Verdeeldheid over de opbouw van het verhaal: sterk geschreven of net te rommelig?
Vol verwachtingen begonnen 15 leesclubleden begin oktober aan het boek van Lilian de Bruijn met als raadselachtige titel ‘Ik kreeg mijn vader niet dood’. We waren met een diverse groep en begonnen met enthousiasme aan onze boeken.
Ik kreeg mijn vader niet dood gaat over een oorlog die nooit overging, over een man die tweemaal een gezin verliet en uiteindelijk zelf aan zijn lot werd overgelaten, over de queeste van een dochter naar haar vader.
Ton de Bruijn was een geslaagde zakenman die in een Porsche door Duitsland scheurde, een charmeur met veel vriendinnen en twee echtgenotes. Een man die van een feestje hield en dingen zei als ‘zet maar op mijn graf: hier ligt Ton de Bruijn, maar gelachen heeft hij wel’. Maar hij was ook de man die failliet ging en vijanden maakte omdat hij geld leende zonder het terug te geven. Een oplichter die dure kleding in Rome aanschafte met gestolen cheques en in de gevangenis belandde. Een sjacheraar die klusjes deed voor een Zweedse hasjhandelaar waar hij een oude Rolls Royce in Spanje aan overhield die hij de grens niet over kreeg. En misschien was hij vooral de roekeloze jongen van twintig die in 1943 naar Engeland wilde om een held te worden maar in plaats daarvan in de hel van de Duitse concentratiekampen belandde.
Voor Lilian was hij een onbereikbare vader, een ongrijpbare man die ze nauwelijks had gekend. Zijn plotselinge eenzame dood was het zoveelste raadsel, het zoveelste sterke verhaal waar ze geen weg mee wist en bij gelegenheid wat lacherig over vertelde. Maar ondertussen werd De Oorlog steeds meer dat grote zwarte ding in haar kamer waar alle emoties rondom haar vader aan vast kleefden. Een paar jaar geleden, toen ze de leeftijd had waarop hij stierf, besloot ze om dat zwarte ding eindelijk te demonteren en zoveel mogelijk over ‘de oorlog van mijn vader’ uit te zoeken. Gaandeweg het onderzoek kwam ze onverwacht op het spoor van zijn connecties met de Amsterdamse onderwereld in de jaren zeventig, waardoor zijn vertrek naar Spanje en zijn plotselinge dood in een heel nieuw licht kwamen te staan.
De titel
Een eerste raadsel dat voor ons werd opgelost was de titel. Lilian omschrijft in haar proloog namelijk waar deze vandaan komt. Een aantal onder onze lezers vond dit een goede zet, omdat ze zo meteen de juiste verwachtingen schept.
Inge: “De titel zou je helemaal op het verkeerde been kunnen zetten, vb. een (mislukte) moordzaak. Maar doordat de proloog er is, wordt de titel alvast gekaderd. Functionele én onontbeerlijke proloog vind ik...”
Andere lezers waren niet zo gecharmeerd van dit begin van het boek, omdat het op die manier de spanning weg nam.
Linda: “Wel jammer vond ik dat de titel van het boek al wordt verklaard op de 2de pagina. Voor mij nam dat al een element van spanning weg.”
De meeste lezers vonden de titel dan weer wel goed passen bij het boek. Ze vonden hem zelfs origineel. AdaW vond hem zo goed gekozen, omdat hij meteen interesse opwekt. Het is namelijk geen algemeen gebruikte/bekende uitdrukking. Ook Linda vindt dat de titel de aandacht trekt: “Zelf vond ik de titel heel intrigerend en het wekte in mij verwachting om het boek te lezen en te weten te komen wat er met de titel wordt bedoeld. Goed gekozen vind ik hem wel. Het dekt de lading wie haar vader was: roekeloos, altijd buiten de lijntjes kleurend. Zelfs bij zijn dood kon hij zich niet aan de regels houden want zijn persoonskaart konden ze niet vinden. Goed in verdwijnen was hij altijd al geweest, zijn hele leven lang.”
Er waren echter drie lezers het niet geheel eens met die bevindingen. Ger formuleerde het voor hen drie als volgt: “Ik vind de titel niet goed passen bij het verhaal. Wel past hij bij de aanleiding van het onderzoek, wat al in de proloog beschreven en afgewerkt wordt.”
Thema’s
De lezers waren het met z’n allen vrij eens over de thema’s: de Tweede Wereldoorlog en de relatie vader-dochter stonden voor hen centraal. Maar ook de zoektocht van Lilian naar wie haar vader nu werkelijk was, wordt regelmatig als thema genoemd. Voor heel wat leesclubdeelnemers was dit het sterkst aanwezig in het boek.
De uitwerking van die thema’s is niet voor alle leesclubdeelnemer geheel duidelijk. Paul formuleert het als volgt: “De uitwerking van die thema’s is wisselend, soms gedetailleerd, soms wat vaag. Dit correspondeert ongetwijfeld met de onderzoeksresultaten van Lilian. Niet alles zal kristalhelder uit haar onderzoek zijn voortgekomen. Daarvoor is het ook non-fictie en geen roman.”
