dat het eindplot daar nog het dichtst bij in de buurt komt.
PERSONAGES
Hoofdpersoon in het verhaal is Mieczyslaw Wojnicz. Om hem beter te leren kennen had Tinwara wel meer over zijn gedachten willen lezen: “Ik kwam tijdens het lezen van alles over hem te weten, over zijn voorgeschiedenis, zijn karakter, zijn lichaam. Maar tegelijk bleef hij toch een enigma, ik denk vooral omdat hij zelf nooit aan het woord komt.” Tallatal: Door het gedoseerd onthullen van zijn levensloop en verhalen uit zijn jeugd, snappen we ook hoe hij in het leven staat en hoe hij is geworden wie hij is.” La vida es bella ziet zijn personage als een symbool voor iedereen die niet in een hokje geduwd kan worden: “Niet alleen intersekse, maar ook non-binaire personen enz..”
Hij ontwikkelt zich van een angstige, naïeve jongeman met een obsessie voor gaten en kieren waardoor hij begluurd kon worden tot een persoon die voor zichzelf opkomt en een eigen leven durft te gaan leiden. Eus Wijnhoven: “Wat in ieder geval duidelijk is: hoe hij van een jaknikker in twee maanden zelf tot eigen keuzes komt, en daarvoor durft op te komen.”
Over het geheel genomen zijn de lezers van mening dat zij hem voldoende hebben leren kennen.
De lezers hadden meer moeite met het uit elkaar houden van de diverse pensiongasten, vooral door hun gelijkluidende misogyne ‘gebral’. Tinwara: “Ze zijn bijna stereotype 'mansplainers', luisteren vooral naar zichzelf en niet naar de ander, kijken neer op vrouwen. Ik had het verhaal interessanter gevonden als ze iets meer van elkaar hadden verschild.”
De doodzieke Thilo speelt wel een onderscheidende rol. Hij leert Wojnicz, al dan niet onder invloed van de alcoholische en hallucinerende schwärmerei anders kijken naar zijn omgeving en naar zichzelf.
FEMINISTISCH ANTWOORD
In het naschrift van de auteur is te lezen dat alle misogyne opvattingen over vrouwen en hun plaats in de wereld parafrasen zijn van teksten van tientallen auteurs, waaronder Freud en Nietzsche. De lezers vinden het jammer dat achter in het boek geen lijst van de gebruikte citaten is opgenomen. Eus Wijnhoven: “Ik vind het erg makkelijk wat Tokarczuk heeft gedaan door letterlijke uitspraken van auteurs uit het verleden toe te passen én achterin te benoemen. Dat laatste had helemaal niet gehoeven. Het is eenvoudig shoppen in andermans werk. Zo kun je vast eveneens een boek samenstellen met uitspraken in positieve zin over vrouwen, dat zich in dezelfde tijd afspeelt. Het is letterlijk zinnen uit hun context knippen.” Els Deveuster: “De auteur parafrasseert doelbewust deze prominente figuren van toen en heeft waarschijnlijk die zaken eruit gepikt die neergeschreven staan uit die tijd. Er is geen weerwoord. Mogelijks is het allemaal genuanceerder dan dat, ook in die tijd? Wie las toen die teksten van die mannen? Waarschijnlijk alleen mannen uit dezelfde middens? Vrouwen kregen niet de kans erop te reageren want ze wisten er vaak niet van.”
Er volgt een boeiende en levendige discussie over vrouwendiscriminatie in het algemeen en of je de pensiongasten daarvan kunt beschuldigen. Marceline de Waard: “Het gedachtengoed van de heren in Empusion past voor mij wel bij de vooroordelen waar vrouwen in die tijd moesten opboksen. Maar is helaas niet specifiek voor die tijd.” Martin Pruimers: “Discriminatie is misschien een te groot woord, maar uit alles spreekt een absolute minachting voor vrouwen. Het is natuurlijk erg makkelijk om dit aan de tijdgeest te wijten, maar ook in die tijd waren er veel mannen die meer respect voor vrouwen toonden dan dit clubje.” Magalie Bonnet: “Ik blijf het fascinerend vinden dat er zo denigrerend wordt gedaan over de vrouw en het is niet eens zo lang geleden. Tijdens het lezen heb ik vaak aan een teletijdmachine gedacht. Wat had ik graag een August gecatapulteerd naar onze samenleving. Je hoort ze bakkeleien over stemrecht voor vrouwen en dan was er het antwoord dat het misschien ooit zou komen, als de tijd rijp is. Inderdaad, het is de tijdsgeest van toen, maar wel confronterend om te lezen.”
Of het boek daadwerkelijk een feministisch antwoord op De Toverberg is, antwoorden de lezers die beide boeken hebben gelezen negatief. Eus Wijnhoven: “Het 'feministisch antwoord op' vind ik een goedkope marketingtruc. Ik denk dat weinig feministen het boek als dusdanig beschouwen.” Olanna: “Wel denk ik dat Empusion niet zozeer een ‘antwoord’ op De Toverberg is, maar meer een reactie op de rechttoe-rechtaan-boeken van mannen in de vorige twee eeuwen waarin vooral het ‘weten’ centraal staat en er weinig ruimte is voor niet-weten en de fluïditeit daarvan, met als voorbeeld De Toverberg.”
