De hoofdpersoon Ella is een meisje dat door een stom toeval zonder haar opa en oma in Berkenwoud terecht komt. Daar ontmoet ze Rose. De beide meisjes vinden steun en troost bij elkaar en helpen elkaar te overleven. Naast Ella en Rose leer je nog meer mensen in het kamp kennen. En allemaal hebben ze hun eigen manier om met de verschrikkingen van de plek om te gaan. Ik noem bijvoorbeeld: Mina en Hendrik, maar ook de vrouwen in het naaiatelier en de vrouwen van de wasserij hadden allemaal hun eigen overlevingsinstincten. 

Over al deze personages gaat vraag 3.

3a. Welk personage was jouw favoriet? En waarom?

3b. Probeer jezelf in die situatie te plaatsen. Hoe denk jij dat jij zou hebben gereageert op de omstandigheden in het kamp? Was je net als Rose weggedoken in je verhalen, had je net als Mina alles aan de kant gezet voor je eigen overleving, was je direct een ontsnapping gaan plannen? Oftewel; met wie voelde jij je het meest verwant?

3c. Naast de gevangenen krijgen we ook beelden van de andere kant. Clara en de vrouw van de kampcommandant gaan ook ieder op hun eigen manier om met de situatie. Hoe vond je hen beschreven? Welke gevoelens riepen zij op?