Schrijfstijl en opbouw
Dat brengt ons meteen ook bij de schrijfstijl, want een roman is uiteraard helemaal anders geschreven dan een non-fictieboek.
Over de schrijfstijl van Lilian zijn is de leesclub verdeeld. De ene vond de schrijfstijl te droog, te weinig verhalend. Voor anderen was het dan weer een boek dat prettig las en zelfs sterk opgebouwd was.
Wanneer we het in de leesclub over de schrijfstijl hebben, grijpen de lezers vooral terug naar de manier waarop het verhaal is opgebouwd. Lilian gebruikt verschillende bronnen om het verhaal te vertellen. Ze gebruikt haar herinneringen, dagboekfragmenten, brieven van de moeder van Ton, … Maar ze vertelt ook vanuit het heden wanneer haar zoektocht al een stuk is afgerond en ze meer weet over haar vader.
Hier blijkt dat de opbouw voor de deelnemers het boek wel gemaakt of gekraakt heeft.
Paul en Inge zijn het eens over de chronologie van het verhaal en de verwarring die de keuze van schrijfster om op die manier te vertellen met zich meebracht: “De chronologie is soms wat verwarrend. Ook het onderscheid tussen wat uit onderzoek is gebleken en wat haar persoonlijke ervaring is geweest met haar vader, noopt nog weleens tot een nadere analyse/herlezing van delen van het verhaal. Dit draagt niet altijd bij aan het leesplezier.”
Books ’n Buns geeft aan: “Ik vind de opbouw een klein beetje vlak. Je weet al vrij snel wat de uitkomst van het verhaal is en dat Lilian haar vader nauwelijks gekend heeft. Er zit geen opbouw in het verhaal, geen hoogtepunt en eigenlijk ook niet echt een einde, omdat je weet dat Ton overleden is. Het enige dat je nog niet weet is waar hij overleden is.” Ger en Wilma sloten zich meteen bij die woorden aan, net als Daan.
Ineke, Linda en Jacquelien waren dan weer heel erg te vinden voor de manier waarop Lilian het boek heeft opgebouwd.
“Ik vind de opbouw van het verhaal leuk en interessant. Het verhaal in de logische samenhang en volgorde is de fabel (ander woord story) en zoals het aan ons wordt verteld (helemaal door elkaar gehaspeld) en opgediend is het plot (of sujet). Dit non-fictie boek is vrij ingewikkeld wat het plot betreft. Dit ervaren verschillende lezers als chaotisch denk ik,” verklaart Linda. Ze verklaart verder ook waarom ze de schrijfstijl net zo boeiend vindt: “De schrijfster gebruikt wel verschillende stijlen om de lezers te blijven boeien. Spelen met de tijd, het is allemaal in de verleden tijd geschreven maar de periode waarin de gebeurtenissen zich afspelen strekt zich uit over een lange periode vanaf 1942 - toen haar vader twintig was - tot in onze tijd ongeveer. Je dient er als lezer wel je aandacht bij te houden. Ze gebruikt gebeurtenissen die haar vader heeft meegemaakt en die in romanstijl zijn geschreven, anekdotes, dagboekfragmenten, brieven, historisch bronnenmateriaal.
Dit toont aan dat ze al die verschillende stijlen beheerst en ze inzet om de lezer te (blijven) boeien. Knap gedaan, vind ik.”
Voldeed het boek aan onze verwachtingen?
Net zoals met de discussie over de schrijfstijl en de opbouw zijn de leesclubdeelnemers verdeeld over hun verwachtingen en of die al dan niet werden ingelost.
Veel deelnemers verwachtten een verhalend boek over de Tweede Wereldoorlog. Dat bleek Ik kreeg mijn vader niet dood niet bepaald te zijn. Veel eerder was het een relaas over een persoonlijke zoektocht naar wie de vader van Lilian de Bruijn was.
De lezers die zich voorbereid hadden op een non-fictie verhaal dat sterk op persoonlijk onderzoek gebaseerd was, vonden dus zeker dat hun verwachtingen werden ingelost. Zij die veel meer over de Tweede Wereldoorlog verwachtten, bleken eerder teleurgesteld te zijn door het boek.
Maar ook hier kwam voornamelijk de opbouw van het boek aan bod dat voor de ene lezer boeiend was, terwijl het voor de andere lezer rommelig overkwam.
Conclusie
De meningen over Ik kreeg mijn vader niet dood zijn sterk verdeeld. De ene leesclubdeelnemer heeft ontzettend genoten van het boek en de manier waarop Lilian de Bruijn het verhaal van haar vader tot leven brengt. Een andere lezer viel over de schrijfstijl en de opbouw van het verhaal, omdat Lilian veelvuldig gebruik maakt van flashbacks, flashforwards en andere schrijftechnieken.
We sluiten deze leesclub dan ook af met een gemiddelde waardering van 3,3 sterren.