THEMA’s
De lezers herkennen, naast misogynie als hoofdthema een veelvoud aan thema’s waaronder: de coming of age van Wojnicz, gezondheid, alcoholverslaving, natuur, (bij)geloof, (gender)identiteit, kijken en bekeken worden en onvolmaaktheid binnen de onvolmaakt.
WAARDERING
De leesclub is met een gemiddelde score van 3,9 sterren afgesloten.
Drie lezers waarderen het boek met 5*****.
Olanna: “Empusion is een ‘tussenrijk’ met vele schakeringen dat uitnodigt tot een fantastische leeservaring.”
Saskia Jacobs-Labree: “Empusion is een onderhoudende vertelling over een jongen die volwassen wordt in een mooie omgeving maar met onderhuidse gevaren. Het is een verhaal dat moet bezinken en dat stemt tot nadenken. Het wordt verteld met de nodige ironie en parodie en een vleugje vrouwelijke gerechtigheid: koud en afstandelijk bereid en in warme beeldende en poëtische bewoordingen opgediend. Een genot om te lezen.”
Tallatal: “Echt een fantastisch boek! Het zit uitstekend in elkaar, goed opgebouwd, krachtig, fascinerend verhaal, mooie symbolieken, intrigerende taal (heel veel nieuwe woorden geleerd), prachtige boodschap.”
Zeven lezers geven 4****.
Tinwara: “Een boek waarop je lang kan kauwen en waarin je elke keer weer iets nieuws ontdekt: terugkerende thema’s en symbolen, prachtige bijna romantische natuurbeschrijvingen, humor, mooie zinnen, kleine voorbodes van latere gebeurtenissen.”
La vida es bella: “Tokarczuks schrijfstijl is zo gedetailleerd dat er moeiteloos zowel poëtische natuurbeschrijvingen als haarfijne karaktertekeningen uit haar pen vloeien. Haar woordenschat etaleert een onuitputtelijke rijkdom en moet een uitdaging voor de vertaler geweest zijn, die lang vergeten Nederlandse woorden – zoals plachten, peroreren, omvademen, altoos - tevoorschijn tovert om de lezer zo in de sfeer van 1913 onder te dompelen.”
Helma Koot: “Empusion heeft na het intrigerende begin een wat langzame opbouw die toewerkt naar een in sneltreinvaart verlopend, met een in de subtitel beloofd, natuurkundig griezelig eindplot, waarna Wojnicz als een herboren mens weer de wereld wordt ingestuurd.”
Marceline de Waard: “Als feministisch antwoord vond ik Empusion wat mager en zeker niet briljant. Daar staat tegenover dat ik genoot van de schrijfstijl in de delen waarin de vrouwen-geesten als wij-verteller aan het woord zijn en de prachtige natuurbeschrijvingen. Al met al laat Empusion mij met gemengde gevoelens achter.”
Evelien Walravens: “De auteur verstaat de kunst veel dingen te laten zien zonder er veel woorden aan te besteden. Dat vraagt echter wel wat van de lezer maar de doorzetter krijgt een waarlijk mooi boek voor ogen.”
Magalie Bonnet: “Een mysterieus meesterwerk.”
Eus Wijnhoven: “Empusion wordt op het omslag aangeprezen als “een briljant feministisch antwoord op De Toverberg.” Hier is duidelijk een flaptekstschrijver aan het woord die én Thomas Manns De Toverberg niet heeft gelezen én Empusion blijkbaar slechts vluchtig heeft doorgebladerd. Verkooppraatjes die niet nodig zijn en het boek tekortdoen. Empusion is een waardige roman in het oeuvre van Olga Tokarczuk, punt uit.”
Twee lezers waarderen het boek met 3***.
Ursula1969 waardeert het boek met 3***: “Het taalgebruik is poëtisch, veel mooie stukken, rustig lezen om de volledige diepgang tot je door te laten dringen. Het boek bevat vele lagen, meer dan je in eerste instantie zou denken.”
Martin Pruimers: “Het boek is zeer goed geschreven met een overwegend prachtig taalgebruik, maar als geheel is het boek onbevredigend, omdat zo veel in beslag wordt genomen door de gesprekken tussen de medebewoners van het pension. Een boek om te genieten van de mooie teksten en beschrijvingen, waardoor je het genoemde “gewauwel” voor lief neemt.”
Simone Jonkers heeft slechts 2** voor het boek over: “De traagheid van het verhaal en de moeilijke taalbarrière maakten dat het leesplezier voor mij niet altijd aanwezig was. De lage score is dan ook echt puur gebaseerd op de persoonlijke struggle en niet op het boek Empusion zelf gericht.”
Twee lezers die meededen met een eigen exemplaar hebben ervoor gekozen om geen recensie te plaatsen en zijn niet in de officiële sterrenwaardering van de leesclub opgenomen.