Hotel Portofino van J.P O'Connell
Over het boek
Italië, 1926. Hotel Portofino verwelkomt een stoet aan glamoureuze gasten uit de Britse upper class voor een heerlijke zomer, maar kort na de opening stapelen de problemen zich al op voor eigenaar Bella Ainsworth. Ze heeft te weinig personeel en geld en bovendien zijn haar eersteklas gasten veeleisend en lastig te behagen. Daarnaast wordt ze het doelwit van een corrupte fascistische politicus.
Haar grootste probleem is echter dat haar aristocratische, sluwe echtgenoot – wanhopig om zijn rijkdom en status te behouden – achter haar rug om zijn eigen plannen smeedt, met grote gevolgen…
Leesfragment
Ben jij altijd op zoek naar mooie historische romans en waan jij je deze zomer het liefst aan de Italiaanse Rivièra? Hieronder vind je alvast een sneak preview van Hotel Portofino.
Achter het boek
Journalist J.P. O'Connell schrijft voor onder meer The Guardian en The Times. Hij schreef eerder al aan een divers oeuvre, waaronder non-fictie over uiteenlopende onderwerpen. Hotel Portofino is zijn internationale doorbraak, in Nederland vertaald door Olga Knipper. Het boek werd aan veertien landen verkocht en wordt inmiddels verfilmd tot een tv-serie.
In een column voor The Copperfield Review vertelt O'Connell hoe natuurlijk zijn keuze was voor de Italiaanse Rivière en de 'roaring twenties' als periode. 'The interwar period, when wealthy Westerners discovered the pleasures of "abroad", is remembered (or misremembered, depending on your viewpoint) as the Golden Age of Travel,' vertelt hij. Ze maakten gebruik van moderne manieren van reizen, zoals vliegtuigen, treinen en auto's, om Europa te doorkruisen op zoek naar de meest exclusieve hotels en mooiste badplaatsen.
Het gezin van O'Connells hoofdpersonage Bella is ook niet ongeschonden door de Eerste Wereldoorlog gekomen, en hoopt een nieuwe start te maken in Portofino. In een Q&A met Novel Pastimes laat de auteur zijn hoofdpersonage zelf aan het woord, waarin ze vertelt welke gasten ze deze zomer in haar hotel verwacht:
'We have Cecil's old flame Julia Drummond-Ward coming with her daughter, Rose. She's supposed to be very beautiful and we're hoping she might prove a suitable match for Lucian. Then there's Lady Latchmere, a grand old dowager who I must admit is rather demanding. (I say "old" – she can't be much older than me.) We have a couple of Americans arriving next week: an art collector called Jack Turner and his wife, Claudine. At least, I *think* she's his wife… She's a singer in Paris. I hoped we might attract some Italian guests and I'm pleased to say we've had a booking from one Count Albani and his son, Roberto. The Count is something of an Anglophile and studied at Oxford, I believe.'